Herv. Delft / Kerkblad v.h. Noorden
Er bestaat een bepaalde beeldspraak tussen muziek en stilte, tussen lofzang en geluid. In de meditatie in het Kerkblad voor Hervormd Delft gaat G. J. van Ginkel daar nader op in.

Hoeveel kost een kind? Daarover schrijft de commentator van het christelijke gereformeerde Kerkblad voor het Noorden, onder het kopje ”€ 100.000”.„De ingrediënten van muziek en van lofzang zijn geluid en stilte. Sommige musici zeggen zelfs, dat de muziek al in de stilte aanwezig is. Hoe dat ook zij, geluid zonder stilte is alleen maar chaotische klank. En stilte zonder geluid is alleen maar oorverdovend. Toch kun je muziek niet uiteenrafelen in geluid en stilte. Ook kun je het geluid niet onderscheiden van de muziek zelf. Geluid is niet altijd muziek. Maar muziek zonder geluid, nee, dat gaat niet.
Stel, we beschouwen het leven als een muziekstuk. Je zou dan kunnen zeggen dat God van dat muziekstuk het geluid is. Zonder geluid immers geen muziek. Onze opdracht is om van dit geluid een stuk muziek te maken. Om dat te kunnen, moeten we allereerst en vooral luisteren. Een muzikant die niet luistert, maakt muziek die niet om aan te horen is. Het is muziek die niet tot leven komt.
Wanneer we muziek maken, moeten we luisteren naar geluid, maar ook naar de stilte. Die stilte, waarin de muziek al aanwezig is, die is misschien wel God bij uitstek.
De muziek van ons leven kan droevig zijn of swingen of allebei tegelijk, maar de grondslag ervan is Geluid. Geluid en stilte. De grondslag ervan is God.
Als het muziekstuk op een doorluchtige dag een lofzang is, stel ik mij voor dat het Geluid uitstijgt boven de muziek en er op plaatsneemt om zich in alle glorie te tonen. Te tronen. Het geluid wordt gedragen door een verwonderde lofzang.
Maar ook als onze levensmuziek geen lofzang is, klinkt het Geluid. Ook dan is God er de grondslag van. En zelfs als ons muziekstuk ophoudt, blijft er het Geluid.”
Kerkblad v/h Noorden
„Ik kwam tot de imponerende ontdekking dat ik € 100.000,- kwijt ben. Erger nog, dat niet één keer, maar wel zes (!) keer. En het domste: ik heb het niet in de gaten gehad. Maar nu wil ik u en mezelf niet langer voor de gek houden. Dat heb ik namelijk gedaan. Mezelf en mijn vrouw voor de gek gehouden. (...)
Reken maar na: De kosten van een kind tot de zindelijkheid € 1500,-. Gelukkig gebruikten we geen pampers, maar katoenen luiers, maar toch. Overigens, inrichting kinderkamer, kinderwagen, kinderkleertjes heb ik dan nog niet meegerekend. Reken maar dat dat in de papieren loopt. Al konden ze links en rechts ook in tweedehandsjes worden rondgereden. En wat ze door de jaren heen al niet opaten aan brood, yoghurt en vooral natuurlijk lekkere toetjes en chips... bakken vol.
Ik wist het niet, maar las het ergens: De kosten van een jaar eten voor de jongens van 13 tot 18 jaar: € 1825,-. Kom je bij de kosten van hun kleding, dan schrik je helemaal. Een kind van 12 jaar verslijt (voor zover het oude al versleten is) minimaal € 500,- per jaar. Natuurlijk doen ze aan sport of hebben ze een hobby en mogen ze naar muziek: € 1000,- per jaar. Kennelijk zijn pa en moe mismaakt geboren, want ze moesten allemaal naar de orthodontist om de tandjes keurig op rij te trekken: € 1000,- per jaar. Reken daar de schoolkosten per jaar nog eens bij à raison van € 680,-. Daarna kun je ook nog eens vrolijk en trots opdraven –want naast het kennelijk mismaakte gebit hebben ze ook het verstand van hun ouders– voor ouderbijdragen wanneer ze op hogescholen en universiteiten zitten en het heeft geen einde.
€ 100.000,- vergokt?
€ 100.000 verkeerd belegd? € 100.000,- gespaard?
Nee, zo rekent Elsevier mij voor: elk kind kost u tot zijn 18e jaar € 100.000,-! We hebben zes kinderen. Zeker, we trekken wat kinderbijslag, wat kinderaftrek en hier en daar een vergoedinkje... Maar al met al € 100.000,- x 6 kwijt! Ik heb het niet geweten en ik wil het ook niet weten. Want mijn vrouw en kinderen zijn me meer dan goud waard.”