Buitenland

Duitsers houden weer van hun vlag

BERLIJN - Duitsland zwaait de vlag. Het wereldkampioenschap voetbal wekt in gastland Duitsland een nieuw gevoel van patriottisme op. En daarmee verbaast Duitsland zichzelf. „Zijn we niet te nationalistisch?” Het antwoord is eensluidend nee.

John Klein
23 June 2006 10:06Gewijzigd op 14 November 2020 03:52

Wat een paar jaar geleden nog ondenkbaar was, is de laatste weken plotseling algemeen geaccepteerd. Waar je ook komt in Duitsland: de nationale driekleur zwart-rood-geel bepaalt het straatbeeld. Hangend aan balkons, op wangen getekend, en -een ware hype- als wapperend vlaggetje onder het autoraampje geklemd. Honderdduizenden zijn er inmiddels verkocht. Duitsland bekent kleur. De Duitse vlag ’mag’ weer, dankzij een simpel spel met een leren bal.Waarom het nu plotseling mag - daarover zijn de meningen verdeeld. Deze weken waarin het wereldkampioenschap voetbal plaatsvindt, is Duitsland in een staat van onbekommerde noodtoestand. Duitsland doet zijn best zo gastvrij mogelijk te zijn en heeft scharen uitbundige buitenlandse supporters over de vloer die zich onderdompelen in hun eigen nationale kleuren. Speelt Nederland, dan is Leipzig oranje, speelt Zweden, dan is Keulen geel/blauw gekleurd.

En veel Duitsers willen daar niet langer meer voor onder doen en lijken daarmee vooral zichzelf te verbazen. Want bij te uitbundig vlagvertoon wordt in Duitsland nog altijd snel een rigide nationalisme verondersteld. De vlag was tot nu hét nationale symbool dat de extreem rechtsen hadden opgeëist, besmet als die was door het Duitse oorlogsverleden.

Een stortvloed aan artikelen probeert dit nieuwe, onverwachte ”WK-patriottisme” te duiden. Sluimerend nationalisme? Of juist een gezonde houding tegenover de eigen natie? Of slechts de behoefte om deel te nemen aan de feestvreugde?

De Duitse president Köhler ziet het als een teken van normalisering dat mensen zich ontspannen met de eigen vlag laten zien. „Een uitdrukking van blijdschap”, betoonde hij in een radio-interview. Het meeste enthousiasme is uit de conservatieve hoek te horen. Verkeersminister Tiefensee van de CDU heeft zelf een vlaggetje aan zijn dienstauto geklemd, wat hem op het verwijt kwam te staan dat hij dat vooral doet voor de boulevardpers - de bewakers van het nieuwe patriottisme.

De aanvoerster van de Grünen, Künast, ziet in de nieuwe ontspannen omgang met ”zwart-rood-geel” juist een bewijs dat Duitsland het ergste van het eigen naziverleden verwerkt heeft. Met welke motieven ook, de vlaggenparade ziet men als iets positiefs, of in ieder geval ziet men er een normalere omgang met de eigen nationaliteit in. Mede uit angst om spelbederver te zijn? Het duidelijkst was misschien wel frontman Gysi van de Linkspartei in een interview met de Tageszeitung: „In Duitsland groeit een generatie op met een volkomen normale verhouding tot haar eigen land. Mijn generatie (de naoorlogse) moet bij dit thema gewoon haar mond dichthouden. Wij, zoveel links als conservatief, moeten de jongeren niet met onze uiteenzettingen vervelen. Dat is onze belangrijkste bijdrage aan het normaliseringsproces.”

De grootste bijdrage aan de nieuwe omgang met de vlag hebben waarschijnlijk de ”nieuwe Duitsers” geleverd. Na de eerste gewonnen partij van Duitsland waren het vooral de Turkse Duitsers die luid toeterend en met de Duitse én Turkse vlaggen zwaaiend de ”oude Duitsers” lieten zien hoe je met een autocorso een overwinning viert. Tot nu toe bleef patriottisme iets ernstigs en sterk gepolitiseerd. Oud-bondskanselier Schröder zei een paar jaar geleden, toen het om de vaderlandsliefde van zijn rood-groene regering ging: „Patriottisme is wat ik iedere dag doe.” Maar het alledaags patriottisme van de kritische ”generatie van ’68”, waarmee Schröders regering vereenzelvigd werd, blijkt voor veel jongere Duitsers te kleurloos.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer