Speciaal voor de christelijke kinderboekenmaand schreef Liesbeth van Binsbergen ”Speurders in de Speeltuin”, het actieboek voor kinderen van 6 tot 9 jaar. Het is meteen het zesde deel in de serie over Roos en Ruben. Roos en Ruben komen vreemde briefjes tegen in de speeltuin. Er staan cijfers op en na veel puzzelwerk vermoeden ze dat er om halfacht ’s avonds iets gaat gebeuren. Ze verstoppen zich en zien twee vreemde mannen de speeltuin in komen. Het achterportier van hun auto staat nog open, dus besluit Ruben naar binnen te klimmen. Misschien ontdekken ze zo wat de mannen in hun schild voeren. Groot is de paniek als de twee plotseling terugkomen en de auto gaat rijden. Roos en Ruben zitten in de val…

De schrijfster laat het verhaal op een verrassende manier aflopen. De mannen blijken gewone burgers op weg naar een vergadering op het gemeentehuis. Toch ontdekken Roos en Ruben iets anders, wat wel strafbaar is. Ze zijn namelijk per ongeluk getuige van het gooien van een zogenaamde croftybom. Tieners hebben deze bom in elkaar geknutseld met behulp van onder andere een ontstoppingsmiddel. Roos en Ruben waarschuwen de mensen op het gemeentehuis, zodat de jongens niet nog meer schade kunnen aanrichten. Zo is hun speurderswerk niet voor niets geweest.

De luchtige manier van schrijven van Liesbeth van Binsbergen past prima bij de doelgroep. De schrijfster weet hoe kinderen praten en hoe ze zich gedragen en ze kan dit goed overbrengen op papier. Dat bewees ze al eerder met (onder andere) het boek ”Geflitst”, waarmee ze vorig jaar de EigenWijsPrijs won voor het mooiste, door kinderen zelf gekozen christelijke kinderboek. Ook ”Speurders in de Speeltuin” is een vlot en toegankelijk verhaal, dat niet alleen spannend maar ook grappig is. Ze vervalt niet in standaard taalgebruik, maar is origineel in de manier van vertellen.

De toevoeging van het gedeelte over de jongens met de croftybom komt wat gekunsteld over. Ook zonder dat element was het verhaal af geweest. Nu is het wel heel toevallig dat Roos en Ruben de jongens tegen het lijf lopen op het moment dat ze de bommen gooien.

Het christelijke karakter is alleen impliciet in het verhaal verweven. Dit komt bijvoorbeeld aan de orde wanneer Roos vraagt of het getal 13 echt een ongeluksgetal is. Haar ouders verwijzen dit naar het rijk der fabelen en vinden het onzin.