Opinie

Volkenrecht niet belangrijkste in Israël

Palestijnen hebben recht op een eigen staat, zo stelde dr. ir. J. van der Graaf vorige week op een SGP-avond over Israël. Alleen zo is er zicht op vrede, legde hij dinsdag in een opinieartikel verder uit. Ds. J. de Vreugd is het niet met hem eens. Israël valt niet in de eerste plaats onder het volkenrecht, maar onder Gods recht. Dat brengt een heel andere benadering –gegrond op de vele bijbelse profetieën– met zich mee.

8 December 2001 10:29Gewijzigd op 13 November 2020 23:18Leestijd 7 minuten

Op een forumavond in Gouda heeft dr. ir. J. van der Graaf de knuppel in het hoenderhok gegooid door te pleiten voor de vestiging van een Palestijnse staat. In een artikel in deze krant, dat inmiddels ook in ”de Waarheidsvriend” verschenen is –is het dus ook de visie van de Gereformeerde Bond?– heeft hij zijn standpunt nader uiteengezet.

Hoewel het naar mijn weten voor het eerst is dat hij zich zo uitdrukkelijk in deze zin heeft uitgesproken, komt de uitspraak toch ook weer niet helemaal uit de lucht vallen. Telkens heeft Van der Graaf namelijk onderstreept dat een oplossing van het conflict in volkenrechtelijk opzicht moet worden gezocht. Deze uitspraak is daarvan de consequentie. Ik kom daar straks nog op terug.

Een opmerking vooraf: Ik sluit me aan bij de in de media en de publieke opinie gangbaar geworden termen Palestina en Palestijnen, hoewel ik grote moeite heb met deze historisch onjuiste en suggestieve aanduidingen.

Niet consequent
Ik bespeur in het artikel twee lijnen van argumentatie, die door elkaar heen lopen. Er is de lijn van de volkenrechtelijke, pragmatisch-politieke, humanitaire argumenten, en er is de lijn van de geestelijke, aan de bijbel ontleende, zeg maar theologische argumenten. In beide lijnen is Van der Graaf naar mijn mening niet consequent.

Nu is er ook een grote spanning tussen die twee lijnen, die ieder zal herkennen die vanuit een bijbelse geloofsvisie naar de situatie kijkt. De altijd aanwezige spanning tussen principiële geloofsovertuigingen en de politieke werkelijkheid wordt als het om Israël gaat nog verduizendvoudigd.

De argumenten in de eerste lijn leiden tot de conclusie: Zoals de Joden weer een staatkundige ordening kregen langs de politieke weg, zo zal dat ook aan het Palestijnse volk dienen te geschieden.

Een tweestatenoplossing is de beste oplossing. Hoewel de Arabische wereld die in 1948 heeft afgewezen, lijkt men nu in meerderheid zover te zijn Israël als een realiteit te accepteren. Het politieke bewustzijn van het Palestijnse volk is intussen ook zo ver ontwikkeld dat het met minder dan een eigen staat geen genoegen neemt. Dat betekent dus dat ook alle resoluties van de Verenigde Naties nu geïmplementeerd moeten worden. Israël trekt zich terug uit de bezette gebieden, de nederzettingenpolitiek moet worden stopgezet, en er kan gewerkt gaan worden aan een nieuw en hopelijk vreedzaam samenleven tussen Israël en Palestina. Dat is zo ongeveer de ’politiek correcte’ opvatting van de media en de publieke opinie vandaag.

Van der Graaf lijkt zich daarbij aan te sluiten. Maar op één punt is hij inconsequent: Jeruzalem moet hierbuiten blijven. Ik vind dat overigens een gelukkige inconsequentie, en ik ben blij dat Van der Graaf spreekt over Jeruzalem als ondeelbare hoofdstad van de staat Israël. Maar ik zie niet in hoe je dat waar kunt maken als je redeneert vanuit volkenrechtelijke en pragmatisch-politieke standpunten. Als je op basis van de resoluties van de VN vindt dat Israël zich terug moet trekken uit de bezette gebieden, is er geen zinnig argument te bedenken waarom je dan bij de poorten van Jeruzalem stil moet houden. Het is duidelijk dat de wereldopinie de Palestijnse ambitie steunt: de Palestijnse staat moet Oost-Jeruzalem als hoofdstad hebben.

Hoe levensvatbaar zo’n ministaatje zal zijn is natuurlijk zeer de vraag. Nog indringender is de vraag hoe groot de bedreiging van deze Palestijnse staat voor Israël zal zijn. Ik probeer het me maar heel simpel voor te stellen: hoe zou Nederland reageren op een in potentie vijandig staatje in het Gooi, met de kanonnen gericht op Amsterdam en de Randstad?

Toevlucht
Dan is er de tweede lijn van argumenten. Ik constateer met dankbaarheid dat Van der Graaf diep overtuigd is van de actuele betekenis van de landbelofte. „Met de terugkeer van de Joden naar het land van de vaderen ging de landbelofte van Genesis 17 vers 8 weer in vervulling”; „de Joden hebben een historisch recht op het land, dat teruggaat op een bijbels recht.” Hij wijdt nog enkele zinnen aan de grenzen van het beloofde land, waar ik nu niet op in kan gaan gezien de beperkte ruimte. Alleen dit: blijkbaar betekent beloofd land nog geen beloofde grenzen.

Ik ken Van der Graaf goed genoeg om te weten dat hij het voor honderd procent meent als hij spreekt over de vervulling van Gods beloften in de concrete situatie. Alleen, hij schrikt blijkbaar voor de consequenties terug om bijvoorbeeld ook de ’bezette’ gebieden als ’beloofd’ land te beschouwen. En hij neemt zijn toevlucht tot correcte pragmatisch-politieke standpunten om enigszins uit het dilemma te komen. De gebieden heten dan een politiek aanvechtbaar bezit. Intussen zet hij andere standpunten in de verdachte hoek door het gebruik van de termen „Groot-Israël” en „ideologisch”, die immers over het algemeen negatief ingekleurd worden.

Maar is het dan niet waar dat de Heere heel het land aan Israël beloofd heeft en ook heel het land teruggeeft? En is het dan niet waar dat samen met Jeruzalem (waarvoor Van der Graaf, zoals we al zagen, zijn gelukkig inconsequente uitzondering maakte) de omstreden gebieden Judea en Samaria het hart vormen van het beloofde land?

Opgetogen zingen de profeten van de heuvels van Samaria die weer van wijn zullen druipen en de steden en de dorpen van Juda waar de stem van de bruid en van de bruidegom weerklinkt. De beloften van wederkeer en herstel gelden nu juist die gebieden, met Jeruzalem in het midden. En wat mij altijd weer treft, is het woord van Joël, die –evenals trouwens heel de Schrift– benadrukt dat het land van God is, en de volkeren waarschuwt dat ze wel moeten weten wat ze doen als ze „Mijn land” onder zich verdelen. In het gericht over de volkeren zal het daarover zelfs gaan!

Is het niet op zijn minst opvallend dat telkens weer wanneer de verdeling van het land concreet dreigde te worden, het hele proces stokte? Zoals het trouwens ook opvallend is dat Israël in de verdediging van het naakte bestaan tegen aanvalsoorlogen van de kant van de Arabische vijand, geen gebied verloor, maar telkens gebied won.

Gods recht
En de Palestijnen dan? Het recht van de Palestijnen? „Israël hééft niet alleen rechten, maar zal ook recht dóén”, benadrukt Van der Graaf. Voor honderd procent mee eens! Alleen, voor Van der Graaf betekent dat recht in de zin van volkenrecht, zo begrijp ik.

Ik denk hier in een andere richting. Juist omdat het om het land van God gaat, krijgt ook „recht van God” een heel sprekende betekenis.

Het is opvallend, hoe bezorgd de Heere in het Oude Testament is om het recht van weduwen, wezen, vreemdelingen, armen. „’t Is de Heer, die het recht der armen, der verdrukten gelden doet!” De rechten van minderheden zijn bij Hem in goede en betrouwbare handen, beter gewaarborgd dan onder welk rechtssysteem ook. En het zijn de profeten die de overheden telkens weer oproepen dit recht te handhaven.

Vanuit Tenach bezien is de positie van de Palestijnen die van de „gerim”, de „vreemdelingen in ons midden.” De rechten van de vreemdelingen zijn gewaarborgd, tot en met grondbezit toe. Van hieruit kunnen lijnen worden getrokken naar de huidige situatie. Concreet zou dat voor mij uitkomen bij iets wat bijvoorbeeld Begin al voor ogen stond: een vorm van autonomie voor de Palestijnen, waarin hun politieke rechten gewaarborgd zijn. Maar zeker geen staat Palestina, die ter wille van de Arabische ambities dan ook nog eens ’Judenrein’ zou moeten zijn. Voor wie de Bijbel kent, is het te dwaas voor woorden dat in Judea en Samaria zich geen Joden zouden mogen vestigen.

Ten slotte. Met één zin ben ik het in elk geval helemaal eens, de slotzin: De Messiaanse vrede komt over Israël en over alle volkeren. Dat zal naar mijn diepe overtuiging ook de echte en de blijvende oplossing zijn.

De auteur is voorzitter van ”Christenen voor Israël”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer