Niet normaal
Wetgeving ontwikkelt zich soms in verkeerde, soms in goede richting. En soms in beide richtingen tegelijk. In Nederland is dat laatste zichtbaar in de zedelijkheidswetgeving.
Als het gaat om pedofilie en het aantasten van de seksuele integriteit van medemensen, is de wetgeving de laatste decennia terecht strenger geworden. Het klimaat van de jaren zestig en zeventig van de vorige eeuw, dat in het contact tussen volwassenen en kinderen veel toeliet, ligt gelukkig achter ons. Het bezit van kinderporno, dat jarenlang vrij was, is strafbaar gesteld. Met name SGP-Kamerlid Van der Staaij zet zich sinds jaar en dag in voor effectieve wetgeving op dit gebied.Een ander voorbeeld van een ontwikkeling in goede richting is de Verklaring Omtrent Gedrag (VOG) die in bepaalde beroepsgroepen steeds meer gangbaar wordt. Zo wil minister Klink zo’n VOG verplicht stellen voor een aantal medische beroepen. Daardoor kan iemand die een zedendelict heeft gepleegd niet zo gemakkelijk meer aan de slag in een beroep dat voor hem te veel verleidingen bevat en waarin de kans op herhaling groot is.
Positief te waarderen valt ten slotte ook de initiatiefwet van PvdA-Kamerlid Waalkens om seks met dieren te verbieden, een wetsvoorstel dat hij deze week in de Tweede Kamer verdedigde. Als het waar is -het zijn geen wetenschappelijke cijfers, maar een aanname- dat 65 procent van de dierenporno afkomstig is uit Nederland, is dat een zaak waarvoor we ons diep moeten schamen. Het is dan zeer op zijn plaats als de Nederlandse politiek pogingen onderneemt deze schandelijke praktijken in te dammen. Dierenporno is niet normaal. En Nederland wil in de wereld toch niet bekendstaan als de belangrijkste producent hiervan?
Toch is hier tevens iets merkwaardigs aan de hand. Want waar we dieren beter gaan beschermen tegen ongewenst gedrag van perverse mensen, staan we in onze prostitutiewetgeving toe dat mensen door medemensen vernederd en misbruikt worden.
Nee, formeel doen we dat niet. Het is de intentie van de wetgever om enerzijds prostitutie door dwang (het ronselen van buitenlandse prostituees, loverboys, et cetera) tegen te gaan, anderzijds vrijwillige prostitutie te faciliteren en te reguleren.
Maar dat laatste is nu juist het probleem. De door de paarse kabinetten tot stand gebrachte legalisering van prostitutie wordt niet ongedaan gemaakt. De gedachte dat het verkopen van je lichaam een normaal beroep is, wordt niet losgelaten. Daardoor houdt het bestrijden van misstanden in deze branche voortdurend iets halfslachtigs.
Dat is bijzonder jammer. Vooral omdat er voldoende argumenten zijn om ook ’gewone’ prostitutie onder het strafrecht te brengen of te laten. Dat raamprostitutie vaak zeer verweven is met het criminele circuit, is zo’n argument. Dat maar weinig prostituees werkelijk vrijwillig hun ’beroep’ uitoefenen is een tweede.
Daarom zouden maatschappij en politiek er goed aan doen de omslag in denken ten aanzien van kinderporno en dierenporno door te trekken naar de prostitutiewetgeving. Seks met dieren of kinderen is inderdaad niet normaal. Maar dat Amsterdam wereldwijd bekend staat om zijn ”red-light-district”, is evenmin normaal.