Dat blijkt uit het eindrapport van de werkgroep, waarin bijna alle politieke partijen zijn vertegenwoordigd. De voorzitter van de werkgroep, het PvdA-Kamerlid Heijnen, heeft het eindrapport dinsdag overhandigd aan de voorzitter Verbeet van de Tweede Kamer.Enkele weken geleden besloot het kabinet op voorstel van Rouvoet om in de toekomst de financiering van de jeugdzorg niet langer via de provincies te laten verlopen, maar via de gemeenten. Alleen de psychische hulp voor jongeren (jeugd-ggz) zou –net als nu het geval is– via de Algemene wet bijzondere ziektekosten vergoed moeten worden.

De parlementaire werkgroep vindt dat geen goed idee en wil ook de jeugd-ggz onderbrengen bij de gemeenten. Als de psychische hulp voor jongeren via de AWBZ blijft verlopen, worden de belangrijkste bezwaren tegen de huidige structuur van de jeugdzorg, namelijk de versnippering en de gescheiden geldstromen, niet opgelost.

De politiek verwacht dat gemeenten beter dan provincies in staat zijn om werk te maken van preventie.

Nu zowel het kabinet als de overgrote meerderheid van de Kamer zich heeft uitgesproken voor decentralisatie van de jeugdzorg naar de gemeenten, ligt het voor de hand dat tijdens de coalitiebesprekingen die volgen na de Tweede Kamerverkiezingen van 9 juni, harde afspraken worden gemaakt over de herziening.

De jeugdbescherming en de jeugdreclassering komen als het aan de parlementaire werkgroep ligt onder de regie van de rijksoverheid. Het kabinet wil die verantwoordelijkheid, die nu bij de provincies ligt, ook overhevelen naar de gemeenten.