„Vaak zetelverlies bij wissel fractievoorzitter”
Het aantreden van een nieuwe fractievoorzitter verloopt vaak „niet van een leien dakje". Dat stelde Gerrit Voerman, de directeur van het Documentatiecentrum Nederlandse Politieke Partijen (DNPP), woensdagavond in het Radio 1–programma Met Het Oog Op Morgen. Volgens Voerman leert de historie dat partijen die plots van roerganger veranderen, kelderen in de peilingen.
„Het is logisch", legt Voerman uit. „De partij wendt zich middels een lijsttrekker tot de kiezer, die went aan het boegbeeld van een partij. Een partijprogramma is belangrijk, maar politiek wordt uiteindelijk door mensen gemaakt". Als voorbeeld noemde hij D66, die in 1998 afscheid nam van fractievoorzitter en medeoprichter Van Mierlo. „Die man wàs gewoon de partij, net als bij Marijnissen nu het geval is. Niemand kon het Els Borst euvel duiden dat zij het tij van de peilingen niet kon keren".Voerman is bang dat ook de SP hier last van krijgt na het aftreden van de grote roerganger. „Kant zal voortdurend worden vergeleken met Marijnissen. Het is ook onredelijk om van haar te verwachten dat zij in 2011 de partij weer 25 zetels gaat bezorgen. Dat dit in 2006 is gelukt, had grotendeels te maken met het charisma van Marijnissen".