Manie rond Mini
Haar geliefde Mini Cooper ging kapot. Behoorlijk kapot zelfs. Een monteur haalde het autootje op. Huilend stond de vrouw naast de vrachtwagen. Daar ging haar Mini, haar trots.
Minispecialist Ben van Leeuwen uit Aarlanderveen heeft nog zo’n verhaal. „Een klant van ons woont in Monaco. Hij laat de apk-keuring van zijn Mini Cabrio alleen door ons uitvoeren, dus elk jaar komt de auto deze kant op. Een apk’tje kost zo’n 200 euro, maar hij betaalt vrolijk ieder jaar 4000 euro transportkosten.”Deze en meer verhalen onderstrepen de manie rond Mini. Sommige eigenaren zijn werkelijk verliefd op hun vierwielertje. En niet alleen mannen, ook vrouwen vertroetelen het Engelse karretje alsof het een geliefd persoon is.
Het vijftigjarig bestaan van het merk doet daar wellicht nog een schepje bovenop. Op 26 augustus is het precies vijftig jaar geleden dat het kleine autootje de wereld in rolde. Ruim veertig jaar lang bleef het uiterlijk van de Mini nagenoeg onveranderd, ondanks tal van technische moderniseringen. Een unicum in de autogeschiedenis.
Het mag een klein wonder heten dat Mini zo geliefd is, want praktisch is het autootje allerminst. Voorbeelden? Wat langere personen hebben een verlengset van de voorstoel nodig om de ledematen kwijt te kunnen. Voor elk verkeerslicht is een verkrampte houding van nek en schouders noodzakelijk om te zien of het al groen is. Bagageruimte? Wat heet… Een normale koffer en zij zit vol.
BMW heeft met de nieuwe Mini een iets praktischer auto op de markt gezet, maar nog steeds blinkt het ding niet uit in ergonomie. Voorbeelden? De rugleuning van de stoel verstellen resulteert in verkrampte vingers. Voorin instappen vergt enige voorzichtigheid om hoofd en knieën heel te houden. Achterin instappen is een waagstuk. De bagageruimte is iets beter dan bij de oer-Mini, maar het houdt niet over.
Gaten
Wees gerust, ware Minifan. De klaagzang is teneinde. Want zijn het niet juist die onhandige eigenaardigheden die een Mini een Mini maken? Daarnaast is de auto gemaakt om mee te rijden en daarover hoor je niemand klagen.
Juist dat rijden zorgde bij Ben van Leeuwen voor de vonk die oversprong. „Het gebeurde in een witte Mini Cooper S. Samen met een vriend scheurden we door de binnenstad van Amsterdam. Onvergetelijk, die rit. Toen is de verzameldrang begonnen.”
Een drang die uitmondde in het enige officiële Mini Centre van Nederland met niet minder dan vijftig exemplaren. Grotendeels originele Nederlandse auto’s. Menige Minirijder kent de weg door het vlakke land naar Aarlanderveen. Daar moeten ze zijn voor onderdelen, reparaties en apk-keuringen, maar wat nog belangrijker is: voor kennis van het karretje. Van Leeuwen: „Die is er zeker. Mijn zoon demonteert en monteert een motor bijna met zijn ogen dicht. Toch wordt het steeds moeilijker om goede mensen te krijgen, terwijl we ze hard nodig hebben. Mini’s zijn, hoe vervelend het ook is om te zeggen, slechte auto’s. Echt slecht.”
Een bewijs staat in de loods; een Cooper van net tien jaar oud. Een monteur schroeft de zijskirts op de spatborden los. Gaten ter grootte van een rijksdaalder zitten in het plaatwerk. „Dat wordt huilen als de eigenaar het ziet”, is het commentaar van de restaurateur. „Die man is écht zuinig op z’n auto, maar ja, dit is Mini.”
Wegligging
Het rijden in een Mini geeft een bijzonder gevoel. Het is daarom niet alleen het charmante uiterlijk dat de populariteit van het autootje verklaart, maar zeker ook het uitmuntende weggedrag. Zijn kartachtige besturing, de sportieve prestaties van de snellere Cooper en Cooper S en de grandioze wegligging bieden voldoende ingrediënten voor een leuk middagje sturen.
Mini doet blijkbaar iets met mensen. Maar wat precies? Volgens W. F. van Raaij, hoogleraar economische psychologie aan de Universiteit van Tilburg, ligt het met name aan het design in combinatie met de prijs. „Een leuk betaalbaar autootje doet het altijd goed. Maar ik heb werkelijk geen idee hoe Mini het heeft klaargespeeld om ruim veertig jaar lang praktisch hetzelfde model te verkopen. Het was voor die tijd wel een revolutionair en origineel ontwerp.”
Volgens Van Raaij past Mini naadloos in de retrotrend die is ingezet met de heruitgave van de Volkswagen Kever, de New Beetle. „Daarna kwam BMW met de Mini en Fiat met de 500. Het is nu wachten op een nieuwe versie van de Lelijke Eend.”
Door de jaren heen
1957: Ingenieur Alec Issigonis, werkzaam bij British Motor Corporation (BMC), krijgt opdracht om een kleine auto te ontwikkelen. Eisen: voor vier personen, met een motor van BMC en kleiner dan alle BMC modellen tot dan toe.
1958: Officiële goedkeuring voor productie.
1959: Austin en Morris, twee automerken die in 1952 BMC oprichtten, produceren onder eigen naam de Austin Seven en de Morris Mini Minor.
1960: John Cooper, tuningspecialist van BMC motoren, bouwt een snelle versie van Mini; de Cooper.
1962: Mini krijgt steeds meer bekendheid. Daarom doopt Austin zijn auto om tot Austin Mini.
1965: Slechts zes jaar na de introductie rolt de miljoenste Mini van de band.
1967: Tijd voor de merknaam Mini. Autobouwer Rover neemt het merk onder zijn hoede.
1969: Introductie van de verlengde Mini: de Clubman.
1969: Mini krijgt zijn eigen embleem.
1995: Het toonaangevende Britse autoblad Autocar roept Mini uit tot Auto van de Eeuw.
1996: De tijdschriften Classic Car en Autocar geven Mini de titel Nummer 1 Klassieke Auto aller Tijden”.
1997: Onthulling van het eerste prototype van de nieuwe Mini, gebouwd door BMW.
1998: Vermelding in het Guinness Book of Records als de meest succesvolle Britse auto aller tijden, met een totale productie van meer dan 5,3 miljoen exemplaren.
2000: Nummer 5.387.862, de allerlaatste oer-Mini, rolt van de productielijn in Birmingham.
2001: BMW introduceert de Mini One en de Mini Cooper.
2004: Komst van de Mini Cabrio.
2007: De verlengde Mini is terug. BMW introduceert de Clubman.
2009: In augustus bestaat het merk vijftig jaar.
Dit is een eerste deel van een tweeluik over Mini. Dinsdag in Spectrum: de techniek.