Hoog tijd voor protest kerk tegen antisemitische preek
Rabbijn mr. drs. R. Evers is geschokt door de affaire rond de antisemitische preek van ds. N. K. Mos van de Wassenaarse Messiaskerk.
Geshockeerd was ik toen ik kennisnam van de inhoud van de preek van de Wassenaarse predikant N. K. Mos, die hij op 13 maart 2005 hield. Mijn tenen kromden zich, mijn maag draaide zich om. Zelden zag ik zo’n antisemitisch stuk. Hoe voelde de kerkganger die dit alles aanhoorde zich op die bewuste zondag? Heeft het kerkbestuur aandachtig geluisterd? Wat waren hun gevoelens, hun gedachten, hun toekomstperspectieven toen de woorden van de dominee tot hun bewustzijn doordrongen? Het duurde wel erg lang voordat de kerkleiding wakker werd.Zondag gooide invallend voorganger Van Veen nog meer olie op het vuur door -naar aanleiding van de kritiek op de preek- fel uit te halen naar het slachtofferschap van het Joodse volk en juist daarom ervoor te pleiten Israël te bekritiseren: „Waarvoor we nu moeten oppassen, is dat ons schuldgevoel over de genocide niet leidt tot een kritiekloze houding ten opzichte van de staat Israël. Want dat helpt Israël en de Joden niet. Zij blijven daardoor steken in hun slachtofferrol en hebben de neiging in alles antisemitisme te zien. Dat proefde ik ook deze week, in de golf aan publiciteit die over ons is uitgestort.” Kennelijk heeft ook de heer Van Veen het niet helemaal begrepen.
Monster
Is het antisemitisme ooit weggeweest? Is het monster weer terug? Veel van de 1,2 miljoen Europese Joden worden bang van het toenemende antisemitisme. Uit welke hoek komt het? Van jonge, blanke en ontevreden Europeanen, of van anderen van ver weg? Met de Europese eenwording in het verschiet staan we op de drempel van een nieuwe wereld. Wanneer de Europese mens zijn eigen creatie overziet, kan hij met recht zeggen: „Het is goed.”
Maar als hij naar zichzelf kijkt, kan hij dan nog hetzelfde volhouden? Zijn wij werkelijk dichter bij de verwerkelijking van een andere droom van de mensheid gekomen, die van de volmaking van de mens zelf?
Het stellen van deze vraag brengt ons in verlegenheid bij het zien van de niet-aflatende oprispingen van antisemitisme in Europa.
Het bezinningsproces binnen de Rooms-Katholieke Kerk kreeg een grote stimulans na de verklaring van het Tweede Vaticaans Concilie (”Nostra aetate”, 1965). Hierin werd afstand genomen van oude vooroordelen die zeiden dat het Joodse volk verantwoordelijk was voor de kruisdood van Jezus. De godsmoord wordt alle Joden -ook nu nog- in de schoenen geschoven. Omdat het Joodse volk Jezus als Messias niet erkend had, zou het als ”ongelovig” verworpen zijn. De kerk zou de plaats ingenomen hebben van het Joodse volk als volk van G’d (de substitutieleer).
Gelukkig heeft het Vaticaan afstand gedaan van deze leer. Maar de Wassenaarse Messiaskerk zit ideologisch kennelijk nog midden in de theologische discussie omtrent de godsmoord. Het bloedsprookje waart weer rond. Hitler wordt door de dominee en zijn geestverwanten uitgeroepen tot de beste Bijbelkenner van de laatste millennia: „Het heil wordt door de Jood voor geld verkwanseld”, zegt Matthéüs. En de Jood in ons laat het daarmee op een grandioze manier afweten. De Jood, zegt Matthéüs, die bewerkstelligt uiteindelijk een volledige omkering van Gods bedoelingen. En wat wij ons nu gaandeweg gaan realiseren, zestig jaar na de Tweede Wereldoorlog, is dat dus Hitler eigenlijk veel beter in de Bijbel thuis was dan wij gewoonlijk voor waar willen houden. En dat Hitler deze, op zich Bijbelse gedachte, tot zijn uiterste consequentie heeft uitgewerkt. Want Hitler zei: Dan moet de Jood ook maar verdwijnen! Want er moet toch een nieuwe mens komen!” Einde citaat.
Demonisering
Hitler wordt door ds. Mos als de meest consequente Bijbelexegeet neergezet. Wat een ironie - o tempora o mores!
De kerk in Wassenaar neemt te weinig, veel te weinig afstand van dominee Mos. De demonisering van de Joden gaat gestaag door. Het komt nu van twee kanten. In een tijd waarin velen, zeer velen berouwvol en nederig het hoofd bogen en excuses aanboden vanwege enkele spotprenten, komt het niet in de hoofden van de leden van deze kerk op om een dergelijke grove uiting van verbaal en moreel geweld te veroordelen.
Vanuit het Oosten worden de cartoons van Julius Streicher wederom verspreid. De kwalijke karikatuur van de Joodse hebzucht, perversiteit en verraad verschijnt weer overal. Inmiddels zijn wij er na Auschwitz van doordrongen dat het Bijbelse roddelverbod niet voor niets gegeven werd. Laster en allerlei bloedsprookjes doen weer de ronde. Niemand kan nog beweren dat deze achterklap vroeg of laat geen effect heeft.
Het wordt tijd dat ook de Nederlandse gelovigen krachtig van zich laten horen in deze afschuwelijke affaire.
voetnoot (u17(De auteur is rabbijn van het Nederlands-Israëlitisch Kerkgenootschap en rector van het Nederlands Israëlietisch Seminarium.