Dat schrijft de Wereldbank in een rapport waarop het persbureau Associated Press de hand heeft weten te leggen.In 2006 ging het verder bergafwaarts met de Palestijnse economie, die toch al in het slop zat, en het bruto binnenlands product daalde met zeker 8 procent.

De neergang valt samen met een internationale boycot van de fundamentalistische Hamas, die een jaar geleden aan de macht kwam. Sindsdien wordt buitenlandse hulp buiten de Hamasregering om naar president Mahmud Abbas gesluisd of direct uitgekeerd aan Palestijnen in de vorm van salarissen of bijstand.

Ondanks de boycot is in 2006 meer financiële hulp (915 miljoen euro) uitgekeerd aan de Palestijnen dan in 2005 (760 miljoen euro). Een aanzienlijk groter deel daarvan dan voorheen bereikte de Palestijnse gebieden in de vorm van directe humanitaire hulp. De meeste ontwikkelingsprogramma’s -en directe bijdragen aan de Palestijnse begroting- zijn opgeschort.

De Wereldbank roept donoren op voldoende hulp te blijven sturen om de Palestijnse economie op korte termijn in stand te houden. De bank waarschuwt ook dat de Palestijnse regering het aantal ambtenaren moet terugbrengen, omdat de economie anders dreigt te bezwijken.

Zo’n 165.000 Palestijnen werken in dienst van de overheid, als ambtenaar of als medewerker van de politiediensten. Volgens de Wereldbank is de loonlijst van de overheid sinds 1999 jaarlijks met 9 procent gegroeid.

Zelfs op het hoogtepunt van de financiële crisis in het eerste kwartaal van 2006 heeft de Palestijnse Autoriteit ruim 1300 nieuwe ambtenaren en 6800 man veiligheidspersoneel toegevoegd aan de loonlijst, aldus het rapport.

Om de problemen het hoofd te bieden krijgt de regering van de bank het advies onder meer aan het ambtenarenapparaat geleidelijk in te krimpen en de salarissen voor overheidsmedewerkers te verlagen.