Balanceren op een giraf met één wiel
„Hé, je mist een wiel.” „Waar is je stuur?” Ardjan Vermuë hoort de flauwe opmerkingen niet. Hij heeft al zijn concentratie nodig voor een kick-up, een frontspin, een dragseat. De 16-jarige en zijn ’uitgeklede’ fiets vormen een veelgeziene combinatie in het Gelderse Wadenoijen. Toch trapt een automobilist die de bocht bij Ardjans huis neemt, even op zijn rem als hij de ”giraf” ziet aankomen. Kan de eenwielrijder erop hem ontwijken? Ja. Makkelijk.

De eerste eenwieler stamt uit dezelfde tijd als de Hoge Bie, de bekende fiets met het hoge voorwiel en het kleine achterwiel van koetsenbouwer Pierre Michaux uit 1861. De uitgeklede versie werd ontworpen toen bleek dat zijn grote broer niet al te veilig was. Wie met een Hoge Bie van een helling reed of te hard remde, vloog met fiets en al over de kop. Alleen al in 1861 vielen er hierdoor honderden doden. Ontwerpers zochten de oplossing in het verwijderen van het achterwiel: nu kon de berijder naar achteren hangen om niet voorover te vallen.Bijna 140 jaar later krijgt Ardjan Vermuë zijn eerste eenwieler. Een jaar of acht is hij dan. Het ding mag een stuk geavanceerder zijn dan zijn voorloper uit 1861, de eerste oefeningen verlopen niet zo goed. Het wiel-met-zadel-en-trappers verdwijnt in een kast. Een paar maanden later probeert de Wadenoijer het ding nog eens. Nu met meer succes. Na een paar weken kan hij erop rijden zonder om te vallen en heeft hij een enkel trucje onder de knie. Toch zou het daarbij gebleven zijn, als hij niet in contact was gekomen met de jongleergroep Juggling Anonymous in zijn woonplaats. „Daar heb ik zo veel geleerd.”
Zijwieltjes
In de gymzaal waar de club elke week twee uur oefent, laat Ardjan wat hoogstandjes zien. Een sprong van een kast, stuiteren (hoppen), op het wiel lopen (walk the wheel). Het ziet er zo simpel uit, maar bij elke oefening verlangt de leek naar een paar zijwieltjes. Toch kan iedereen het leren, beweert de eenwielrijder. „Het enige wat je ervoor nodig hebt is doorzettingsvermogen. Evenwichtsgevoel en concentratievermogen zijn ook handig, maar die dingen leer je vanzelf.”
Op www.eenwieler.tk geeft Ardjan tips voor beginners. „Het eerste dat je moet proberen is gewoon langs een muurtje of iets dergelijks rijden om een beetje het gevoel te krijgen. Daarna zul je al een paar meter los kunnen fietsen en moet je op een paar dingen gaan letten: kijk naar voren en niet naar beneden, probeer rechtop te zitten, oefen eens aan iemands hand, blijf rustig en geef het niet zomaar op.”
De webpagina’s tonen ook, aan de hand van tekst en (behoorlijk luidruchtige) filmpjes, hoe de verschillende trucs moeten worden uitgevoerd. Een beetje eenwielfanaat kent alleen al minstens tien manieren van opstappen: damesmanier, herenmanier, trap-hem-met-je-voeten-van-de-grondmanier, sleur-hem-van-achteren-tussen-je-benen-door-naar-voren-en-ga-zo maar-door.
Speelgoed
Vooral bij basisschoolleerlingen is de eenwieler de laatste tijd behoorlijk in opmars, zegt Ardjan. Hij wordt bijgevallen door H. Zwagstra-De Jong van La-Okido Special Bikes in het Groningse Buitenpost. „Het gaat hard, heel hard met de eenwielertjes. Je hebt er eentje voor zo’n 60 euro. Niet al te goedkoop, maar nou ook weer niet veel duurder dan een skateboard of een paar skates. De eenwieler wordt vooral verkocht als speelgoed. We verkopen er veel meer dan toen we drie jaar geleden begonnen. Een gewoon, simpel fietsje, in tien kleuren verkrijgbaar, met 20 inchwielen, daar past al een kind van acht op en die heeft er minstens tot zijn dertiende plezier van.”
De meeste kids uit die doelgroep haken af als ze een beetje kunnen rijden en een paar trucjes beheersen, zegt Ardjan. Hijzelf niet. De doorzetters zijn volgens hem in twee groepen in te delen. „Je hebt de freestylers en de trialers. De eersten specialiseren zich in hoogstandjes met de eenwieler op zich. De trialers gaan meer voor stunts met objecten in de omgeving: op bankjes springen, van trappetjes afrijden, van obstakels naar beneden springen en op smalle randjes fietsen. Degenen die zich met hun eenwieler in de vrije natuur wagen en daar bijvoorbeeld bergen bedwingen, worden munirijders genoemd. Een samentrekking van moutainbike en uni wheel.”
Aan de eenwieler is te zien welke tak van sport de berijder ervan beoefent. Het wiel van de trialer is dikker dan dat van de freestyler. „Dat is net wat steviger en het veert beter bij het springen. De dunne bandjes van de freestyler zijn weer handiger bij het maken van manoeuvres als een pirouette.”
Ook zijn er exemplaren op de markt die wel heel erg uitgekleed zijn: die bestaan uit slechts een wiel en twee trappers en hebben de toepasselijke naam ”ultimate wheel”.
Corrigeren
In de schuur van Ardjans huis staat ook een bijzonder exemplaar: een giraf, een eenwieler van anderhalve meter hoog. Hoe kom je daar in vredesnaam op? De 16-jarige draait er zijn hand niet voor om. Hij pakt het zadel aan de voorkant met één hand vast, zet drie, vier stappen, springt omhoog, blokkeert zijn trappers door zijn rechtervoet op je rechtertrapper te zetten en komt precies op het zadel terecht. „De opstap is iets lastiger dan bij een lage eenwieler, maar het rijden is niet veel moeilijker, eerder makkelijker. De fiets reageert trager, zodat je meer tijd hebt om te corrigeren.”
Meer informatie: www.eenwieler.tk, www.la-okido.nl, eenwieler.startpagina.nl.