Eerste canon over opvoeding gepubliceerd
Ouders onderschatten de invloed die ze hebben op hun puberende kinderen. Dat is een van de „verrassende” onderzoeksuitkomsten die zijn verwerkt in de eerste opvoedingscanon.
René Diekstra, lector jeugd en opvoeding aan de Haagse Hogeschool, overhandigde de opvoedingscanon woensdagochtend aan wethouder Dekker, die in de hofstad jeugd, onderwijs en sport in zijn portefeuille heeft. Dekker nam vier jaar geleden het initiatief tot een onderzoek dat uiteindelijk tot de eerste Nederlandse opvoedingscanon heeft geleid.De canon belicht 51 thema’s, waaronder seksualiteit („Vergeet niet over homoseksualiteit te vertellen, zodat kinderen die zich ‘anders’ voelen begrip ervaren”), de rol van vaders in de opvoeding („Leer je zoon respect te hebben voor vrouwen en voor zichzelf”) en de omgang met moderne media („Laat kinderen niet gamen voor het slapen gaan”). Elk onderdeel is geschreven door een deskundige op het desbetreffende terrein.
De canon biedt enkele verrassende uitkomsten, aldus wethouder Dekker. Zo wijst hij erop dat ouders hun invloed tijdens de puberteit van hun kinderen sterk onderschatten, bijvoorbeeld bij de keuze van vrienden. „Als het om probleemgedrag van jongeren gaat, zeggen ouders nogal eens dat ze verkeerde vrienden hebben, maar daarachter kunnen ze zich dus niet verschuilen. Ouders blijven aanspreekbaar op hun eigen verantwoordelijkheid.”
Een interessante paragraaf is voor Dekker ook die waarin de rol van sport in het bijbrengen van waarden en normen wordt belicht. „Sport werkt goed, zeggen we vaak. Dat is niet per definitie het geval. Het is van belang dat het niet alleen gaat om presteren en winnen, maar dat er ook nadruk wordt gelegd op een thema als fair play.”
De kracht van de canon ligt in de wetenschappelijke onderbouwing, aldus Dekker. „Minister Rouvoet heeft er wel eens een handje van te roepen: „Dit zijn de tien gouden regels voor opvoeding. Daaraan moet iedereen zich houden.” Zonder dat die regels ook zijn onderbouwd. De opvoedingscanon geeft die onderbouwing wel.”