Buitenland

Groen licht voor Chinese nomaden

De bergen en woestijnen van China’s noordwestelijke provincie Xinjiang zijn van oudsher het domein van nomaden. Eeuwenlang is er in hun manier van leven weinig veranderd. Maar de afgelopen vijf jaar bracht het Silk Road Solar Project elektrisch licht en televisie in de hutten en tenten van tienduizenden Kazachse en Oejgoerse nomaden. De Nederlandse overheid verstrekte over een periode van vijf jaar 14 miljoen euro aan subsidie. Shell ontwikkelde in samenwerking met het Chinese partnerbedrijf Sun Oasis de draagbare zonne-energiesystemen.

Karen Meirik
14 December 2007 19:00Gewijzigd op 14 November 2020 05:22
Interieur van een winterwoning van een Chinees nomadengezin.
Interieur van een winterwoning van een Chinees nomadengezin.

In de winter is beige de overheersende kleur in de Hemelse Bergen. Vaalwitte schapen grazen op de dorre berghellingen. Een bruine jak loopt met boomstammen op zijn rug door een smalle stroom smeltwater. Het is rond het vriespunt en er waait een ijskoude wind door het dal. De enige bebouwing in de wijde omtrek is een houten blokhut, winddicht gemaakt met leem. Er is maar één ding dat er op wijst dat dit de eenentwintigste eeuw is. Op het met gras begroeide dak, schittert een knalblauw zonnepaneel.Onze terreinwagen stopt in de rivierbedding naast de hut. Ik ben op pad met Ramin Nadimi, de projectleider van het Shell Silk Road Solar Project, en met Achmed Kuerban, een van de onderhoudsmonteurs, die Shell ”auditors” noemt. Als hij de auto hoort stoppen, gooit een van de bewoners van de blokhut direct de voordeur open. „Salum Aleikum!” roept hij, en nodigt ons uit om binnen te komen.

Melkthee
Binnen is het warm en gezellig. Er hangen bonte tapijten aan de muren en we krijgen direct melkthee en snoepgoed voorgezet. „Dit gaat altijd zo als we de families bezoeken”, zegt Nadimi. Hij glimlacht breed als hij een grote slok melkthee naar binnen werkt. „Lekker!” zegt hij, en het klinkt oprecht, hoewel de meerderheid van de westerlingen doorgaans moeite heeft met deze naar oude kaas smakende drank. Maar Nadimi heeft dan ook twee jaar in deze contreien gewoond en onder zijn leiding kregen ruim 65.000 nomadenfamilies toegang tot elektriciteit.

„Dit is onze winterwoning”, zegt Machud Adilijiang. „In de zomer trekken we met de schapen mee de bergen in.” Waar deze blokhut al afgelegen ligt, geldt dat dubbel voor de joert, de nomadentent waarin de familie de rest van het jaar woont. Door deze nomadische manier van leven hadden de Adilijiangs nooit eerder elektriciteit.

Ondertussen neemt auditor Achmed Kuerban met Machud nog eens door hoe het systeem werkt en vraagt naar eventuele klachten. De zonnepanelen buiten zijn aangesloten op een blauw kastje dat in het huis staat. Daarin zitten twee stopcontacten en twee lampen. Overdag laadt het apparaat op, zodat ze ’s avonds enkele uren stroom hebben. Veel stroom is het niet, onvoldoende voor een koelkast of een wasmachine, maar voor deze familie is het genoeg. „Het heeft ons leven behoorlijk veranderd”, zegt Machud. Voordat ze drie jaar geleden zonnepanelen kregen, zaten ze ’s avonds bij kaarslicht of een olielampje. Radio of televisie was er niet. Machud pakt zijn tamboura van de muur, een tweesnarig instrument, om te laten horen hoe ze vaak met musiceren de avond doorbrachten. Het klinkt prachtig, en ik vraag bezorgd of hij nu met televisie en radio in huis nog steeds muziek maakt.

„Natuurlijk doen we dat”, zegt hij. „Het is alleen gemakkelijker geworden nu we lampen aan het plafond hebben. We hebben meer keuze. Mijn vrouw kan ’s avonds borduren doen, we kunnen samen naar de radio luisteren of televisiekijken.” Het gezin kijkt vooral graag naar tekenfilms.

Op een ezel
Het hele setje is ontworpen om gemakkelijk mee te kunnen nemen van de ene locatie naar de andere. De lampen passen in het kastje, en het geheel kan als het moet per ezel worden vervoerd. Machud vertelt dat hij 500 renminbi heeft betaald voor het hele systeem. Omgerekend is dat 50 euro, of liever gezegd: tweeënhalf schaap. Niet duur, vindt Machud. En hij heeft gelijk. Op de gewone markt kost een vergelijkbaar systeem zeker 300 euro. De lage prijs is voor een belangrijk deel te danken aan een Nederlandse ontwikkelingsbijdrage van 14 miljoen euro.

