Minister Vogelaar wenst niet mee te doen met een „wedstrijdje” wie de hardste maatregelen neemt op het gebied van integratie en immigratie. Volgens haar creëert de harde taal van politici als Verdonk en Wilders, maar ook van VVD’er Kamp, alleen maar een „gevoel van onveiligheid.”„Spierballentaal is het recept voor onveiligheid en voor verdere aanscherping van tegenstellingen”, zo zei de PvdA-bewindsvrouw. Verdonk, Wilders en Kamp benadrukken naar haar mening te veel de problemen. De meeste allochtonen zijn juist van goede wil, meent Vogelaar. Deze mensen moeten de kans krijgen zich te ontwikkelen en zich daarmee te integreren in de Nederlandse maatschappij.

Vogelaar deed haar uitlatingen bij de presentatie van haar Integratienota. In de nota zet ze haar integratiebeleid voor de kabinetsperiode tot 2011 uiteen.

Uitgangspunt van de nota is: „Zorg dat je erbij hoort!” Daarmee wijst het kabinet op verantwoordelijkheden, maar ook op verplichtingen om een harmonieuze samenleving vorm te geven. De regering doet in de nota een appel op alle burgers om mee te doen in de samenleving, op basis van wederzijdse acceptatie en gelijkwaardigheid.

Van allochtonen wordt verwacht dat ze hun best doen om de taal te leren, een opleiding te volgen en af te maken, een inkomen te verwerven, en verantwoordelijkheid te nemen voor de opvoeding van hun kinderen. Daarnaast moeten ze nieuwsgierig worden naar het reilen en zeilen van de Nederlandse samenleving en de leefwereld van autochtonen. „Door mee te doen in de samenleving wordt het mogelijk je daarmee in toenemende mate te identificeren.”

Volgens Vogelaar blijft de segregatie in de samenleving toenemen. Initiatieven als het bestrijden van discriminatie, het bevorderen van actief burgerschap en het emanciperen van allochtone vrouwen moeten daar een halt aan toeroepen.

Het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) presenteerde dinsdag, gelijktijdig, het Jaarrapport Integratie. Daarin beschrijft het de ontwikkelingen van de vier grote niet-westerse allochtone groepen: Antillianen, Surinamers, Marokkanen en Turken.

De Surinamers zijn het best geïntegreerd, concludeert het SCP. Wel zijn veel Surinamers werkloos. Met de Marokkaanse gemeenschap gaat het steeds beter. De integratie van Antillianen en Turken verloopt volgens het SCP echter minder voorspoedig dan eerder werd aangenomen.

Het kabinet kondigt maatregelen aan die specifiek gericht zijn op Antillianen en Marokkanen. Het gaat daarbij om een krachtige aanpak van criminele Antilliaanse en Marokkaanse jongeren, en tegelijk moeten hun „perspectieven op maatschappelijke participatie” worden geboden.

Volgens minister Vogelaar is het alleen in uitzonderlijke situatie te rechtvaardigen om specifiek beleid op afzonderlijke etnische groepen te richten.