Opinie

Ook daadkracht nodig tegen natuurcrisis

Zou iedere wereldburger leven als de gemiddelde Nederlander, dan hebben we twee aardbollen nodig. Om die natuurcrisis aan te pakken en écht werk te maken van een duurzame samenleving moet de overheid niet alles aan de markt laten, betoogt Johan van de Gronden.

31 October 2008 20:59Gewijzigd op 14 November 2020 06:39Leestijd 3 minuten
„Een uitgestorven gorilla krijg je nooit meer terug. Zelfs niet met een financiële injectie van 20 miljard.” Foto EPA
„Een uitgestorven gorilla krijg je nooit meer terug. Zelfs niet met een financiële injectie van 20 miljard.” Foto EPA

Het tweede leven van Wouter Bos wordt het al genoemd. Voor en na de kredietcrisis. Een herrijzenis van een politicus die in één keer uitblinkt in ondernemerschap en daadkracht. Hoewel de kredietcrisis nog leidt tot veel hoofdbrekens, is er ook sprake van opluchting: gelukkig neemt de regering de touwtjes weer in handen.Die daadkracht is echter niet alleen nodig om het bankwezen weer in orde te krijgen. Woensdag publiceerde het Wereld Natuur Fonds het ”Living Planet Report 2008”. Voor het eerst met een Nederlandse editie. Het rapport geeft inzicht in de gezondheidstoestand van de aarde. En daarmee is het slecht gesteld.

De natuur verschraalt. De soortenrijkdom wereldwijd is in één generatie met gemiddeld 30 procent gedaald. We gebruiken de natuurlijke hulpbronnen, zoals hout, schoon drinkwater, vis, sneller dan de aarde ze kan reproduceren. Zou iedere wereldburger leven als de gemiddelde Nederlander, dan hebben we twee aardbollen nodig.

Wij kunnen niet in onze eigen behoeften voorzien. Nederland legt als klein land een groot beslag op de natuurlijke reserves elders. De verantwoordelijkheid om zorgvuldig om te gaan met de natuur reikt dus veel verder dan onze eigen landsgrenzen. Dit erkent de Nederlandse overheid ook. We hebben ons verbonden aan de Milllenniumdoelen, diverse biodiversiteitsverdragen en een groen regeerakkoord met hoge duurzaamheidsambties. Op papier.

Met papieren ambitie alleen behoud je echter geen natuur. De praktijk wijst dat uit. Zo heeft de Nederlandse regering sinds begin jaren ’90 het voornemen om al het hout uit goed beheerde bossen te betrekken. Ruim vijftien jaar later, anno 2008, komt circa 20 procent van het hout op de Nederlandse markt uit goed beheerde bossen en is voorzien van het FSC-keurmerk.

Gorilla
De overheid zou na ruim vijftien jaar moeten durven concluderen dat de overige 80 procent van het beschikbare hout niet door zelfregulering verduurzaamt. Inderdaad is het aandeel FSC-hout gerealiseerd door vooruitstrevende bedrijven en consumenten. Maar deze voorlopers moeten nog altijd concurreren met partijen die voor een goedkopere, niet-duurzame weg kiezen. Het is een illusie dat de totale markt verantwoorde keuzes maakt zonder dat hij daartoe wordt verplicht. De weg van consensus en vrijwilligheid kent zijn beperkingen.

Ambities genoeg. Maar wil de overheid écht werk maken van een duurzame samenleving moet ze niet alles aan de markt laten. De regering moet zelf achter het stuur plaatsnemen en de regierol op zich nemen. Juist die rol raakt aan de kern van wat de samenleving van een overheid mag verwachten. Het goede stimuleren en reguleren van zaken voor het algemene belang.

De daadkracht die minister Bos de afgelopen periode tentoonspreidde, is ook hard nodig om de natuurcrisis te bezweren. Het oplappen van het bankwezen is relatief eenvoudig. Want een eenmaal gekapt oerbos of een uitgestorven gorilla krijgt je nooit meer terug. Zelfs niet met een financiële injectie van 20 miljard.

De auteur is directeur van het Wereld Natuur Fonds.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer