Opinie

Christelijke preutsheid

(Minister Plasterk van Onderwijs wist woensdag in een debat over de emancipatienota met een merkwaardig argument zijn opponenten te overtuigen. Bij de presentatie van de nota, eind september, had hij ernstig gewaarschuwd tegen het doorschieten van de seksuele moraal in Nederland. Die lijkt volgens hem te leiden tot „een verruwing van de seksuele omgangsvormen.” Woensdag verkocht hij zijn standpunt door te zeggen dat het niets met christelijke preutsheid heeft te maken.

8 November 2007 11:58Gewijzigd op 14 November 2020 05:15Leestijd 3 minuten

De bewindsman maakt zich zorgen over de „alom aanwezige” seksualisering van de samenleving, „waarbij meisjes en vrouwen als lustobject worden geportretteerd”, en de „onhaalbare schoonheidsidealen die daarmee verbonden zijn.”Volgens de minister komen zowel jongens als meisjes via allerlei media op steeds jongere leeftijd in aanraking met „openlijke seksuele handelingen, toespelingen en toenaderingen.” Daarmee worden deze „steeds meer een ’gewoon’ onderdeel van de jeugdcultuur”, aldus Plasterk.

Om jongeren weerbaarder te maken zet de bewindsman vooral in op gedragsregels voor scholen en codes voor jongerenmedia, zoals internetsites, muziekzenders en televisieprogramma’s. Ook wil het kabinet, behalve voor seksuele voorlichting, meer aandacht voor een goede relationele vorming „via het onderwijs of andere wegen.”

Vrijwel onmiddellijk na de presentatie van de emancipatienota barstte in de media een heftige discussie los, waarbij met name linkse politici en voorvrouwen van het feminisme over Plasterk heen vielen. De minister zou volgens hen willen terugkeren naar de benepenheid van de jaren vijftig en pleiten voor preutsheid.

Vooral uit de mond van feministen was dat wel heel merkwaardig, omdat die zich altijd, terecht, verzetten tegen het beeld van de vrouw als lustobject.

Woensdag gaf Plasterk, tijdens het debat over de nota, een nadere toelichting. Hij wil beslist niet terug naar de jaren vijftig en de Kamer dient goed te begrijpen dat zijn waarschuwing tegen het doorschieten van de seksuele moraal niets te maken heeft met preutsheid die was „afgedwongen door christelijke coalitiepartners.” Hij beloofde ook niet te zullen optreden wanneer dames met een naveltruitje over straat gaan. Resultaat van deze argumentatie was dat linkse en progressieve Kamerleden het eens werden met de minister dat het niet gekker moet worden.

Het ontwakend bewustzijn dat de ontwikkeling van de seksuele moraal uit de hand loopt, is positief. Maar de discussie over de plannen van de minster is verontrustend.

Allereerst omdat een pleidooi voor enige ingetogenheid al heel snel blijkt te worden omschreven als preutsheid, als gemaakte zedigheid. Wat een onzin. Alsof zedelijkheid, zoals die elders in de wereld gewoon is, overdreven is. Terwijl iedereen er inmiddels ook wel van overtuigd is dat de seksualisering van onze samenleving bijna dagelijks leidt tot grote ongelukken.

Minstens zo kwalijk is dat de minister verklaart dat zijn opmerkingen in de emancipatienota niet zijn afgedwongen door de christelijke coalitiepartners. Op zich is het plezierig dat de bewindsman zelfstandig tot het inzicht is gekomen dat de ontwikkeling van de moraal zo niet langer door kan gaan. Blijft de vraag: Wat zou er mis mee zijn als hij dit standpunt had ingenomen op voorstel van de christelijke coalitiepartners? Daarvoor zit hij toch in een coalitie. Dan is het geven en nemen.

Helemaal bont is het wanneer Kamerleden overstag gaan als ze horen dat het plan niet uit een christelijke koker komt. Zou dat zo erg zijn? Is iets op het terrein van zedelijkheid al bij voorbaat besmet als christenen dat aanreiken? Blijkbaar wel. Dat geeft te denken. De houding van libertijnen is bepaald niet tolerant tegenover christenen. Dat was al langer bekend, maar werd woensdag weer eens pijnlijk duidelijk.

Meer over
Commentaar

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer