Knuffelscanner bereidt kind spelenderwijs voor op MRI- of CT-onderzoek
Kip Doris is aan de beurt voor een MRI-onderzoek. Ze wordt op de onderzoekstafel de miniscanner ingeschoven en blijkt in haar buik een gouden ei te hebben. Zomaar duur speelgoed?
Hij staat op de röntgenafdeling van het Academisch Medisch Centrum (AMC) in Amsterdam: de knuffelscanner. In de gang tussen de ruimte met een echte scanner en de wachtkamer met de raketbank en een balie waarop een vliegende schotel is geland.
De miniscanner staat wat verdekt opgesteld in een rustgevend, groenverlicht hoekje. Hij moet kinderen spelenderwijs voorbereiden op een MRI- of CT-onderzoek. Met hun ouders of, als dat nodig is, met een pedagogisch medewerker. Ze leggen de verschillende ‘knuffels’ op de onderzoekstafel en schuiven ze de scanner in. Een chip in de patiënt activeert een uitlegfilmpje. Elk van de dieren –kip, krokodil, olifant en robot– blijkt iets in zijn of haar lichaam te hebben. Kip Doris heeft een gouden ei in haar buik; dat blijft achter bij de dokter als ze na het onderzoek weer naar huis mag.
De aanschaf van de knuffelscanner maakt deel uit van het AMC-project ”Mijn Moeder”. Het moet de voorlichting rond een MRI- en CT-scan meer kindgericht te maken, vertelt radioloog Marieke Sprengers. Zo maakt een laborant die eerder striptekenaar was een nieuwe informatiefolder voor de jonge patiënten, met plaatjes over het onderzoek.
Als het goed is, gaan kinderen tussen de 4 en de 12 jaar door het project beter begrijpen wat er tijdens een scan gebeurt. „Als ze meer op hun gemak zijn, kunnen we hopelijk minder onderzoeken doen onder narcose”, aldus Sprengers. Wanneer er sprake is van een verstandelijke beperking, kan het soms niet anders. Maar wanneer een kind elk jaar een scan ondergaat, kan het deze op een gegeven moment bewust meemaken. „Kinderen kunnen vaak meer dan je denkt”, zegt Raschel van Luijk-Snoeks, teamleider MRI.
Wanneer ze bovendien beter stilliggen, gaan meer scans in één keer goed. „Het maken van een serie van 35 plaatjes duurt bijvoorbeeld zes minuten. Als beweegt iemand op 5 minuut 58 moet de hele serie over”, aldus Van Luijk. Ze merkt dat het helpt om er een spelletje van te maken. „Ik maak er soms een wedstrijdje wie-het-langst-stil-kan-liggen van.”
In het AMC krijgen kinderen al langer voorafgaand aan een MRI of CT de ruimte te zien waar de scanner staat. Het personeel geeft uitleg over wat er tijdens het onderzoek gebeurt. „Daarvoor moeten we al snel tien minuten per kind rekenen. Krijgen we er drie op een dag, dan hadden we in die tijd een patiënt extra kunnen scannen”, aldus Van Luijk. De mini-uitvoering kan hier tijdwinst opleveren. „Daarmee kunnen ze zo lang spelen als ze maar willen. Al is het een uur.”
Een minpuntje van de miniscanner vindt ze dat hij geen geluid maakt. Sommigen schrikken van het lawaai dat het echte apparaat maakt. Anderzijds is de ervaring van de laborante dat tieners en volwassenen er over het algemeen meer last van hebben dan kleine kinderen. „Wanneer ik uitleg dat het lijkt op het geluid dat ze horen als papa een gaatje boort in de muur, weten ze ongeveer wat ze kunnen verwachten.”
Als het kind de scan ondergaat, zijn de ouders in principe daarbij aanwezig. Of een van hen moet een pacemaker hebben. Ze strelen een been, of houden de hand vast. Ook komt vader of moeder nogal eens –ter geruststelling– als eerste op de onderzoektafel te liggen. Blijken die last te hebben van claustrofobie, dan wordt de meegebrachte knuffel even de scanner ingeschoven.
Ook de sfeervolle verlichting van de ruimte en de projectie van een plaatje op de muur, zoals een aquarium met vissen, helpt de kinderen op hun gemak te stellen. „Om dezelfde reden heeft de kamer geen rechte hoeken; die zijn afgerond”, aldus Sprengers.
Als ze dat willen, horen de patiëntjes tijdens de scan een luisterboek van een sprookje via een koptelefoon. „Sommigen zijn echt een beetje boos als het onderzoek is afgelopen en het verhaal is nog niet uit”, weet Van Luijk.
Of de knuffelscanner inderdaad ervoor zorgt dat minder kinderen onder narcose hoeven en scans vaker lukken, kunnen de twee nog niet zeggen. Sprengers: „Hij staat er nog niet zo heel lang, ongeveer een maand. Of het apparaat het gewenste effect heeft, weten we eigenlijk pas over een jaar.”
Nederlandse primeur
Het AMC in Amsterdam heeft in Nederland de primeur met de Kitten Scanner. In het buitenland, met name in de VS, heeft fabrikant Philips al een aantal jaar ervaring met het miniapparaat.
Zo concludeerde het Lutheran Advocate Hospital in Chicago in 2005 dat na invoering van de knuffelscanner kinderen meer op hun gemak zijn tijdens een MRI- of CT-onderzoek. Het gebruik van narcose daalde met ruim 30 procent onder 3- tot 7-jarigen. Daarbij konden er 15 procent meer scans plaatshebben.
Verschillende Nederlandse ziekenhuizen hebben interesse getoond voor de knuffelscanner, maar welke dat zijn mag Joost Maltha van Philips Healthcare niet zeggen.