Consument

De muisjes vieren feest

Koninklijke De Ruijter bestaat 150 jaar. De muisjes vieren feest. Roze en blauwe. Heel af en toe oranje en slechts één keer rode.

tekst Gerard ten Voorde
16 April 2010 09:35Gewijzigd op 14 November 2020 10:21
Koninklijke De Ruijter bestaat 150 jaar. De muisjes vieren feest. Roze en blauwe. Heel af en toe oranje en slechts één keer rode. beeld Sjaak Verboom
Koninklijke De Ruijter bestaat 150 jaar. De muisjes vieren feest. Roze en blauwe. Heel af en toe oranje en slechts één keer rode. beeld Sjaak Verboom

Het rúíkt naar muisjes in de broodbelegfabriek van De Ruijter in Utrecht. Mannen in witte pakken bereiden dagelijks verse gesuikerde bolletjes. Haarnetje op het hoofd, snordoekje voor. „Hygiëne staat hoog in het vaandel”, legt marketing manager Menno van der Vlist uit.De productie van muisjes is handwerk. Hagelslag, vlokken en vruchtenhagel lopen machinaal van de band. „Muisjes maken is mensenwerk”, verklaart Van der Vlist. „Alleen het vullen van de pakken gebeurt machinaal.”

Drie ‘betonmolens’, elk met een doorsnee van een meter, draaien langzaam rond. In deze handgemaakte, koperen drageerketels komen langzaam muisjes ter wereld. Met duizenden tegelijk.

Tegen de muur staan grote zakken anijszaadjes, afkomstig uit Spanje en Portugal. De bolvormige zaadjes, pakweg 2 millimeter dik, hebben allemaal een klein staartje. „Met een beetje fantasie zie je de vorm van een muisje. Vandaar de naam.”

Een medewerker schept de zaadjes in de draaiende betonmolens. Vervolgens voegt hij een schep zetmeel toe en een flinke scheut suikerwater. Om de zaadjes verschijnt langzaam maar zeker een dun suikerlaagje. Elke ketel z’n eigen kleur. Rechts roze, links blauw, in het midden wit.

De zaadjes groeien uit tot doffe, gesuikerde korrels. Voorzichtig draait de medewerker de drageerketels een voor een om. De bolletjes storten ruisend naar beneden in een opvangbak, een verdieping lager.

Een heftruck brengt de korrels naar zestien glansketels, waar andere medewerkers de witte en gekleurde exemplaren mengen. „We voorzien ze hier van een glanslaagje”, wijst Van der Vlist. Urenlang draaien de muisjes in spe rond. Het doffe huidje begint langzaam te glimmen.

Dan wacht de zeef. De consument mag immers alleen de juiste maat muis voorgeschoteld krijgen. De kleintjes vallen door de mand, de grotere blijven hangen. Misbaksels verdwijnen in een afvalbak.

De muisjesmakers van De Ruijter geven de mooiste modellen een plek op een roestvrijstalen plaat, die op een rol­container in een droogkast worden gereden. „De muisjes moet hier zo’n zes uur drogen en uitharden.” Nog even inpakken en dan wegwezen.

De meeste muisjes in Nederland komen van de broodversierder uit Utrecht. Slechts enkele banketbakkers snoepen wat van het marktaandeel af. De klanten van de muisjesmonopolist zijn in twee groepen verdeeld. Kersverse ouders nemen de helft voor hun rekening. „Er komt bijna geen Nederlander ter wereld zonder muisjes.”

De andere helft wordt gegeten door mensen die de gesuikerde anijszaadjes ook zomaar lekker vinden. Kleine hoeveelheden verdwijnen naar de VS, Canada en Nieuw-Zeeland, maar altijd naar Nederlandse enclaves. „Spanje is een groeimarkt. Dankzij de pensio­nado’s.”

Het is een typisch Hollands product, legt Van der Vlist uit. „Nederland kent een unieke broodbelegcultuur. Terwijl omliggende landen kiezen voor ham en kaas op brood, nemen wij graag hagelslag of muisjes. Dat zit zó ingesleten.”

Nederland consumeert jaarlijks 60.000.000 beschuiten met muisjes. Hoeveel pakjes muisjes daarvoor nodig zijn, kan de marketingmanager niet zeggen. „Bedrijfsgeheim.” In elk pakje zit 280 gram muisjes.

De Ruijter produceert roze en blauwe muisjes. De roze dateren uit 1860, de blauwe uit 1990. In een pakje roze muisjes zitten evenveel roze als witte muisjes. Bij blauw-wit is de verhouding 40-60. „Als we dat fiftyfifty nemen, kleurt het totale strooisel te veel blauw.”

Bij de geboorte van een prins of prinses maakt De Ruijter oranje muisjes. In 1938 werden ze voor het eerst geserveerd op Paleis Soestdijk bij de geboorte van prinses Beatrix.

Ter ere van de geboorte van de 300.000e inwoner van Utrecht heeft de broodbelegger eenmalig rood-witte muisjes gemaakt, verwijzend naar de huiskleuren van de stad. „Maar dat blijft een uitzondering.”


Een beschuitje bij een geboorte

Het serveren van beschuit met muisjes bij een geboorte kent een lange voor­geschiedenis.

De traktatie voor de kraam­visite dateert uit de middeleeuwen. Ouders strooien in die tijd graankorrels over het kraambed, in de eerste plaats uit dankbaarheid, maar ook om de gasten die van ver komen niet met een lege maag naar huis te sturen.

Later trakteren trotse ouders hun visite op suikerbollen of witte boterhammen met suiker. Rond de grote rivieren, Zuid-Holland en Noord-Brabant bestrooien ouders de traktatie met gesuikerde anijszaadjes. Aanvankelijk zijn er alleen witte muisjes. Gladde voor de meisjes, ruwe voor de jongens.

Halverwege de 19e eeuw verovert de gewoonte om deze lekkernijen te serveren bij een geboorte het hele land. Jongedames krijgen al snel roze muisjes. Jongetjes moeten tot medio 1990 wachten op hun ‘eigen’ blauwe muisjes.

De Baarnse kleer­makerszoon Cornelus Rutgerus de Ruijter treedt in de jaren 50 van de 19e eeuw als leerjongen in dienst van de befaamde Utrechtse banket- en suikerbakker De Laat. De jonge De Ruijter maakt zich het vak van suikerwerker meester. Daarmee legt hij het fundament voor de latere De Ruijterfabriek.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer