Kamperen tussen Engelse schapen
De tenten van het Betere Boerenbed zijn in Nederland al enkele jaren een succes. Daarom zijn de bruine doeken met onder meer een bedstee en een poepdoos nu ook in Frankrijk en in Engeland te vinden.
Tussen de lichtglooiende groene heuvels van Zuidoost-Engeland staan her en der boerderijen. Opvallend zijn de vele borden aan de weg waarop de boeren hun nevenactiviteiten aanprijzen. Ook hier houden ze het hoofd maar moeilijk boven water als ze het uitsluitend moeten hebben van de inkomsten van hun bedrijf.
Zo ook op Canfields Farm in Rudgwick, een van de 23 boerderijen die zijn aangesloten bij Feather Down Farms. Sinds 1960 is de boerderij in het bezit van de familie Bargman. Inmiddels hebben zoon Tim en schoondochter Sarah de boerderij overgenomen van Peter en Erica. Maar de laatste twee blijven actief. Samen met Tim en Sarah dragen ze zorg voor de ruim zestig koeien en acht stieren. Door middel van vijf bruine tenten tegen de bosrand, op zo’n 700 meter afstand van de boerderij, genereert de familie extra inkomsten.
Wie bij het woord tent denkt aan een klein legergroen stukje doek waar de bewoner op z’n buik in moet kruipen, moet dat beeld bijstellen. De tenten van Feather Down Farms zijn royaal.
Het comfort is uiteraard niet gelijk aan dat van een vakantiebungalow. Maar de tenten zijn voorzien van stromend –koud– water en een toilet. Dat laatste vertrekje wordt in de folder poepdoos genoemd. Een gemakkelijke zit biedt de houten plank met gat erin dan ook niet. Maar in tegenstelling tot vroeger hoeft er hier niets te worden leeggeschept.
De oudste kinderen nemen de bedstee –met grappige houten hartjes om doorheen te gluren– direct in beslag. Liefhebbers van vuurtjes stoken kunnen hun hart ophalen. Want al snel wordt duidelijk dat het leven in de tent draait om de kachel.
Elektriciteit is niet aanwezig. Overal hangen kaarsenhouders en olielampen. Het geeft de avonden een intiem sfeertje. In de tent hangt overigens een brandmelder. Geen overbodige luxe met al de kaarsen.
Tijdens de eerste nacht wordt al duidelijk waarom de mensen vroeger slaapmutsen droegen. De nachtvorst tijdens de eerste week van mei laat de temperaturen ’s nachts in de tent erg dalen. En een wekker is niet nodig, want een specht klopt rond zes uur stukken uit de boom achter de tent. Tijd om al bibberend de kachel aan te steken.
Het ontbijt ligt deels buiten de tent. Een konijntje hipt geschrokken weg als de kinderen met een gietijzeren kommetje naar buiten stuiven. Doel is het kippenhok 20 meter verderop. De hennetjes hebben een paar kakelverse eitjes voor de kampeerders in petto.
Terwijl de eitjes in een pannetje op de kachel staan, zijn de kinderen alweer naar het klimrek vertrokken. De schapen, die vrij rond de tenten rondlopen, kijken op veilige afstand toe. Ze laten hun sporen wel na. Dat wordt de doucheruimtes in de stal opzoeken, want nadat de kinderen een paar keer door het vochtige gras zijn geslierd, zit het groenige goedje overal.
Toch laten maar weinig kampeerders zich daardoor uit het veld slaan. De reacties in het gastenboek zijn stuk voor stuk lovend. Vooral de ruimte en de rust op de boerderij zijn favoriet, weet boerin Erica. „We zitten hier een uurtje bij Londen vandaan. Dus we krijgen veel stedelingen over de vloer. Afgelopen week nog een stel. Ze waren helemaal lyrisch. De tent was royaler dan hun appartementje.”
Tijdens de rondleiding die Erica op de boerderij verzorgt, stookt haar man Peter de grote buitenoven op. Zorgvuldig houdt hij de zelfgebakken broodjes in de gaten. Verser kan niet. Ook dat is kamperen op een Engelse boerderij.