In de Paleiskerk te Den Haag ondertekent minister Plasterk van Onderwijs, die verantwoordelijk is voor het homo-emancipatiebeleid, een overeenkomst met de wethouders van de vier grootste steden over dit thema, zo deelde de Rijksvoorlichtingsdienst dinsdag mee. Het is voor het eerst in de geschiedenis dat iemand van het Koninklijk Huis een bijeenkomst bijwoont die zo direct te maken heeft met acceptatie van homoseksualiteit.Prinses Máxima gaat naar de bijeenkomst, „omdat zij het belangrijk vindt dat alle groepen in de Nederlandse samenleving hetzelfde behandeld worden. Zoals dat ook in artikel 1 van de Grondwet staat. Het ministerie van OCW is verantwoordelijk voor de inhoud van de nota”, aldus een woordvoerder van de RVD.

De overeenkomst die minister Plasterk ondertekent heeft tot doel dat de vier grote steden in 2011 hebben bijgedragen aan het bespreekbaar maken van homoseksualiteit „onder jongeren en in kringen waar het nog een taboe is.”

De zogeheten koploperovereenkomst richt zich op samenwerken, ervaringen uitwisselen, gezamenlijk knelpunten oplossen, maar ook kennis bundelen en deze delen met andere gemeenten. Verder moet de overeenkomst bijdragen aan het vergroten van het veiligheidsgevoel van homoseksuelen en lesbiennes in hun naaste omgeving. Ook gaan de gemeenten discriminatie, intimidatie en geweld tegen homoseksuelen krachtig bestrijden.

De fracties van ChristenUnie en SGP reageren verschillend op de betrokkenheid van prinses Máxima. Volgens een woordvoerder van de ChristenUnie past dit bij de kabinetsdoelstelling om discriminatie en geweld tegen homo’s uit te bannen en „respect voor verschillen te vergoten.” Daarom heeft de fractie geen moeite met de aanwezigheid van Máxima. De woordvoerder benadrukt dat sociale acceptatie van homoseksualiteit niet hetzelfde is als acceptatie van alle uitlevingsvormen van homoseksualiteit, „net zo min als ieder heteroseksueel gedrag sociaal acceptabel is.’’

SGP-fractievoorzitter Van der Vlies spreekt van een „delicate kwestie.” Hij vindt dat de bijeenkomst geen „extra cachet” hoeft te krijgen door de aanwezigheid van een lid van het Koninklijk Huis. „Overigens zijn wij natuurlijk ook tegen geweld tegen homoseksuelen.”

De komst van prinses Máxima is overigens niet de eerste uiting van sympathie voor homo’s vanuit de koninklijke familie. In juni 2007 sloeg koningin Beatrix met vriendelijke woorden een uitnodiging af om 30 juni naar het homo-evenement Roze Zaterdag in Bergen op Zoom te komen. Zij schreef niet alleen dat zij was verhinderd, maar ook dat zij „het gedachtegoed waarvan Roze Zaterdag een expressie is een warm hart toedraagt”, zo citeerde burgemeester J. Polman uit de brief tijdens een kerkdienst op Roze Zaterdag in de Sint-Gertrudiskerk. Tevens wenste de koningin „de lokale kerken van Bergen op Zoom, het gemeentebestuur en alle andere betrokkenen een inspirerende kerkdienst en een feestelijke Roze Zaterdag toe.” De organisatoren van de Roze Zaterdag noemden de uitlatingen destijds historisch.

Geruchten dat koningin Beatrix tegen de invoering van het homohuwelijk zou zijn geweest, kwamen door haar brief aan de organisatoren van de Roze Zaterdag in Bergen op Zoom in een ander daglicht te staan. Vooral de algemeen secretaris van de Gereformeerde Bond, drs. P. J. Vergunst, liet zich destijds kritisch uit over de brief van de koningin.

Voor het COC Nederland is de aanwezigheid van Máxima tijdens een bijeenkomst die de sociale acceptatie van homoseksualiteit moet bevorderen „van historische betekenis.” „Daarmee gaat een langgekoesterde wens van de homobeweging in vervulling”, zegt voorzitter Van Dalen.