Akkoord in EU over begrotingsconflict
Een hoogopgelopen conflict tussen het Europees Parlement en de regeringen van de EU-landen over de uitgaven voor de nieuwe lidstaten is dinsdag uit de weg geruimd.
Volgende week vindt in Athene de plechtige ondertekening plaats van het verdrag dat de uitbreiding van de Unie per 1 mei 2004 regelt. Daarin worden concrete bedragen genoemd voor de financiële steun voor de betrokken naties in de komende jaren. De volksvertegenwoordigers hadden daarop aanvankelijk geen enkele invloed kunnen uitoefenen.
Dat schoot in het verkeerde keelgat. Het EP voelde zich als instantie die medezeggenschap heeft over de gemeenschappelijke begroting gepasseerd en wenste een dergelijke inbreuk op zijn rechten niet te accepteren.
Na diverse onderhandelingsronden in de achterliggende weken die zonder resultaat bleven, rolde er dinsdag tijdens overleg in Straatsburg uiteindelijk een akkoord uit de bus. In een verklaring erkennen de vijftien regeringen voluit de rol van het Europees Parlement op budgettair terrein. Dit betekent dat een wijziging van de omvang van de gereserveerde fondsen in principe mogelijk blijft, ondanks dat die is verankerd in het toetredingsverdrag.
Het EP wist in de deal bovendien een verhoging van de middelen voor de aspirant-leden van 540 miljoen euro te bedingen. Dat geld zal aangewend worden voor projecten in de sfeer van onderwijs, onderzoek en milieu.
Vandaag heeft het EP gedebatteerd en gestemd over de aansluiting van de tien kandidaten. Van tevoren stond al vast dat een zeer grote meerderheid er goedkeuring aan zou hechten. Tot de groep van nieuwkomers behoren Cyprus, Estland, Hongarije, Letland, Litouwen, Malta, Polen, Tsjechië, Slovenië en Slowakije.