Ontwikkelingsgeld naar China? Was dat niet afgeschaft? „Nee, deze steun is verleend in het kader van het ORET-programma”, verduidelijkt Dirk Jan van den Berg, de Nederlandse ambassadeur in Peking. „De ORET-subsidie is gericht op milieu en op bevordering van de export. Zij is daarbij een stimulans om het bedrijfsleven aan ontwikkelingssamenwerking te laten bijdragen. Het zijn ook de bedrijven zélf die met de voorstellen komen.”

Van den Berg weerspreekt dat het zou gaan om verkapte subsidie aan Shell, omdat de ORET-subsidie duidelijk bedoeld is om de prijs van de goederen voor de eindgebruikers te drukken. In dit geval krijgen dus Xinjiangse nomaden een goedkoop systeem door de Nederlandse subsidie. Ook de Chinese partner, Sun Oasis, is daar blij mee, want die krijgt de technologie binnen. Nu het project is afgesloten, bouwt Sun Oasis al aan een eigen versie met ingebouwde radio. Het lijkt erop dat de Wereldbank een deel van de subsidiëring over gaat nemen.

Overigens subsidiëren ook de lokale overheden in Xinjiang de zonnepanelen. Waar de ORET-subsidie de verkoopprijs op 90 euro brengt, kunnen de nomaden intekenen op lokale programma’s waardoor de prijs nog lager wordt. Vandaar dat Machud Adilijiang 50 euro betaalde voor zijn paneel. En in een arm dorp ten noorden van zijn vallei betaalden de nomaden slechts 30 euro.

Kleine minderheid
De autonome regio Xinjiang wordt in Peking met argusogen gevolgd. Het is van oudsher een politiek gevoelige regio waarin dertig verschillende etnische minderheden door elkaar wonen. Veruit de grootste groep vormen de Oejgoeren, moslims uit Centraal-Azië die een aan het Turks verwante taal spreken. Ook de Kazachen en veel andere minderheden zijn moslim. Dat staat in scherp contrast met de Han-Chinezen. Zij hebben, net als bijvoorbeeld de Kazachen, een lange geschiedenis in de regio, maar vormden altijd een kleine minderheid. Sinds de oprichting van de Volksrepubliek in 1949 heeft Peking echter systematisch mensen naar Xinjiang gestuurd, en nu vormen de Han-Chinezen naast de Oejgoeren de grootste minderheid. De eerste Hanmigranten waren vooral soldaten en politieke gevangenen, maar momenteel zijn het migrantenarbeiders die in Xinjiang beter werk kunnen vinden. De Chinese overheid investeert veel in de regio onder de slogan ”Go west”. Met een economisch programma wordt er flink geïnvesteerd in de westelijke provincies, die in economisch opzicht sterk achterblijven bij het welvarende oosten. Maar de Oejgoeren zijn gefrustreerd, omdat ze zien dat de meeste banen naar de Han-Chinezen gaan.

Een van de dingen waar Nadimi dan ook erg trots op is, is de werkgelegenheid die gecreëerd is voor de Oejgoeren en Kazachen. „Wij hebben een heel divers team. Ik zeg altijd grappend dat ikzelf als Nederlander de kleinste minderheid ben. Verder hebben we twee Han-Chinezen in dienst, één lid van de Huiminderheid (Chinese moslims) en verder zestien Oejgoeren en dertien Kazachen.” Nadimi werkt bewust met deze minderheden, omdat zij de taal en de problemen van de klanten begrijpen. Auditors zoals Achmed zijn feitelijk technici die alle gebruikers bezoeken en ze helpen met het onderhoud.

Altaar
Als we verdergaan in de richting van het nomadendorp Erdaoshui valt op dat we overal even welkom zijn. In Erdaoshui heeft de dorpsleider een schaap laten aanrukken, dat in een grote pan op de houtkachel verdwijnt. Er komen kaas en brood op tafel, en opnieuw een rondje melkthee. Nadimi en Kuerban praten bij met de belangrijkste man van het dorp, Nuerban.

Ondertussen wandel ik wat rond tussen de kleine hutten. Een oudere vrouw veegt net het gras van het zonnepaneel op haar dak. Als ze me ziet. vraagt ze direct of ik binnen wil komen om haar zonnesysteem te bewonderen. Mevrouw Kusnuk heeft alle apparatuur met lappen afgedekt tegen het woestijnstof. In het zitgedeelte van het huis staat het systeem op een kabinetje als een soort altaar voor elektriciteit. Dat blijkt het ook te zijn. Voor Kusnuk is het witte peertje aan het plafond het mooiste onderdeel van het huis.

De nomaden in Erdaoshui zijn allemaal Kazachen, net als auditor Kuerban. Het is gemakkelijk vanwege de taal om een Kazachse technicus te hebben, zeggen ze. Maar ze zouden de zonnepanelen eventueel ook wel van een Han-Chinees kopen. Wat veel belangrijker blijkt te zijn, is dat de nomaden geloven in de steun van de overheid. Zo weten ze dat als hun apparaat stuk gaat, ze ergens kunnen aankloppen.

Ook de Nederlandse betrokkenen bij het Silk Road Solar Project zijn zeer te spreken over de medewerking van de overheid. „De Chinese autoriteiten zijn druk met dit gebied bezig”, zegt ambassadeur Van den Berg. „Dat kun je goed duiden, dat kun je slecht duiden. Onderdeel daarvan is ook dat men probeert een zekere welvaartsverbetering te brengen in deze regio. En dit project is ook onderdeel van een breder overheidsbeleid om mensen te bereiken die niet makkelijk aan te sluiten zijn op de bestaande infrastructuur.”

Bodemschatten
Voor Shell, dat in 2002 met het zonnepanelenproject begon, staat het project in Xinjiang niet op zichzelf. De oliegigant stopte geld in de ontwikkeling van de mobiele energiesystemen en droeg tijdens de vijf jaar dat het project liep het ondernemersrisico. De afdeling Shell Solar heeft vergelijkbare projecten in Indonesië, India, Sri Lanka en de Filipijnen.

Nadimi benadrukt dat zijn bedrijfstak helemaal losstaat van de rest van Shell. Maar het blijft een feit dat het moederbedrijf sterk geïnteresseerd is in Noordwest-China. Xinjiang is rijk aan bodemschatten. In de tijd dat het Silk Road Solar Project begon, tekende Shell ook voor medewerking aan de aanleg van een 4000 kilometer lange gaspijplijn vanuit het Tarimbekken in Xinjiang naar Sjanghai aan de oostkust. Of deze gaspijplijn winstgevend zal zijn, is de vraag. Maar de hoofdontwikkelaar, het staatsbedrijf PetroChina, liet weten dat alleen bedrijven die investeren in de pijplijn in de toekomst in aanmerking komen voor olieboringen.

Nadimi is niet bezig met bodemschatten en geopolitiek. „De gezichten van de mensen als we hen bezoeken, die dankbaarheid, dat zijn de mooiste momenten van het werk dat je hier mag doen”, zegt hij stralend. „Je ziet direct hoe het zonne-energiesysteem het leven van de mensen verbetert. Daarnaast heeft het natuurlijk bijgedragen aan de ontwikkeling van de markt voor zonne-energie in Xinjiang. We zien nu al dat allerlei lokale concurrenten met een systeem op de markt komen.” De laatste factor is voor Nadimi het milieu. „Voorheen gebruikten de mensen hier kaarsen en kerosinelampjes. Nu hebben ze groen licht.”


De autonome regio Xinjiang is ongeveer veertig keer zo groot als Nederland en binnen China de grootste provincie. Wereldwijd is Xinjiang de locatie die het verste van zee verwijderd is. De regio heeft een zeer droog landklimaat. In de zomer kan de temperatuur in sommige gebieden oplopen tot 50 graden Celsius, terwijl het in de winter tot 40 graden kan vriezen. Het grootste deel van de provincie bestaat uit zandwoestijn en woest berglandschap. Deze gebieden zijn dunbevolkt. De nomaden die hier leven zijn de primaire doelgroep van het zonne energieproject.

Xinjiang telt zo’n 20 miljoen inwoners. Van oudsher bestaat de meerderheid uit Oejgoeren, een Turkstalig nomadisch volk dat tussen de 10e en de 16e eeuw werd geïslamiseerd. Door een actief migratiebeleid sinds de communistische machtsovername is in de afgelopen decennia het aantal Han Chinezen snel toegenomen. Zij vormen een ruime meerderheid in de provinciehoofdstad Urumqi. Behalve Oejgoeren en Han Chinezen kent Xinjiang nog 45 andere etnische minderheden, waaronder Kazachen, Tadzjieken en Kirgiezen. De etnische en de religieuze tegenstellingen (de Oejgoeren en veel andere minderheden zijn moslims) maken Xinjiang een politiek gevoelige regio.

Sinds 11 september en de wereldwijde oorlog tegen het terrorisme pakt de Chinese overheid de Oejgoeren extra hard aan. Een deel van de Oejgoeren wil onafhankelijk worden van China, maar de meerderheid lijkt vooral te hopen op betere banen en gelijke behandeling.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer