Nog geen Cubaanse lente
De Cubanen hebben zondag de zieke, 81-jarige leider Fidel Castro opnieuw voor de duur van vijf jaar in het parlement gekozen. Dat maakte de kiescommissie gisteren Nederlandse tijd bekend. Het 614 zetels tellende parlement zal volgende maand op 24 februari voor het eerst bijeenkomen. Dan kiezen de afgevaardigden uit hun midden de 31 leden tellende nieuwe staatsraad (regering) en besluiten dus ook of Castro de functie van raadsvoorzitter (president), die hij sinds jaar en dag bekleedt, behoudt.
De verkiezingen op het communistische eiland waren net als altijd een farce. Volgens de kiescommissie nam 96 procent van de ongeveer 8,6 miljoen kiesgerechtigden deel aan de stembusgang. Van de uitgebrachte stemmen waren er 8,2 miljoen geldig, was 3,73 procent niet ingevuld en 1,04 procent ongeldig.Van degenen die een geldig stembiljet afgaven volgde 91 procent de oproep van de Cubaanse leiding en stemde collectief op de 614 kandidaten van de Communistische Partij. Alleen in een dictatuur waarin oppositiepartijen verboden zijn, is zoiets mogelijk.
Dissidenten hadden van tevoren opgeroepen niet aan de stembusgang deel te nemen, stembiljetten niet in te vullen of ongeldig te stemmen, dat wil zeggen voorzien met slogans tegen de communistische eenheidspartij of de Cubaanse leiding. Dat slechts een gering aantal Cubanen gehoor gaf aan de oproep wil niet zeggen dat de meerderheid van de bevolking het eens is met de leiding. In een dictatuur kan angst ook een niet onbelangrijke rol spelen, waardoor burgers zich conformeren.
Echt spannend wordt het pas op 24 februari, als de staatsraad wordt gekozen. De grote vraag is of Castro zich opnieuw tot president zal laten kiezen. Castro, sinds de revolutie van 1959 de onbetwiste leider van Cuba, droeg zijn taken in juli 2006 over aan zijn vijf jaar jongere broer Raul, na een zware operatie waarvan hij nog steeds herstellende is. Officieel bleef Fidel echter voorzitter van de staatsraad.
Castro zelf is niet heel duidelijk over zijn plannen, maar heeft gezegd niet ten koste van alles aan de macht te zullen vasthouden. „Ik zie het als mijn natuurlijke plicht mij niet aan de macht te hechten of de carrière van jonge mensen in de weg te staan”, liet hij onlangs via de media weten. Deskundigen rekenen erop dat Castro aanstaande zondag formeel zijn aftreden zal bekendmaken. Zijn broer Raul kan dan ook de feitelijke staatschef worden.
Zal het met Cuba en de Cubanen beter gaan onder Raul, als Fidel inderdaad terugtreedt? De Cubanen zouden al blij zijn als het dagelijks leven hen minder zorgen zou baren. Onderwijs en gezondheidszorg zijn weliswaar gratis, maar de inkomens zijn amper voldoende om de maag te vullen. Raul schijnt zich het lot van de man in de straat meer aan te trekken dan zijn broeder Fidel, die meer bezig was met de wereldgeschiedenis.
De kerken, die niet meer zo onderdrukt worden als in de eerste jaren na de revolutie, wachten gelaten op de dingen die gaan komen. Voor hen is het, ook eventueel onder Raul, te vroeg om te spreken van een Cubaans voorjaar. Als Fidel plaatsmaakt voor zijn broer Raul kan men immers niet spreken van een generatiewisseling.