Buitenland

Bolivia raakt almaar verder in het slop

President Carlos Mesa van Bolivia heeft er genoeg van. Hij stapt na zeventien maanden op. Mesa diende maandag bij het parlement zijn ontslag in. Hij slaagde er niet in de aanhoudende en wijdverbreide sociale onrust in het Andesland te beteugelen en stabiliteit te brengen. Wanneer het parlement het ontslag aanvaardt, wordt senaatsvoorzitter Hormando Vaca Diez tijdelijk president.

Marie van Beijnum
8 March 2005 11:33Gewijzigd op 14 November 2020 02:18
EL ALTO – In heel Bolivia wordt al dagenlang gestaakt en gedemonstreerd tegen de regering. Zo ook in El Alto, een plaatsje waar meer dan 10.000 mensen betoogden. Foto EPA
EL ALTO – In heel Bolivia wordt al dagenlang gestaakt en gedemonstreerd tegen de regering. Zo ook in El Alto, een plaatsje waar meer dan 10.000 mensen betoogden. Foto EPA

Bolivia met z’n 9 miljoen inwoners is het armste land van het Zuid-Amerikaanse continent. Een bron van inkomsten die verlichting zou kunnen schenken, is de ruime aanwezigheid van olie en gas. Nu is die sector vooral het domein van buitenlandse ondernemingen. De vorige president, Gonzalo Sánchez de Lozada, kwam met de Wereldbank overeen dat Spaans-Britse en Noord-Amerikaanse bedrijven zich beschikbaar stelden voor de exploitatie van de gasvoorraden in Bolivia. De export van gas zou Bolivia, dat begin deze eeuw economisch in erg zwaar weer was geraakt, er bovenop moeten helpen. Het buitenlandse kapitaal was hard nodig voor de dure infrastructuur om de exploitatie van gas te realiseren - het gas zit in het Andesland namelijk erg diep, op wel 6000 meter.

De droom van Sánchez de Lozada spatte echter als een zeepbel uiteen. De verkoop van gas aan het buitenland bracht geen economische vooruitgang, maar mobiliseerde juist de binnenlandse oppositie. Die keerde zich fel tegen de ’uitlevering’ van Bolivia aan het buitenland. Met name het nu door Mesa gewraakte parlementslid Evo Morales speelde daarin een rol. Hij smeedde drie bronnen van verzet aan elkaar tot een massale beweging, die zich twee jaar geleden keerde tegen de regering van Sánchez de Lozada.

Morales is de leider van de cocaboeren, die door het Amerikaanse antidrugsbeleid hun inkomsten hadden verloren en elders emplooi hadden gezocht. De structureel gemarginaliseerde indiaanse bevolking sloot zich aan bij het verzet van de cocaboeren, net als de plattelandsmigranten, onder wie veel jongeren. Al deze mensen hadden met elkaar gemeen dat ze gefrustreerd waren over het uitblijven van toekomstperspectief.

In oktober 2003 kwam het tot een climax. Morales en consorten sloegen op grote schaal aan het staken tegen de plannen van Sánchez de Lozada. Die had namelijk het plan bedacht olie te verkopen aan Mexico en Noord-Amerika. Hij wilde daarmee het tempo van de modernisering van het land opvoeren. Doordat een deal met buurland Brazilië door onenigheid over de prijs van het gas was mislukt, had Bolivia nieuwe klanten nodig. Sánchez de Lozada dacht in het oorden een goede nieuwe klant te hebben gevonden. Hij zag wel in dat de meeste Bolivianen om historische redenen wilden dat het aardgas via Peru naar Mexico en Californië werd vervoerd, en niet via Chili, wat veel goedkoper was. „Het zal niet gemakkelijk zijn een besluit te nemen als het gas door Chili moet”, zei hij toen. Chili en Bolivia zijn al sinds 1879 vijanden. Bolivia verloor in dat jaar een oorlog van Chili, en daardoor zijn verbinding met de Grote Oceaan. De mogelijkheid dat de president zou besluiten het aardgas via een Chileense haven te vervoeren, leidde in oktober 2003 uiteindelijk tot de protesten die Sánchez de Lozada dwongen af te treden.

De onrust bracht ook de raciale scheidslijn aan het licht die loopt tussen de bewoners van de Andes, voornamelijk Aymara- en Quechua-indianen, en de blanke en halfblanke minderheid, die het van oudsher voor het zeggen heeft in Bolivia. De crisis maakte op zijn minst duidelijk dat er een meerderheid was die niet had geprofiteerd van de verschillende perioden van betrekkelijke welvaart. Het neoliberale beleid van Sánchez de Lozada wakkerde de onlustgevoelens van de inheemse bevolking aan. Ook president Carlos Mesa heeft daar geen eind aan weten te maken. Net als zijn voorganger voelt hij zich in de hoek gedreven door de economische crisis in zijn land. Bolivia heeft te kampen met een werkloosheid van meer dan 10 procent. Zeker zes van de tien Bolivianen leven onder de armoedegrens en buiten de steden zijn dat er zelfs negen van de tien. Veel kinderen gaan voortijdig van school om geld te verdienen als schoenpoetser of omroeper in bussen.

Intussen is het nog steeds niet gekomen tot een wezenlijke dialoog tussen de Boliviaanse leiders. De gasdeal met Brazilië werkte niet: de voor 2 miljard dollar aangelegde pijpleiding werd niet volledig benut doordat Brazilië slechts eenderde kocht van de hoeveelheid die was overeengekomen.

De achterliggende zeventien maanden zocht Carlos Mesa tevergeefs naar een uitweg. Hij moest laveren tussen de harde eisen van de Noord-Amerikanen, het conflict over de gas- en oliesector pacificeren en het wantrouwen van de oppositie wegnemen. Dat is hem niet gelukt, het door hem geïnitieerde referendum vorig jaar zomer over de gasexporten ten spijt. Tijdens dat referendum zei 65 procent van de Bolivianen ja tegen Mesa’s beleid ten aanzien van de export van gas. Mesa had zijn politieke toekomst aan dat referendum verbonden. Als de meerderheid van de bevolking tegen was, zou hij aftreden. Nu de armere bevolking, gesteund door vakbonden, alsnog vindt dat de regering te weinig geld vraagt van multinationals voor de exploratie en exploitatie van de natuurlijke hulpbronnen, treedt Mesa af.

De protesten hebben ook tot doel meer autonomie af te dwingen voor Santa Cruz, de rijkste provincie van het land die 33 procent van de export voor haar rekening neemt (suiker, soja en olie). Eerder zag Mesa zich door de protesten al gedwongen toe te staan dat de provincies zelf hun gouverneur gaan kiezen.

Het lijkt erop dat Bolivia steeds verder afglijdt in de richting van de chaos, waar corruptie en het onvermogen van politieke elites almaar sterker de kop opsteken. Het gevaar is daarmee groot dat het land het speelterrein wordt van populistische figuren, waar Zuid-Amerika in het verleden in grossierde. Dan is Bolivia terug bij af. Met het risico dat buitenlandse investeerders het land helemaal gaan mijden.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer