Celstraf geëist tegen medewerker De Einder
De 60-jarige zelfmoordconsulent Willem M. gaat bij justitie in Groningen „enkele tienduizenden euro’s” smartengeld eisen, omdat hij in 2001 naar zijn mening zeven weken ten onrechte heeft vastgezeten op verdenking van levensberoving op verzoek bij een 81-jarige vrouw.
De advocaat van M., mr. W. Anker, maakte dat donderdag bekend na afloop van de zitting bij de rechtbank in Groningen, waar de zelfmoordconsulent moest verschijnen wegens zijn betrokkenheid bij de zelfdoding van een 81-jarige Groningse vrouw die een hersentumor had.
De verdachte is aangesloten bij het Humanistisch Verbond en verbonden aan stichting De Einder, die mensen instructies geeft als ze zelfmoord willen plegen. De politie trof indertijd het lichaam van de vrouw in haar woning aan met een plastic zak over het hoofd. Ze was door een combinatie van verstikking en vergiftiging door medicijnen om het leven gekomen.
De vrouw kwam niet in aanmerking voor euthanasie, omdat ze niet ondraaglijk en langdurig leed. Daarom deed ze een beroep op De Einder, een omstreden stichting, waarvan voormalig minister Borst van Volksgezondheid ooit aangaf dat zij „een ongewenste vorm van hulp” verleent. De stichting kreeg vorig jaar 374 verzoeken om hulp bij zelfdoding. Van de hulpvragers pleegden er 46 zelfmoord. De stichting heeft 14 consulenten in dienst. Nooit eerder werd een van hen vervolgd.
M. werd aanvankelijk verdacht van levensberoving op verzoek. Nadat hij in april 2001 werd opgepakt, zat hij zeven weken in voorarrest. Later veranderde het openbaar ministerie de aanklacht in opzettelijke hulp bij zelfdoding. Daarvoor is voorlopige hechtenis niet toegestaan, aldus advocaat Anker. Vandaar dat hij justitie een claim van „enkele tienduizenden euro’s” in het vooruitzicht stelt. De claim wordt pas ingediend als de rechtbank definitief uitspraak in de zaak heeft gedaan. Tegen M. werd donderdag 300 dagen gevangenisstraf geëist, waarvan 250 voorwaardelijk.
Officier van justitie mr. E. de Ruiter zei dat M. de regie van de zelfmoord in handen had. Hij gaf niet alleen informatie en advies over zelfmoordmethodes, iets wat in Nederland niet strafbaar is, maar hij gaf ook instructies over het omdoen van de plastic zak en het gereedmaken van de medicijnen. Instrueren bij zelfdoding is wel strafbaar.
Volgens de officier handelde M. bovendien „onzorgvuldig”, omdat hij niet eens op de hoogte was van de medische situatie van de vrouw. Ze wees erop dat hulp bij zelfdoding alleen door een arts mag worden verricht als voldaan is aan een reeks zorgvuldigheidseisen. De officier uitte ook zware kritiek op de plastic-zakmethode. Wat door stichting De Einder wordt beschouwd als een „goed middel voor een snelle en humane dood” ziet zij als „een gevaarlijke en risicovolle methode.”
Dat hij de regisseursrol op zich had genomen, werd door M. zelf hartgrondig ontkend. Hij had geen medicijnen klaargezet of toegediend. Ook had hij niet geholpen bij het omdoen van de plastic zak. Wel had hij voorgedaan hoe strak het elastieken koord om de hals moest zitten. Maar ook dat was volgens hem slechts een advies en geen instructie. „Er had er maar één de regie, en dat was de vrouw zelf”, aldus M.’s advocaat.
Op verzoek van de advocaat verschafte zelfmoordconsulent dr. T. Vink tijdens de zitting inzicht in de werkwijze van De Einder. Die gaf aan dat de consulenten bij hun werk steeds erop bedacht zijn door justitie te kunnen worden aangepakt. „Wij stoppen geen tabletten toe, maar als iemand de medicijnen laat vallen, rapen we die wel op. Dat zien we als een vorm van beleefdheid.”
Begeleiding bij zelfmoord bestaat volgens dr. Vink gemiddeld uit tien telefoongesprekken en twee ontmoetingen tussen de consulent en de cliënt. „Ons doel is niet dat we iemand van zelfmoord weerhouden. Het is ons te doen om humane zelfdoding. Wij doen niet aan betutteling, maar we gaan uit van autonomie en zelfbeschikking.”
De rechtbank doet 10 april uitspraak.