Hij vindt dat de homowereld is verworden van een elitaire subcultuur tot een onderdeel van het ordinaire volk. Homo’s worden door iedereen geknuffeld, in het bijzonder door politici.Homo’s zijn oververtegenwoordigd op de buis en in de entertainmentwereld. „Eigenlijk is homoseksualiteit, of althans het narcistische ruggenmerg ervan, bij uitstek geknipt voor tv.” Komrij vindt het geen wonder dat het scherm zwart ging zien van de homoseksuelen.

Komrij, zelf homoseksueel, gruwt ervan. „Ik wil niet vertegenwoordigd worden door een zingende zak met lachgas.” Daarbij noemt hij onder meer artiesten als Gordon, Gerard Joling en Paul de Leeuw. Ook wil hij „niet geknuffeld worden door een politicus met wie ik niets heb.” In dit verband noemt hij onder meer Trots op NL-politica Rita Verdonk en „nepsocialist” Plasterk, die meevoer met de Gay Parade en regelmatig opkomt voor de rechten van homoseksuelen.