Ramen openzetten in huis van Thorbecke
Politiek en bestuur moeten het vertrouwen van de burger terugwinnen. Dat kan alleen door het publieke debat -binnen en buiten de fracties- te stimuleren. Dat zei drs. G. B. M. Leers woensdagavond in Den Haag in de Thorbeckelezing 2005. Een samenvatting. De integrale tekst van de lezing is te vinden op www.maastricht.nl/leers.
Laten we het huis van Thorbecke eens gaan opknappen. Het is immers dringend aan groot onderhoud toe. De wind giert er door de kapotte ruiten naar binnen; de kalk bladdert van het plafond, de lift werkt niet meer; en uit de kelder klinkt het klaaglijk gejammer van een hongerige kat.We beginnen natuurlijk met het fundament: de lokale overheid. We zijn al een heel eind. Het dualisme heeft ertoe geleid dat er duidelijkheid kwam. Straks mag u ook uw burgemeester kiezen. Ik ben een groot voorstander van de gekozen burgemeester, maar het zal van de personen afhangen of het doel, namelijk bestuur dichter bij de burger brengen, ook wordt gerealiseerd. Als je het huis verbouwt, of zelfs sloopt en herbouwt, maar de bewoners blijven hetzelfde, dan verandert er wezenlijk niets.
Het dualisme leidde tot een explosie van raadsvragen, tot middernachtelijke vergaderingen, en verder tot niets. Geen raadslid is dichter bij de burger gekomen.
En landelijk, daar verschuift de macht van Den Haag naar Hilversum, want niet de politici bepalen in dit stelsel of wij in beweging komen, maar de media. Het gevolg daarvan is dat nog meer dan nu de politiek bepaald zal worden door incidenten.
Vertrouwen
Vertrouwen geven is iets anders dan macht weggeven. Californië, ooit de best georganiseerde samenleving ter wereld, kent inmiddels een lamentabele publieke sector met derdewereldachtige elektriciteitstekorten, instortende snelwegen en een begroting die voor 85 procent buiten de invloed van de gouverneur en de wetgevende macht ligt. Referenda daarentegen zijn er in overvloed, en dus botst de roep om meer scholen, wegen en kinderopvang voortdurend met de roep om minder belastingen.
Nee, de kloof dichten we niet door vertrouwen te geven. We dichten de kloof door vertrouwen te winnen. Alleen mensen zijn in staat dat vertrouwen van mensen te winnen, machines niet.
En dan moeten we ons de vraag stellen: Hoe ontstaat dat draagvlak? Wat maakt het verschil tussen een politicus -die zijn macht ontleent aan een incidentele verkiezingsuitslag- en een leider, die zijn gezag ontleent aan draagvlak en vertrouwen?
Op de eerste plaats het lef om te dromen. Een leider zal een visie moeten hebben, een verhaal, een richting. Een leider is in staat om een gevoel dat kiemt tot volle wasdom te brengen. Mensen die in eerste instantie niet tot zijn beweging behoren, sluiten zich aan. Omdat de leider een bevlogen verhaal heeft dat inspireert en motiveert.
Maar ook omdat de ware leider genade kan schenken. Sceptici of zelfs vijanden worden uitgenodigd om zich te warmen onder de brede mantel der liefde die de leider uitnodigend openzwaait. Maar ijdelheid mag nooit een drijfveer zijn.
Urk
Een ander punt: Herken nieuwe signalen. Politici hebben helaas de neiging te reageren in plaats van te anticiperen. En zijn dus bijna altijd te laat.
Waarom is er niets gebeurd met de eerste Marokkaanse jongetjes die hun Nikes inruilden voor geborduurde pantoffels? Die hun baard lieten staan en een jurk aantrokken? Toen was het nog een zwak signaal, nu is de herrie oorverdovend. Hetzelfde geldt voor de cokesnuivende jongeren uit Urk en Volendam van twee jaar geleden.
We kunnen niet alleen het signaal herkennen, maar ook de afloop voorspellen. De hoge olieprijs is een voorteken van een nieuw energietijdperk. Ali B. van een vredelievende moslimbeweging. Het cannabisgebruik aan het Britse hof van een volledige regulering van softdrugs. Het nee tegen de Europese grondwet is een signaal van een groeiend wantrouwen in overheden, de enorme offerbereidheid na de tsunami en de wereldwijde schaamte na Katrina een signaal van de behoefte aan een sterke, solidaire samenleving. Maar we doen er niets mee.
Een leider hoort het probleem te herkennen, een naam en een gezicht te geven en een handelingsperspectief te bieden. Die laat het niet smoren in ambtelijke ontkenningsdrift („alternatieve gedachten zijn er altijd”) of politieke gemakzucht („het waait wel over”). Die durft niet alleen buiten zijn eigen denkkaders, maar ook buiten die van anderen te treden.
De grote gezagscrisis van deze tijd hangt ook samen met de houding van politici die niet meer leiden, maar volgen. Geen burger die dat wenst. Hij is toch geen klant van de politiek, geen consument van besluiten? De burger is een burger die dolgraag zijn leiders wil vertrouwen. Die niets liever wil dan het goede te zien in zijn burgemeester of premier.
Machinerie
Nadat Lubbers zijn no-nonsensebeleid proclameerde en Kok zijn ideologische veren afschudde, begon het leiderschap zijn kracht te verliezen. Politiek werd pragmatiek, schraalhans keukenmeester en het verhaal waar de leider mee kwam, bestond nog maar uit drie woorden: werk, werk, werk.
Als er geen ideologie meer is, is er alleen nog maar machinerie. De kengetallen regeren, niet de droom, en de ambtenaren krijgen -tegen wil en dank- de macht in handen gedrukt.
Het overkwam niet alleen Kok en Melkert, maar voor hen ook Lubbers en straks ongetwijfeld Balkenende. Zolang niemand de macht terugpakt van de Haagse wasmachine, is grijs de enige kleur.
Na een lange grijze tijd stonden er aan het begin van dit millennium twee beloftes op: de flamboyante Pim Fortuyn en zijn redelijk alternatief: Jan Peter Balkenende. Beiden hadden een bevlogen verhaal, de samenleving snakte naar hen en de verkiezingsstrijd van 2002 ging dan ook feitelijk alleen maar tussen deze twee. De rest had zichzelf gemarginaliseerd. We weten hoe het met hen afliep. Fortuyn werd vermoord, en Balkenende grijs gewassen.
Het wordt onze premier kwalijk genomen dat hij niet het leiderschap toont dat hij ons beloofde. Ik heb ook mijn kritiek geuit. Omdat ik weet dat hij het kan en ik gefrustreerd ben over het feit dat het ook hem tot nu toe niet is gelukt.
Voor een deel ligt het aan presentatie. Maar niet alleen. Er zal ruimte moeten ontstaan om leiderschap een kans te geven. En dat is een opdracht die de politiek alleen maar zichzelf kan geven, wil ze voorkomen dat haar huis van Thorbecke wordt opgeblazen door geweldenaars als Pim Fortuyn of systeemdenkers als Maurice de Hond.
Mannetjes en vrouwtjes
Het is eenvoudigweg te druk. Aan de ene kant zien we de bestuurlijke drukte. Gemeenten met tientallen raadsleden, wethouders, burgemeesters, duizenden ambtenaren, provincies met nog eens honderden statenleden, gedeputeerden, gouverneurs, waterschappen, ministeries, Eerste en Tweede Kamers, allemaal mannetjes en vrouwtjes die iets te doen moeten hebben, die beleid op beleid stapelen, die zich moeten profileren, die herkozen moeten worden, die onderling baantjes verdelen, die van elkaar afhankelijk zijn en elkaar nakeuvelen en steunen, uit lijfsbehoud.
Aan de andere kant zien we de politieke drukte. Twaalf politieke partijen proberen in de Tweede Kamer hopeloos hun bijna irrelevant geworden onderscheidjes manifest te maken. We noemen ze dan ook niet meer partijen, maar fracties, en dat zijn het ook.
Er is geen ruimte voor daadwerkelijk debat binnen politieke partijen. De boel is volledig dichtgespijkerd. Ik heb zelf daar de gevolgen van mogen ondervinden toen ik mijn drugsstandpunt herzag. Vanuit de Haagse kaasstolp onderschreef ik, als niet-woordvoerder, de CDA-lijn van strenge repressie van de handel en het gebruik van cannabis. Maar als burgemeester van een middelgrote stad aan de grens zag ik de hypocrisie van dat beleid. Cannabisgebruik is niet te stoppen.
Verleidelijk
Het is dan verleidelijk om te kiezen voor een stelselwijziging, bijvoorbeeld voor herinvoering van het districtenstelsel. Maar laten we de verleiding weerstaan om uitgebreid met de meccanodoos van de bestuurlijke vernieuwing te gaan knutselen: het dualisme op lokaal niveau heeft ook weinig opgeleverd, simpelweg omdat de politici niet veranderden.
Als we constateren dat de verstikkende politieke cultuur te weinig ruimte biedt aan mensen, dan moet die ruimte weer herwonnen worden. Het is te benauwd in het huis van Thorbecke. De ramen moeten open, voordat iemand ze ingooit.
Natuurlijk moeten lokale en nationale leiders uiteindelijk democratisch gekozen worden. In die zin zal het huis van Thorbecke een lichte restauratie moeten ondergaan. Maar dat vind ik zo vanzelfsprekend dat ik er niet te veel woorden aan wil wijden.
Veel noodzakelijker zijn de veranderingen van binnenuit. De in zichzelf gekeerde, wereldvreemde, autistische politieke cultuur zal ruimte moeten bieden aan ménsen. Politieke partijen moeten transformeren naar politieke bewegingen, die geen intellectuele gevangenissen worden, maar die debat en campagne faciliteren, die steunen en bijstaan, die adviseren en richting geven, maar uiteindelijk met een breed gebaar de bühne aan personen laten.
De auteur is burgemeester van Maastricht en lid van het CDA.