Donderdag is er een bijeenkomst over de wederopbouw van Libanon na een maand van bombardementen waarmee Israël grote schade aanrichtte.Morgen is Stockholm het toneel van een donorconferentie voor de door Israël bezette gebieden en de Gazastrook. Daar is volgens de organisatoren de humanitaire situatie zo slecht en uitzichtloos dat snel, genereus en doortastend ingrijpen noodzakelijk is.

De Verenigde Naties zijn nauw betrokken bij de conferenties, die beide worden voorgezeten door de Zweedse ministers van Buitenlandse Zaken en van Internationale Samenwerking, respectievelijk Jan Eliasson en Carin Jämtin.

Ondertussen blokkeert Israël nog steeds Libanese havens en het Libanese luchtruim. Daarmee vergroot het de schade die het aan het buurland heeft berokkend. VN-chef Kofi Annan drong er eerde deze week vooralsnog vergeefs bij Israël op aan de blokkades te beëindigen. Woensdag zei Annan dat de blokkade van de dichtbevolkte Gazastrook, onmiddellijk moet worden opgeheven.

De Europese Commissie heeft woensdag een eerste bijdrage van 42 miljoen euro aangekondigd voor de eerste hulp aan Libanon. Onder de deelnemers aan de Libanonconferentie zijn afgezanten van de Wereldbank, het Internationaal Monetair Fonds, de Verenigde Staten, de EU, van Europese landen en van andere mogelijk prominente donors uit het Verre Oosten, Latijns-Amerika en de Arabische wereld. Koeweit en Saudi-Arabië hebben eerder al in totaal meer dan 100 miljoen euro noodhulp toegezegd. Meer dan zestig landen hebben een afgevaardigde naar Stockholm gestuurd.

Er is volgens de autoriteiten in Beiroet op korte termijn 400 miljoen euro noodhulp nodig. Dat is voor het herstel van de meest noodzakelijke zaken zoals scholen en voor het verwijderen van Israëlische clusterbommen uit landerijen.

Een groot probleem bij de wederopbouw is dat het land sinds begin jaren negentig met grote moeite en met enorme leningen was opgekrabbeld uit de verwoestingen van de burgeroorlog (1976-1990). Libanon heeft bijna 30 miljard euro geleend om uit de puinhopen te verrijzen, maar is nu weer een puinhoop.

Naar internationaal recht pleegde Israël volgens mensenrechtengroepen oorlogsmisdaden en is het daarmee aansprakelijk voor de schade die opzettelijk is aangericht aan burgerdoelen.

Portugal draagt een militaire eenheid bestaande uit 140 ingenieurs bij aan de VN-vredesmacht die in Zuid-Libanon het staakt-het-vuren tussen Hezbollah en Israël moet bewaken. Dat is gisteren bekendgemaakt. De ingenieurs zullen helpen bij het herstel van de infrastructuur.

De Verenigde Naties pogen landen ertoe te bewegen gezamenlijk 15.000 soldaten beschikbaar te stellen. Italië en Frankrijk hebben al duizenden soldaten toegezegd.

Duitsland hoopt vandaag van Libanon uitsluitsel te krijgen over plannen voor inzet van zijn marine langs de Libanese kust. Een woordvoerder van de Duitse bondskanselier Angela Merkel, Ulrich Wilhelm, heeft dit gezegd. Het is het plan de Duitse marine in de Libanese wateren te laten patrouilleren om te voorkomen dat er wapens naar Hezbollahstrijders worden gesmokkeld. Libanon moet dan echter wel eerst een officieel verzoek indienen.

De Libanese premier Fuad Siniora zei dinsdag in een telefoongesprek met de Duitse bondskanselier Merkel dat zijn land „op korte termijn” een verzoek voor een marine-eenheid bij de Verenigde Naties zal indienen, zei har woordvoerder Wilhelm. Eerder meldde Der Spiegel dat de Duitse bijdrage 1200 man personeel zou omvatten.

De krant Neue Presse uit Hannover gaf evenwel woensdag een uittreksel vrij uit een donderdag te publiceren interview met de Duitse minister van defensie Franz Josef Jung, die daarin zegt dat het waarschijnlijk om een groter aantal manschappen dan 1.200 zal gaan. „Ik neem aan dat het aantal vermoedelijk groter zal zijn”, zei Jung. De Duitse autoriteiten willen niet zeggen hoeveel schepen en manschappen zij ter beschikking willen stellen, zolang Libanon geen formeel verzoek heeft ingediend.

Ondertussen is door Berlijn opnieuw contact met Syrië opgenomen om de medewerking van dat land te verkrijgen bij het tegengaan van wapensmokkel. Woordvoerder Stefan Bredohl van het Duitse ministerie van buitenlandse zaken zei woensdag dat de Syrische minister van buitenlandse zaken dinsdag had gebeld met zijn Duitse ambtgenoot Frank-Walter Steinmeier.

Steinmeier heeft gesteld dat Syrische hulp belangrijk is om te voorkomen dat de Hezbollah-strijders opnieuw met wapens worden bevoorraad. Hij schrapte evenwel twee weken geleden een voorgenomen bezoek aan Damascus uit protest tegen een anti-Israëlische toespraak van de Syrische president Bashar Assad. Bredohl zei dat er geen concrete plannen bestaan om Steinmeier alsnog Damascus te laten bezoeken.