Huizenprijs in maart gestegen
De gemiddelde huizenprijs is in maart ten opzichte van de voorgaande maand met ruim 1 procent gestegen tot 217.110 euro. In februari bedroeg de gemiddelde huizenprijs 214.870 euro. Ten opzichte van maart 2004 bedraagt de stijging 3,3 procent.
Dat blijkt uit de vrijdag gepubliceerde cijfers van het Kadaster. De gemiddelde koopsom was in maart vorig jaar 210.156 euro. Vergeleken met februari zijn in maart geen opvallende veranderingen waar te nemen, aldus het Kadaster.
Het totaalaantal verkochte woningen bedroeg in maart 15.751. Dat zijn er 12,8 procent meer dan de 13.964 in februari. In vergelijking met maart vorig jaar is dit cijfer minimaal gestegen. Opvallend is dat het aantal verkopen van appartementen en vrijstaande woningen ten opzichte van vorig jaar is teruggelopen met respectievelijk 6 procent en 5,7 procent.
Op provinciaal niveau waren er in maart uitschieters in de prijsontwikkeling te zien. Groningen liet een toename van de gemiddelde koopsom zien van 6,2 procent en was daarmee de grootste stijger. De gemiddelde koopsom in Drenthe, Limburg, Overijssel, Utrecht en Zeeland is gedaald met een percentage variërend tussen 0,9 procent en 5,9 procent.
De burger betaalt dit jaar 12 procent meer aan gemeentelijke woonlasten als onroerendezaakbelasting en afvalstoffenheffing dan vorig jaar. Tussen 1995 en 2005 zijn die lasten bijna verdubbeld. Dit concludeert de Vereniging Eigen Huis op basis van eigen onderzoek onder alle Nederlandse gemeenten.
Ongeveer de helft van de lastenstijging wordt volgens Eigen Huis veroorzaakt door het afschaffen van de Zalmsnip, een voormalige tegemoetkoming van de rijksoverheid in de gemeentelijke lasten. Het CBS meldde eerder deze maand dat de gemeentelijke heffingen dit jaar met 4,9 procent stijgen.
Als verklaring voor dat verschil stelt Eigen Huis dat het CBS geen onderscheid maakt tussen gemeentelijke heffingen op woningen en bedrijven en andere gemeentelijke belastinginkomsten.