Gekunstelde kunstgreep
De Nederlandse Museumvereniging organiseert elk voorjaar het Museumweekend. Dit jaar voor de 28e keer. De meeste musea, meer dan 500, doen mee. Zaterdag 4 april en zondag 5 is de toegang tot de musea gratis, of krijgen bezoekers op z’n minst een flinke korting op de entreeprijs.
Met het Museumweekend wil de vereniging bezoekers aantrekken die normaal gesproken niet zo gemakkelijk over de drempel van een museum komen. In de praktijk blijkt nog steeds een beperkt deel van de Nederlandse bevolking geïnteresseerd te zijn in kunst en cultuur. Hoewel veel instellingen hun best doen om de toegankelijkheid van het museum en de collectie te vergroten.Het is de vraag of gratis toegang daadwerkelijk de drempels slecht. Uit een recent onderzoek bleek dat ouders best bereid zijn voor hun kinderen entreegeld te betalen voor het museum. Kennelijk zit het probleem van laag museumbezoek dan ook niet in de entreeprijzen.
Het grote aantal bezoekers tijdens het Museumweekend zal meer te maken hebben met de publiciteit, zoals ook tijdens de Landelijke Fietsdag mensen ineens die dag hun fiets oppoetsen en op de pedalen gaan.
Het Museumweekend strekt zich uit over de zaterdag en de zondag. Dat is jammer, want zondagopenstelling, ook van musea, blijft te betreuren. Hoewel het bezoeken van een museum zeker geen arbeid is –eerder ontspanning– vraagt het vierde gebod een andere invulling van die dag. Het gebod is gegeven ook tot ons aller welzijn, handhaving van Gods dag moet ons veel waard zijn. En het geldt tenslotte niet alleen de bezoeker, maar ook museumpersoneel.
Aan het Museumweekend is jaarlijks een thema gekoppeld. Afgelopen jaren cirkelde dat om ”De kunst van...” De kunst van het vertellen, De kunst van het genieten, De kunst van het verzamelen, De kunst van het genieten en De kunst van het weten. Dit jaar is gekozen voor het thema ”Verleiden. Laat je verleiden door een museumstuk”. De musea weten niet goed raad met het thema en veel verder dan een woordspeling komt het niet: „Laat u verleiden ons museum te bezoeken.” En dat is het dan. Het is natuurlijk de vraag of we er rouwig om moeten zijn dat het thema moeilijk handen en voeten te geven is. Het kan immers gemakkelijk een verkeerde kant opgaan, in de richting van het sensuele of zelfs erotische.
Sommige musea hebben wat schilderijen uit het depot gehaald waarop de verleiding is afgebeeld; maar het komt niet verder dan een gekunstelde kunstgreep. Het Nederlands Vestingmuseum bijvoorbeeld noemt het uniform dé verleider bij uitstek van het leger en nodigt de bezoekers uit zich in een uniform te laten portretteren. Dit museum probeert het thema in te vullen, maar overtuigend is het niet.
De meeste musea hebben hun vaste collecties. En wisseltentoonstellingen worden lang tevoren gepland en duren langere tijd. Het is nauwelijks de moeite waard voor een museum om voor twee dagen speciale thema-exposities in te richten. Het is dus de vraag hoe zinvol het is dergelijke thema’s te bedenken. Het is te hopen dat de Museumvereniging volgend jaar die verleiding weerstaat.