Opinie

Kerk in Libanon kwijnt weg

Sinds de oorlog tussen Israël en Hezbollah, die gisteren een jaar geleden begon, is de toestand van het christendom in Libanon volgens Wilbert van Saane verder verslechterd. Politieke en geestelijke steun vanuit het Westen kan de Libanese kerk volgens hem helpen overleven.

13 July 2007 09:38Gewijzigd op 14 November 2020 04:56
„Hoge emigratiecijfers en een langzame natuurlijke aanwas doen de christelijke gemeenschap snel demografisch terrein verliezen. Vandaag de dag zijn wij in Libanon getuige van de verbrokkeling van het laatste stukje corpus christianum in het Midden Oosten.
„Hoge emigratiecijfers en een langzame natuurlijke aanwas doen de christelijke gemeenschap snel demografisch terrein verliezen. Vandaag de dag zijn wij in Libanon getuige van de verbrokkeling van het laatste stukje corpus christianum in het Midden Oosten.

Een jaar na de oorlog tussen Israël en Hezbollah is er in Libanon van echte vrede nog geen sprake. Christenen in het Westen maken zich terecht zorgen over de kerk in het land van de ceders. Te midden van politieke verdeeldheid en geweld kwijnt zij langzaam maar zeker weg.In het voorjaar van 2005 maakte de cederrevolutie een einde aan de Syrische hegemonie over Libanon. In een spontane reactie op de moord op voormalig premier Rafik al-Hariri verenigden verschillende Libanese leiders -christenen, soennieten en druzen- zich tegen de Syrische invloed en voor een internationaal tribunaal. De 14 maartcoalitie was geboren.

De rol van de kerk in de cederrevolutie was aanzienlijk. De maronitische bisschoppen, die het leeuwendeel van de christenen vertegenwoordigen, hadden zich al jarenlang verbaal tegen de Syrische inmenging verzet. Ook het optreden van enkele christelijke politici, zoals Samir Geagea, Pierre Gemayel en Gibran Tueni, inspireerde de cederrevolutie.

Zijlijn
Alleen de pro-Syrische sjiitische partijen Hezbollah en Amal stonden kniezend aan de zijlijn. In de trotse generaal Michel Aoun vonden zij een pragmatische bondgenoot. Ooit fel tegen de Syrische dominantie gekant, hoopte Aoun met de steun van het pro-Syrische kamp het presidentschap te grijpen.

Het vertrek van Syrië creëerde in Libanon een nieuwe openheid, waarin Hezbollah zich vrijelijk kon bewegen. De nieuwe Libanese regering had nog niet de macht en de middelen om het verzet te ontwapenen. Ook Israël slaagde er in de zomer van 2006 niet in een beslissende klap toe te brengen. Hezbollahleider Hassan Nasrallah kondigde enkele maanden na de oorlog triomfantelijk aan dat zijn wapenarsenaal weer tot het vooroorlogse niveau was aangevuld.

De kloof tussen de 14 maartregering van Fuad Siniora enerzijds en de oppositie onder leiding van Hezbollah anderzijds is de afgelopen maanden steeds dieper geworden. De oppositie saboteert in toenemende mate het democratische proces; zo is het parlement al sinds november 2006 niet in zitting geweest.

Tegelijkertijd lijkt het alsof de ’14 maartpolitici’ vogelvrij verklaard zijn. De namen van onder anderen Gibran Tueni (2005) en Pierre Gemayel (2006) werden toegevoegd aan de lijst van geliquideerde anti-Syrische christelijke politici, waarop ook de namen van Bashir Gemayel (1982) en René Moawad (1989) al prijkten.

Emigratie
Op paradoxale wijze heeft dit alles de regering-Siniora alleen maar versterkt. De internationale financiële en militaire steun is overweldigend. Het Westen en de Arabische wereld zijn vastbesloten dat het Libanese democratische experiment moet slagen en dat dit moet gebeuren onder leiding van de huidige, gematigde regering.

Als proeftuin van Arabische democratie betaalt Libanon echter een hoge prijs: geweld is aan de orde van de dag. Het leger is in het noorden al wekenlang slaags met Fatah al-Islam, een radicale groep geschoeid op de leest van al-Qaida. De beweging heeft vrouwen en kinderen niet gespaard. Enkele weken geleden schonden zij zelfs de lichamen van hun eigen doden, door deze vol te proppen met explosieven.

De Libanese christelijke gemeenschap ziet deze ontwikkelingen met lede ogen aan. Jong talent wacht de toekomst niet af, en kiest massaal voor emigratie. Het is een trend die in alle kerken, rooms-katholiek, orthodox en protestant, waarneembaar is. Vanuit de protestantse kerken hebben we het afgelopen jaar enkele van de beste voorgangers zien vertrekken naar de VS en Canada. Als de herders het erbij laten zitten, wat kan er dan van de schapen verwacht worden?

Hoge emigratiecijfers en een langzame natuurlijke aanwas doen de christelijke gemeenschap snel demografisch terrein verliezen. Op de lange termijn zal het christelijke karakter van Libanon hieronder lijden. De kerken zullen, zoals in andere Arabische landen, te maken krijgen met meer beperkingen. Vandaag de dag zijn wij in Libanon getuige van de verbrokkeling van het laatste stukje corpus christianum in het Midden-Oosten.

Steun
Specifieke politieke steun vanuit het Westen kan de Libanese christenen helpen overleven. Daarvoor bestaat een krachtig historisch precedent. Na de massamoorden op Libanese christenen in 1860 kreeg het Libanongebergte een christelijke gouverneur en een bevoorrechte status in het Ottomaanse Rijk, onder de bijzondere bescherming van Europese (christelijke) grootmachten. Zo werd een thuisland voor de maronieten en andere christelijke groeperingen gegarandeerd. Wellicht is de tijd rijp om dit idee opnieuw te overwegen.

Steun van westerse kerken voor Libanese kerken is harder nodig dan ooit. Dit kan gestalte krijgen in de vorm van voorbede, morele en financiële steun. Maar niets is zo bemoedigend voor oriëntaalse christenen als het ontvangen van mensen die (een deel van) hun leven willen geven in dienst van de kerk van het Midden-Oosten. GZB/Morgenlandzending detacheert al jarenlang onderwijzers, verpleegkundigen, theologen en adviseurs bij zusterkerken in de regio. Het is een effectieve manier gebleken om deze kerken te versterken.

Westerse steun kan oriëntaalse christenen helpen hun roeping voor hun land en hun regio serieuzer te nemen. Zonder een sterke christelijke presentie lijkt het Midden-Oosten immers nog verder weg te geraken van duurzame vrede. Daarom moeten wij ons buigen over de vraag: hoe kunnen de christenen van Libanon en andere Arabische landen overtuigd worden te blijven? Want zolang er voor jonge christenen meer redenen zijn om te vertrekken dan om te blijven, zal de kerk blijven bloeden. Kyrie eleison.

De auteur werkt voor de GZB als zendingspredikant in Beiroet.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer