Dat schrijft staatssecretaris Bussemaker van Volksgezondheid in een brief aan de Tweede Kamer.Aanleiding is het feit dat in 2007, het eerste jaar waarin een nieuwe meldingscommissie actief werd, geen meldingen van euthanasie bij pasgeborenen meer binnenkwamen. Tussen 1997 en 2004 ontving het OM gemiddeld drie meldingen per jaar.

Het achterwege blijven van nieuwe meldingen kan betekenen dat er sindsdien geen levens van pasgeboren baby’s actief zijn beëindigd. Als het echter betekent dat artsen wel euthanasie toepassen maar dat niet melden, is dat „een kwalijke zaak”, aldus de staatssecretaris.

Naar verwachting komen er voor de zomer meer onderzoeksgegevens beschikbaar over het melden. Vooruitlopend daarop kondigt Bussemaker alvast aan dat zij een bijeenkomst zal organiseren voor kinderartsen. De bedoeling is hen maximaal te informeren over de meldingsprocedure en de deskundigencommissie.

Bussemaker houdt het overigens voor mogelijk dat het invoeren van de 20 wekenecho voor alle zwangeren een oorzaak is voor het teruglopend aantal meldingen. Die echo brengt met zich mee dat bepaalde aandoeningen eerder worden ontdekt. Ouders kunnen dan besluiten tot afbreking van de zwangerschap.

In haar brief aan de Kamer geeft Bussemaker antwoord op een aantal vragen die Kamerleden haar tweeënhalve week geleden stelden in een overleg over haar medische-ethiekbrief. Dat overleg wordt over twee weken voortgezet.