Kidnappers Darfur eisen losgeld
De ontvoerders van drie buitenlandse hulpverleners in de Sudanese regio Darfur eisen losgeld. Onderhandelingen daarover zijn gaande, meldde de gouverneur van de provincie Noord–Darfur donderdag.
Gouverneur Osman Kebir zou telefonisch met de kidnappers en de hulpverleners van Artsen zonder Grenzen (AzG) hebben gesproken. Kebir zei dat de de drie mogelijk snel vrijkomen.In de Sudanese regio Darfur zijn drie buitenlandse medewerkers van de Belgische afdeling van Artsen zonder Grenzen door gewapende mannen ontvoerd. Ook twee Sudanese bewakers werden meegenomen, maar zij werden later weer vrijgelaten. Dat hebben vertegenwoordigers van Artsen zonder Grenzen en de Verenigde Naties gezegd.
De ontvoerden zijn een Canadese verpleegster, een Italiaanse arts en een Franse coördinator, zei een woordvoerster van AzG in Kenia. Voor zover bekend zijn zij de eerste westerlingen die in Darfur zijn ontvoerd.
De drie werden woensdagavond door gewapende mannen uit hun kantoor gehaald in Saraf Umra, tweehonderd kilometer ten westen van Al–Fasher in het noorden van Darfur. Het gebied is in handen van het regeringsleger, maar in de buurt bevinden zich enkele rebellenbases, zei een VN-medewerker in Khartoem.
AzG trekt zich vrijwel geheel uit de Sudanese crisisregio Darfur terug. Hulpverleners zullen het gebied verlaten, kondigde de internationale hulporganisatie aan. Van AzG blijft alleen een team achter dat zich met het lot van de gekidnapten zal bezighouden.
Een week geleden gaf de Sudanese president Omar al–Bashir dertien buitenlandse hulpverleningsorganisaties, waaronder de Nederlandse en Franse afdeling van AzG, opdracht het land te verlaten. dit naar aanleiding van een uitleveringsbevel dat het Internationale Strafhof in Den Haag tegen hem had uitgevaardigd. De Belgische, Zwitserse en Spaanse afdelingen van AzG werden niet genoemd en bleven achter. Maar na de ontvoering liet AzG België weten dat alledrie hebben besloten hun medewerkers uit Darfur naar Khartoem terug te trekken. Alleen de mensen die betrokken zijn bij pogingen de gijzelaars vrij te krijgen blijven in Darfur achter, zei directeur Christopher Stokes in Brussel.
De dertien groepen die door Al–Bashir werden uitgewezen moesten Sudan uiterlijk 5 maart verlaten. Volgens Sudan werkten zij samen met het Internationale Strafhof. De Sudanese autoriteiten hebben gezegd dat woede over het aanhoudingsbevel aanvallen op buitenlanders kan uitlokken, maar dat zij hun best zullen doen dat te voorkomen.
AzG België zei op zijn website dat de families van de ontvoerden zijn ingelicht. De groep zei zich ernstige zorgen te maken over de veiligheid van de drie en er alles aan te doen om hen ongedeerd terug te krijgen. Over een losgeldeis is niets vernomen en het is onbekend wie er achter de ontvoering zit, zei Sergio Cecchini van AzG in Rome. De Sudanese bewakers die werden vrijgelaten en door de politie ondervraagd kunnen daar volgens de Sudanese autoriteiten ook geen licht op werpen.
Hulpverleners en hulpkonvooien in Darfur worden geregeld aangevallen door gewapende bandieten, afkomstig uit de vele strijdgroepen die in Darfur actief zijn. Meestal worden de hulpverleners na diefstal van hun spullen vrijgelaten, maar soms worden zij gedood. In februari werden twee Sudanezen die voor een Franse organisatie werkten, door bandieten gedood. In 2006 werd een Sudanese medewerker van het Britse Oxfam ontvoerd in hetzelfde gebied waar woensdag de AzG–medewerkers werden gekidnapt. Hij werd twee maanden vastgehouden en Oxfam besloot zijn plaatselijke vestiging op te doeken. Kort na zijn vrijlating kwam de Soedanese medewerker om toen hij bij een poging naar Saraf Omra terug te keren in gevechten verzeild raakte.
Om het toenemend gevaar van overvallen op de weg te ontlopen maken veel hulpverleners tegenwoordig gebruik van helikopters.