Statement Yeşilgöz slechts eerste aanzet
Dat zij bij WNL op Zondag stevig zou worden bevraagd op haar optreden tijdens de marathonvergadering waarin het kabinet-Schoof zijn eerste Miljoenennota in elkaar moest timmeren, ja, daar was VVD-leider Dilan Yeşilgöz het afgelopen weekeinde helemaal op voorbereid.
In die beladen nacht in september stonden VVD en NSC diametraal tegenover elkaar.
Aanleiding voor het geschil waren de koopkrachtplaatjes. Yeşilgöz wilde dat werkenden er het meest op vooruit zouden gaan. NSC-voorman Pieter Omtzigt dacht aan zijn beloftes over meer bestaanszekerheid en knokte voor de uitkeringsgerechtigden.
In het heetst van de strijd zou Yeşilgöz hebben gedreigd met een crisis, oftewel met het uit de coalitie stappen en het opblazen van het kabinet. Onjuist, zei ze zondag, ze had alleen gezegd dat ze haar minister van Financiën, Eelco Heinen, niet zonder rugdekking van de hele coalitie naar zijn eerste Algemene Financiële Beschouwingen wilde sturen. Maar voor het een crisis werd, draaide Omtzigt in haar lezing bij.
Behalve het reconstrueren van ‘dé nacht’ gooide de mediagenieke Yeşilgöz er bij WNL nog een 7 oktoberstatement uit. Zij hekelde de pro-Palestijnse betogers die uitgerekend op de dag waarop Israël stilstond bij de gruwelijkheden van Hamas van een jaar geleden hadden gekozen voor nieuwe sit-in-acties in NS-stations. Haar slotsom: Feitelijk is dat het legitimeren van Hamas.
Als Yeşilgöz hiermee bedoelde te zeggen dat het houden van sit-ins op 7 oktober verwerpelijk en afkeurenswaardig is, had ze daarin volkomen gelijk. Tegelijkertijd knaagt de vraag waarom ze in de uitzending de lat niet wat hoger legde. Als je dan toch een podium krijgt om iets over het demonstratierecht te roepen, waarom jezelf dan beperken tot een losse flodder die niet meer dan wat vluchtige media-aandacht genereert? Een ervaren Kamerlid weet als het goed is in zijn gereedschapskist toch ook de instrumenten te vinden waarmee hij of zij kan proberen paal en perk te stellen aan de schaamteloze manier waarop de pro-Palestijnse betogers keer op keer het publieke domein weten te veroveren?
Alleen als er sprake is van wanordelijkheden mag een burgemeester een demonstratie vroegtijdig beëindigen, zegt de wet. De invulling van dat begrip is echter afhankelijk van tijd en plaats en daarmee kan het betreffende wetsartikel, afhankelijk van de context, de ene keer ruimer worden toegepast dan de andere. Wat is er mis met een burgemeester die vulgair geschreeuw op een dag die ook voor de Joodse gemeenschap in Nederland een dag van rouw is, aanmerkt als een wanordelijkheid?
Het is een gemiste kans dat de VVD in aanloop naar 7 oktober heeft nagelaten het debat tijdig in die richting te sturen, in een poging het handelingsperspectief van burgemeesters daarmee structureel te versterken. Yeşilgöz’ statement was hooguit een eerste aanzet, die vraagt om een vervolg.