Geen integratie, wel participatie
Rond de reformatorische zuil wordt steeds meer gesproken over integratie. Integratie van die zuil wel te verstaan. Hij moet meer deel gaan uitmaken van de samenleving en zijn bijdrage leveren aan het oplossen van de grote vraagstukken zoals de allochtonenproblematiek. De krant bericht over „toestanden” in Ede en andere plaatsen in de biblebelt waar refojongeren lijnrecht tegenover allochtonen staan.
De vraag is wat mij betreft niet in hoeverre het geschetste beeld juist is of hoe de beeldvorming ontstaan is. Het gaat erom wat de werkelijke bijdrage van christenen aan de samenleving is.Dijsselbloem
Refo’s. Een subcultuur, die een kleine minderheid vormt. Extreem in hun opvattingen. Feitelijk moet je ze over één kam scheren met allochtonen. Zo denkt de gemiddelde Nederlander over de gereformeerde gezindte.
Vorige week vrijdag was er een congres van het Platform Waarden en Normen over integratie. Een van de sprekers pleitte ervoor een legitieme plaats te claimen voor de gereformeerde gezindte op basis van de christelijk-joodse wortels van onze cultuur. Een pleidooi voor erkende ongelijkheid in de samenleving dus: alles wat rechtstreeks afstamt van die wortels heeft een streepje voor. Integratie is dan vanzelfsprekend. De gezindte is immers onderdeel van de heersende cultuur.
Terecht maakte Tweede Kamerlid Dijsselbloem (PvdA) bezwaar tegen deze benadering. Hij wees erop dat de geschiedenis gemaakt wordt in onze tijd. Dat de periode van de afgelopen vijftig jaar bepalend is voor hoe we denken en wie we als samenleving zijn. Wees blij met de voorrechten die je hebt en ga er in het politieke debat verstandig mee om, dat was zijn advies.
Hoe moet een christen staan in de samenleving? In de berichtgeving rond de tegenstelling van allochtone en reformatorische jongeren werd duidelijk dat beide groepen elkaar feitelijk niet ontmoeten, om de eenvoudige reden dat refo’s de plaatsen mijden waar niet-christelijke jongeren bij elkaar komen: disco’s en andere uitgaansgelegenheden. Dit gebrek aan integratie kan ik alleen maar toejuichen. Gelukkig beseffen onze jongeren vaak nog dat je deze plaatsen met een gedoopt voorhoofd niet kunt bezoeken.
Debat
Hoe moet een christen in de samenleving staan? In het politieke debat gaat het vaak om het behoud van de voorrechten voor eigen kring: eigen scholen, ruimte voor een eigen personeelsbeleid. Van harte steun ik hen die zich hiervoor inzetten in de politieke arena’s, laat daar geen misverstand over bestaan. Tegelijk stel ik een vraag: gaat het over de kern of over de buitenkant?
Prachtig, dat het ons toegestaan wordt praktiserende homofielen te weigeren als leerkracht. Maar maken we diezelfde mensen ook duidelijk dat wij niet hen als persoon, maar wel hun leefwijze veroordelen? En maken we voor hen zichtbaar dat en waarom het de moeite waard is om de Heere te vrezen naar Zijn Woord?
Mooi dat we eigen scholen hebben waarin het onderwijs gestalte gegeven wordt naar Schrift en belijdenis. Maar leven we daar onze jonge mensen voor in het spoor der gerechtigheid, of leren we ze alleen regels aan?
Misschien moeten de bakens verzet. We moeten zo druk zijn met het praktiseren van het discipelschap dat we niet merken dat we naar de marge van de samenleving verdrongen worden. Dat we geen tijd hebben om te vechten voor voorrechten die slechts een subcultuur in leven houden. Het is niet erg als ons afgepakt wordt wat de kern van de identiteit in de weg staat: ons materialisme, de ruimte voor verdeeldheid. Als het maar mag leiden tot een daadwerkelijk getuigenis in de wereld waarin we staan.
Goede werken
Op de jongerenkring waaraan ik leiding mag geven, was zondagavond 1 Petrus 2 aan de orde: „Geliefden, ik vermaan u als inwoners en vreemdelingen, dat gij u onthoudt van de vleselijke begeerlijkheden (…); En houdt uw wandel eerlijk onder de heidenen; opdat in hetgeen zij kwalijk van u spreken als van kwaaddoeners, zij uit de goede werken die zij in u zien, God verheerlijken mogen (…).”
Goede werken, een beladen begrip in de refocultuur. Het riekt naar Rome. Daarom doen we er niet aan. En toch, ligt juist daar niet de Bijbelse roeping voor onze gezindte?
Ik heb ervoor gepleit om niet al te zeer te integreren in de seculiere samenleving, voor zover integratie betekent dat je meegezogen wordt in haar stramien. Maar dat wil niet zeggen dat we aan de kant moeten staan. Op de plaats die ons gelaten zal worden in de samenleving hebben wij zichtbaar te maken dat we christenen zijn. Volgelingen van Hem Die gekomen is, niet om gediend te worden, maar om te dienen. En om Zijn ziel te zetten tot een losprijs voor velen.
Geen integratie, niet opgaan in de samenleving. Maar wel participatie, deelname: meedoen aan het oplossen van haar problemen, een bijdrage leveren aan haar welzijn. En vooral dit: in praktijk brengen dat God een God van liefde is en dat het volgen van Hem betekent dat Zijn liefde doorgegeven wordt in een van hem vervreemde samenleving. Die bijdrage is, als dat zou moeten, ook te leveren vanuit een positie van een verdrukte minderheid.
Reageren aan scribent? welbeschouwd@refdag.nl.