De begrotingsspecialisten zijn vrijwel eensgezind van mening dat de voor de periode 2007 tot en met 2013 gereserveerde 862 miljard euro te mager is om alle gemeenschappelijke plannen te kunnen verwezenlijken. Zij willen met Oostenrijk, dat in de eerste helft van 2006 het voorzitterschap van de Unie bekleedt, onderhandelen over wijzigingen in de geldstromen vanuit Brussel en eisen dat de lidstaten voldoende speelruimte bieden voor dat beraad.Voor een definitief akkoord over het financiële kader is de instemming van het EP nodig. Blijft die uit, dan moet de EU in de toekomst werken met jaarlijks vast te stellen plafonds. Het EP verlangt ook de toezegging dat het mag meepraten over de voorgenomen en in 2008 en 2009 te voeren discussie over een eventueel ingrijpende hervorming van de uitgaven en inkomsten in de toekomst.