Bush beloont terroristen met Israël-plan
De onrust in Israël duurt voort. Aanslag op aanslag. Vergelding op vergelding. Op 24 juni kwam president Bush met een voorstel dat een eind moet maken aan het conflict tussen Israël en de Palestijnen. Daniel Pipes is niet te spreken over de plannen van de Amerikaanse president. Bush heeft de essentie van het conflict niet begrepen.
De president van de Verenigde Staten, George W. Bush, is sinds 11 september onvermurwbaar geweest als het gaat om het bestrijden en voorkomen van terrorisme, maar in zijn toespraak van 24 juni zette hij een grote stap in de tegenovergestelde richting. Hij had de Palestijnen duidelijk en ondubbelzinnig te verstaan moeten geven dat hun nu al 21 maanden durende campagne van geweld tegen Israël onacceptabel is en afgesloten moet worden voordat een discussie over een eigen staat kan worden begonnen.
In plaats daarvan deed hij zijn visie op een ”voorlopige” Palestijnse staat uit de doeken en vroeg hij een eind te maken aan wat hij noemde „Israëlische vestigingsactiviteiten in de bezette gebieden.” Deze beide uitspraken betekenen grote voordelen voor de Palestijnen; als zodanig zijn ze een beloning van de zelfmoordaanslagen, aanvallen van sluipschutters en andere vormen van terrorisme.
Schade
Dit schaadt niet alleen de door de president afgekondigde oorlog tegen het terrorisme in hoge mate, maar het geeft ook een signaal af naar de Palestijnen dat ze meer beloningen kunnen krijgen als ze het geweld voortzetten. Het is waar, in zijn toespraak had hij het veel over de waarde van plaatselijke verkiezingen, onafhankelijke controles en markteconomie, maar de enige boodschap die zal blijven hangen is een veel wredere: terrorisme levert iets op.
Het actieplan dat Bush daarna ontvouwde, bevatte een groot aantal misvattingen over de kenmerken van het Palestijns-Israëlische conflict. Hier volgen er enkele.
In de eerste plaats is het een foute lezing van de Palestijnse opinie. Bush verklaart dat slechts een kleine minderheid van Palestijnen de middelen en de visie van de terroristen onderschrijft. „De haat van enkelen gijzelt de hoop van velen.”
Dit is niet waar. Bijna iedere opiniepeiling, politieke toespraak, moskeepreek en andere aanwijzingen laten zien dat een aanzienlijke meerderheid van de Palestijnen de geweldscampagne tegen Israël enthousiast ondersteunt. Dit impliceert het onheilspellende scenario dat de invoering van een democratie -waartoe de president oproept- tot een nog agressievere politiek ten opzichte van Israël zal leiden. Een ironische gedachte.
Gelijk
Verder vergist Bush zich als hij uitgaat van morele gelijkwaardigheid. Bush gaat uit van een bepaalde gemeenschappelijkheid tussen de situatie van de Israëli’s die lijden onder het terrorisme en de Palestijnen die dit lijden veroorzaken. „Het is ondraaglijk voor de burgers van Israël om onder de terreur te leven. Het is ondraaglijk voor de Palestijnen om in deze misère en bezetting te leven.”
Om de fout van deze bewering te ontdekken zou die moeten worden veranderd in: „Het is ondraaglijk voor de burgers van Amerika om onder de terreur te leven. Het is ondraaglijk voor de Afghanen om in deze misère en bezetting te leven.”
De derde vergissing: het slachtofferschap. De Palestijnen zijn behandeld als „onderpanden”, zegt de president van de Verenigde Staten. Dat is onjuist. Sinds 1967 hebben de Palestijnen een toenemende autonome en krachtige stem gehad in het regelen van hun eigen zaken. In het bijzonder sinds het totstandkomen van de Palestijnse Autoriteit in 1994 hebben zij zelf hun toekomst kunnen bepalen.
Hen als slachtoffers afschilderen suggereert dat ze zich anders zouden gedragen wanneer ze eenmaal een eigen staat zouden hebben. In werkelijkheid wijst alles op een voortzetting van de huidige politiek.
Regering
De vierde vergissing: een goede regering als sleutel. „Echte hervorming vraagt om geheel nieuwe politieke en economische instellingen die gebaseerd zijn op de democratie, een vrijemarkteconomie en handelen tegen terrorisme.” Dit is een ontroerend, maar naïef geloof in de wonderen van respectabele, heersende instellingen. Het is zeker waar: autonome lokale leiders, verkiezingen met veel partijen en eerlijke politici zijn allemaal fantastisch, maar hoe kunnen die een vermindering van de vijandelijkheden teweegbrengen? Bush’ visie draait de zaken precies om.
Democratie, een vrijemarkteconomie en antiterrorisme zullen alleen maar volgen op een veel fundamentelere verandering, namelijk de Palestijnse bereidheid om het bestaan van Israël te accepteren. Een Palestijnse staat die de vernietiging van de Joodse staat blijft zoeken, kan door zijn aard niet democratisch zijn.
De laatste vergissing: de te sterk nadruk op terrorisme: „Er is gewoonweg geen manier om de (Palestijns-Israëlische) vrede te bereiken tenzij wanneer alle partijen het terrorisme bestrijden.” Het Palestijnse terrorisme heeft verschrikkelijke tragedies veroorzaakt, maar is niet de kern van het probleem. Terrorisme is tenslotte maar een tactiek in dienst van het doel van de oorlog. Dat doel -de vernietiging van Israël- is de kern van de zaak.
Het is bijvoorbeeld heel goed mogelijk om een toekomstige Palestijnse staat voor te stellen die terrorisme veroordeelt en in plaats daarvan een conventioneel leger opbouwt van vliegtuigen, tanks en schepen om daarmee Israël aan te vallen en te vernietigen.
Naast de genoemde punten is het belangrijk om op te merken dat Bush de Palestijnse Autoriteit niet opriep om de omvang van haar bewapende troepen te verminderen.
Verkeerde tekening
Een huis kan niet gebouwd worden volgens een tekening die gebaseerd is op een verkeerde ondergrond, verkeerde afmetingen en verkeerde materialen. Zo kan een politiek programma niet werken als het gebaseerd is op fouten.
Door terrorisme te belonen, reduceert de toespraak alles wat bereikt is in de huidige oorlog weer tot nul. De toespraak van Bush kan slechts gezien worden als een serieuze poging om het conflict op te lossen. Maar het plan is onwerkbaar. De toespraak is een teleurstelling en een gemiste kans.
De auteur is directeur van het Middle East Forum -een Amerikaanse denktank- en columnist voor de New York Post en The Jerusalem Post.