Olympische Spelen
De show is gestart. Vrijdag. Met een enorme manifestatie en een magistraal vuurwerk zijn de Olympische Spelen 2008 in Peking geopend.
Kroonprins Willem-Alexander was erbij. Premier Balkenende ook. En nog veel meer mannen en vrouw van naam en statuur. Zij maakten de reis, ondanks kritische vragen over de schending van mensenrechten in het gastland.Dat de situatie in China op dat punt belabberd is, willen de meeste politici in ons land niet ontkennen. Dat kunnen ze ook niet, want de feiten liegen er niet om. Door naar Peking te vliegen, hopen ze echter te voorkomen dat het gesprek over de mensenrechten stokt.
Het is de stellige overtuiging van veel bewindslieden en politici dat wanneer prins en premier zouden schitteren door afwezigheid, de Chinezen helemaal niet meer willen luisteren naar de kritiek vanuit Den Haag. Dat lijkt een plausibel verhaal te zijn.
De redenering deugt echter niet. China houdt zich al jaren doof voor protesten vanuit het Westen. Het duldt geen inmenging in binnenlandse aangelegenheden.
De argumentatie die de Nederlandse regering nu gebruikt, werd ook al ingebracht toen jaren geleden de spelen van 2008 aan het land werden toegewezen. Door de sportmanifestatie in China te houden, zouden minderheden het beter krijgen. Bovendien beloofden de leiders in Peking plechtig de mensenrechtensituatie aanzienlijk te verbeteren.
Even leek er een keer ten goede te komen. Maar dat was op zijn hoogst cosmetisch. Deze week erkende zelfs minister Verhagen van Buitenlandse Zaken dat de situatie de achterliggende tijd juist slechter is geworden. Dissidenten en christenen lijden meer onder druk van de overheid. Grote groepen mensen die volgens de autoriteiten het glanzende visitekaartje van China kunnen bevuilen, zijn gedwongen te verhuizen van de steden naar het platteland. In rond taalgebruik heet dat deportatie.
Godsdienstige activiteiten die in de achterliggende jaren werden getolereerd, zijn nu verboden. Verschillende kerkleiders zijn geïntimideerd en gearresteerd. Zelfs protesten van buitenlandse politici helpen niet.
Sprekend voorbeeld is de arrestatie van de huiskerkleider Zhang Mingxuan. Ondanks het feit dat Europarlementariër Belder in juni voor hem in de bres is gesprongen, werd hij deze week opnieuw opgepakt. Daarin verschillen de Chinezen van de Russen. In de Sovjettijd leidden westerse protesten tegen verdrukking van christenen en dissidenten bijna altijd tot verlichting van de druk. Kritiek laat de Chinezen echter koud.
Het is daarom een fabeltje te geloven dat aanwezigheid bij de Olympische Spelen van regeringsleiders de dialoog over de mensenrechten stimuleert en dat daardoor de repressie afneemt. Peking houdt zich als doof. In zo’n situatie is er in politiek opzicht nog maar één middel: negeren. Het is daarom onbegrijpelijk dat premier Balkenende naar China is afgereisd, terwijl de regering toegeeft dat de situatie van andersdenkenden er bepaald niet op is vooruitgegaan en de Kamer dat accepteert. Maar de show moet doorgaan en mag niet worden verstoord door het klagen over verdrukking.