Kerk & religie

Maltezer ridders strijden voor humane doelen

”Verdediging van het geloof en dienstbaarheid aan hen die lijden”, luidt al eeuwenlang het motto van de Orde van Malta. In de tijd van de kruistochten betekende dat met het zwaard de islamieten te lijf gaan. Tegenwoordig het bieden van hulp in onder andere het Midden-Oosten.

Ewout Kieckens
28 January 2003 09:44Gewijzigd op 14 November 2020 00:05
ROME - Bijeenkomst van de Orde van Malta in Rome. Feitelijk is de orde te beschouwen als de eerste internationale humanitaire hulporganisatie. - Foto RD
ROME - Bijeenkomst van de Orde van Malta in Rome. Feitelijk is de orde te beschouwen als de eerste internationale humanitaire hulporganisatie. - Foto RD

Het zou een quizvraag kunnen zijn: welke soevereine staat zonder territorium onderhoudt diplomatieke betrekkingen met meer dan negentig landen en heeft een waarnemersstatus bij de Verenigde Naties? Het antwoord moet worden gezocht in Rome, waar de Soevereine en Militaire Hospitaal Orde van Sint Jan van Jeruzalem, Rhodos en Malta sinds 1834 haar zetel heeft.

In de lange naam wordt haar geschiedenis weerspiegeld. In 1048 begint een communiteit van monniken in Jeruzalem aan het bijstaan van pelgrims, en later ook aan het verdedigen van christelijke plaatsen. Als in 1291 Akko valt, het laatste christelijke bastion in het Heilige Land, verhuist de congregatie -inmiddels een orde van ridders van adellijk geslacht- naar Rhodos, en in 1523 naar Malta.

Dat we voor het antwoord op de quizvraag in Rome moeten zijn, heeft te maken met Napoleon, die in 1798 de Maltezer Ridders van het eiland verjoeg. Na veel omzwervingen kreeg de orde, die inmiddels haar militaire taak had opgegeven, uiteindelijk pauselijke gastvrijheid in Rome. Maar van de militaire en adellijke traditie hoefde de orde geen afstand te doen, zoals nu nog blijkt uit antiek aandoende ceremoniën, het uitdossen op caveliereske wijze en het dragen van gewichtige insignes en medailles, waaronder het bekende Maltezerkruis met vier gevorkte einden.

Haar soevereiniteit heeft de orde nooit hoeven op te geven. De filatelistische en numismatische dienst getuigt daar onder andere van. Maar het beste bewijs van haar soevereiniteit vormen de diplomatieke betrekkingen met 92 landen waarover de orde beschikt. De orde vormt een opmerkelijke instelling in het internationale publiekrecht, want ze wordt beschouwd als een soevereine staat zonder dat ze grondgebied bezit, afgezien van twee extraterritoriale gebieden in Rome.

„Staatsrechtelijk zijn we enigszins te vergelijken met de Heilige Stoel”, zegt Alessandro Quaroni, secretaris-generaal voor Buitenlandse Zaken, feitelijk minister van Binnenlandse Zaken. „Landen hebben hun vertegenwoordiging bij de Heilige Stoel en niet bij het Vaticaan. Of de paus nou wel of geen territorium heeft, doet niet ter zake. Zo is het ook met de Orde van Malta.”

Er zijn meer overeenkomsten en kruisverbanden met het Vaticaan of de Heilige Stoel te maken. Als spirituele leidslieden treden twee zeer hoge prelaten uit het Vaticaan op. „Maar we zijn absoluut autonoom, en over de benoeming van de vorst-grootmeester heeft de Heilige Stoel geen zeggenschap.” De vorst-grootmeester wordt gekozen door een hoge vertegenwoordiging van ordeleden, -ridders en dames. Het Maltezer ’conclaaf’ komt bijeen als het staatshoofd is overleden.

De huidige, 78e, vorst-grootmeester van de orde is de Brit Andrew Bertie, die zich als broeder heeft te houden aan de drie geloften van gehoorzaamheid, armoede en maagdelijkheid.

Het zijn voornamelijk Latijns-Amerikaanse, Oost-Europese en Afrikaanse landen die bij de orde geaccrediteerd zijn. Het Westen moet niet zoveel hebben van de hoge status van de Orde van Malta, en Groot-Brittannië en de Verenigde Staten protesteerden in 1994 toen de orde de felbegeerde waarnemersstatus bij de VN kreeg. Die status heeft de orde overigens ook bij de EU en bij zestien andere internationale organisaties.

Nederland noch België heeft een ambassadeur bij de orde, hoewel de ridders en dames uit de Lage Landen redelijk actief zijn. „Veel westerse landen van protestantse snit erkennen ons niet op diplomatiek niveau wegens onze rooms-katholieke identiteit. Andere landen beschouwen ons rechtsjuridisch niet als entiteit, zoals Frankrijk.”

De rooms-katholieke signatuur is overduidelijk. Het is en blijft een religieuze orde, al is de overgrote meerderheid van 11.000 ridders en dames leek. De hogere posities worden ingevuld door broeders die zich houden aan de drie geloften, maar die niet in communiteit wonen. De ’minister van Buitenlandse Zaken’ is leek en getrouwd, en bovendien niet van adel, omdat de orde tegenwoordig ook voor niet-adel is opengesteld. „Voordat iemand bij de orde wordt opgenomen”, zegt Quaroni, die vóór zijn ”Maltezer carrière” Italiaans ambassadeur was in onder andere Oostenrijk en China, „worden doopbewijs en document van kerkelijke inzegening gecontroleerd en wordt nagegaan of hij praktiserend rooms-katholiek is.”

Maar waarmee houdt de orde zich nu bezig, als ze niet meer te vuur en te zwaard het rooms-katholieke geloof verdedigt? Van de antieke naam van de orde voldoet eigenlijk alleen nog maar het woord ”hospitaalorde”, want sinds zo’n anderhalve eeuw vormt zij een hulporganisatie, voornamelijk gericht op de (medisch) verzorging.

Feitelijk is de orde te beschouwen als de eerste internationale, humanitaire hulporganisatie. Haar eeuwenoude Latijnse motto ”Tuitio Fidei et Obsequium Pauperum” -”verdediging van het geloof en dienstbaarheid aan de armen”- heeft een nieuwe invulling gekregen door humanitaire en medische hulp in gebieden die getroffen zijn door onder meer oorlog en natuurgeweld.

Geregeld sturen de VN en de EU mensen van de ECOM, de noodhulptak van de orde, op pad. De orde beschikt, onder meer via de efficiënte Duitse afdeling Malteser Hilfsdienst, wereldwijd over 80.000 vrijwilligers. Zij hebben met name deskundigheid in huis op het gebied van sociale en medische hulpverlening. In Afghanistan leiden ze onder andere medisch personeel van de VN op.

Mocht de crisis in Irak daar om vragen, dan staat volgens Quaroni de Orde van Malta klaar om richting het Midden-Oosten te vertrekken. Dichter bij huis is ze te vinden in binnensteden bij hulpverlening voor gemarginaliseerden. In Amsterdam bijvoorbeeld bestaat een autonome hulppost voor verslaafden, daklozen en illegalen. In Bethlehem beheert de orde het ”ziekenhuis van de Heilige Familie”, gespecialiseerd in verloskunde.

„We zijn rooms-katholiek, maar bieden hulp ongeacht iemands religie”, zegt Quaroni. Met de enigszins vergelijkbare, protestantse Johannieterorde onderhoudt Rome goede betrekkingen. „We werken veel samen en gebruiken zelfs elkaars ambulances.” Bovendien weigeren beide ordes mee te werken aan het uitvoeren van abortus en euthanasie. Daarin ziet de Orde van Malta de hedendaagse invulling van haar rol als verdediger van het geloof.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer