Status aparte
Rond de nek van de burgemeester hangt een ketting. Dat is een statussymbool. Het geeft zijn status aan: deze persoon is de burgervader van zijn onderdanen. Geen probleem.
Op het hoofd van een doctor prijkt soms een baret. Dit statussymbool geeft aan dat mijnheer of mevrouw gepromoveerd is. Deze persoon heeft bewezen zelfstandig complex onderzoek te kunnen doen vanaf opzet tot en met conclusies. Eveneens geen probleem.Een voorzitter heeft een hamertje onder handbereik. Dit statussymbool verschaft hem gelegenheid een agendapunt af te hameren. Geen probleem, goede voorzitters slaan spijkers met koppen.
Mijnheer de directeur rijdt in een auto van 80.000 euro, minimaal. Al dan niet geleased door de zaak. Drie keer raden wat dit statussymbool aangeeft. Inderdaad. Andere werknemers rijden niet in een leaseauto. In ieder geval niet in een van 80.000 euro, want anders zou het misschien komen te lijken dat. Precies.
Daar doen wij niet aan mee. De functie geeft gezag en niet het wagenpark. Onze directiekamers hebben dezelfde stoelen als de werkkamers van ’gewone’ werknemers. Het bestuur van de schoolvereniging, of van wat dan ook, zit op dezelfde kuipstoeltjes als de conciërge. Wij hebben geen trespatafels voor het grondvlak en in een speciale bestuurskamer een enorme massief notenhouten tafel. Inclusief placemats van runderleder met logo - in goudopdruk.
De deurknop is daar van hetzelfde onedele metaal als die van de achteringang. Bij ons sowieso trouwens geen luxe bestuurskamer die alleen in enkele avonduren gebruikt wordt. Met ingelegd tapijt en rustiek lederen draaistoelen voor het comfort, gecompleteerd met verhoogde stoelen voor de voorzitter, de secretaris en de penningmeester. Dure vierkante meters worden in onze gebouwen functioneel ingezet. Geen discussie over mogelijk; het komt in onze hoofden niet op het anders te doen.
Bij ons geen hoogpolig tapijt in de gedeelten die door mannenbroeders in schaal 13 en hoger worden betreden, terwijl de werkvloer (wat een woord) het mag doen met linoleum van achttien jaar oud.
De periode dat de rector een eigen toilet en antichambre had is voorbij. Als personeel de beamer meesleept in speciaal ontworpen verrijdbaar meubilair, dan ook de directeur. Het kerstpakket, onder de naam eindejaarspakket, ziet er voor iedereen hetzelfde uit. Het geschenk onder couvert bevat dezelfde courante waarde aan cadeaubonnen.
Bij ons geen kloof tussen inrichting van consistorie en catechisantenlokaal. Geen orgel met net één register meer dan de gemeente 10 kilometer verderop. Bij ons is de ware wijsheid niet evenredig aan vele meters boekenbezit. Het woord van Hellenbroek is ons dierbaar, die vond dat we één Boek vele malen moesten lezen in plaats van vele boeken eenmaal.
Kijk, dat het bij het bedrijf aan de overkant de cultuur is dat de auto van de algemeen directeur op slechts 5 meter van de entree staat, die van de plaatsvervangend algemeen directeur op 8 meter en de rest op minimaal 50 meter, dat is hun zaak. Dat de wereld aan statussymbolen doet en daar vaker niet dan wel een functionele reden voor heeft, ach, dat valt te betreuren. Wij doen daar niet aan mee.
In de instituten van onze zuil is te zien dat wij burgers zijn van een ander Rijk. Wij hebben de spetterende statussymbolen van een wegzinkende wereld niet nodig. Het zou immers ongepast zijn om in luxe ruimtes ter opening te lezen over de nederigheid der dienstmaagd. Over matigheid, rechtvaardigheid en het toekomende oordeel.
Functioneel, fraai, degelijk. Sober. Dat is de uitstraling die onze zuil op onbevangen buitenstaanders maakt. In symbolen, stijl en kledingcode. In de overdenking van het toekomende leven worden ons de overdadige symbolen van status en antistatus van het tegenwoordige leven als hel klinkende cimbalen. Wij hebben in het midden de deugd gevonden. Gelukkig maar.
De auteur is manager van de lerarenopleidingen voortgezet onderwijs aan de hogeschool Driestar educatief te Gouda.