Canadese voedingsindustrie biedt kansen
AMSTERDAM (ANP) - In de Canadese voedingsindustrie liggen kansen te over voor Nederlandse ondernemers. Van voedingsmiddelenproducenten tot makers van waardetoevoegende producten voor vlees en vis, de goede exportpositie en de lage kosten maken dat investeren in Canada snel vruchten afwerpt.
„Voor alles wat Nederlandse bedrijven hebben in termen van nieuwe producten, nieuwe processen en apparatuur, is Canada een ideale markt.” De uitspraak is van Rick Cooper, die vele jaren voor de Canadese overheid werkte als expert in de voedingsindustrie en de agrarische sector. Als voorbeeld noemt Cooper nieuwe verpakkingssystemen. Aangescherpte belastingtarieven moeten Canada als investeringsland nog aantrekkelijker maken voor buitenlandse investeerders.De Canadese overheid doet er alles aan om het land te profileren als toegangspoort naar de immense markt van de Verenigde Staten, en naar Azië. „Via Canada hebben ondernemers niet alleen toegang tot 30 miljoen Canadezen, maar door de vrijhandelsafspraken met Noord-Amerika en Mexico ligt een markt van nog eens 410 miljoen mensen binnen handbereik”, stelt de expert.
Cooper, die tegenwoordig werkt als onafhankelijk bedrijfsadviseur, somt de „best bewaarde geheimen” van het land zonder omhaal op. Het is niet alleen de bloeiende teerzandindustrie in de provincie Alberta die lonkt. De Canadese overheid maakte pas bekend de vennootschapsbelasting de komende jaren van de huidige 22,1 procent te verlagen naar 15 procent in 2012. Daarmee krijgt het land de laagste vennootschapsbelasting van de groep van grootste industrielanden G7, waartoe ook het Verenigd Koninkrijk, Frankrijk, Duitsland, Italië, Japan en de Verenigde Staten behoren. Het btw-tarief voor goederen en diensten gaat per 1 januari omlaag van 7 naar 5 procent.
Het qua mentaliteit meer Europese dan Amerikaanse Canada heeft van oudsher goede banden met Nederland. Ondernemingen als Nutreco, Unilever en dierfokkerij Hendrix Genetics verdienden reeds hun sporen op Canadese bodem. CSM maakt er bakkerijproducten, Campina produceert er zuivelproducten en Provimi dierenvoeding.
Met een omzet van tegen de 80 miljard Canadese dollar (zo’n 56 miljard euro) is de voedingsindustrie de op een na grootste in Canada. Alleen de transportsector is qua werkgelegenheid en omzet groter, de snelgroeiende oliesector in de provincie Alberta, die hard trekt aan het werknemersbestand in omliggende provincies, staat op de derde plaats.
Canada is goedkoper dan de VS op het gebied van grond, arbeidsuren, energie en grondstoffen zoals suiker. „De suikerkosten zijn in Canada de helft van die in de VS of Europa”, aldus Cooper. „Bakkerijen kunnen daardoor veel goedkoper werken.” Het van origine Nederlandse bedrijf Voortman Cookies profiteert daar al van. Het bedrijf exporteert inmiddels naar veertig landen.
De beste groeikansen in de voedingssector liggen volgens de bedrijfsadviseur in de hoek van biologische producten, biomaterialen voor industriële goederen, peulvruchten en technieken die toegevoegde waarde bieden voor producten als vlees en vis. Zo kon een Nederlands bedrijf inspringen op de behoefte aan verpakkingen van Canadese mosselen. De markt voor ’functionele’ voedingsmiddelen alleen al, waaraan gezondheidsbevorderende stoffen zijn toegevoegd, beslaat zo’n 3 miljard Canadese dollar per jaar (ruim 2 miljard euro). Ruim 300 bedrijven hebben de sprong naar dit terrein al gewaagd.
Problemen ziet Cooper vrijwel niet. Zowel economie als werkgelegenheid groeit als kool. „We hebben wel wat last van de sterke Canadese dollar. De Amerikaanse dollar is juist heel zwak, waardoor het voor de VS duurder is om Canadese producten te importeren.”