„En het geschiedde, toen Hij in een zekere plaats was biddende, als Hij ophield, dat een van Zijn discipelen tot Hem zei: Heere,  leer ons bidden, gelijk ook Johannes Zijn discipelen geleerd heeft.”

Laten we onze goede God aanroepen en Hem bidden dat Hij het oog van Zijn Vaderlijke goedertierenheid op ons, Zijn arme dienaren, moge slaan, door ons de vele gebreken en beledigingen, waardoor wij dagelijks onophoudelijk Zijn toorn tegen ons oproepen, niet te willen toerekenen. En daar wij onwaardig zijn om voor Zijn heilige Majesteit te verschijnen, dat het Hem moge behagen ons te ontvangen in de Naam van Zijn geliefde Zoon, onze Heere Jezus Christus, en de verdienste van Zijn dood en lijden te willen aannemen als voldoening voor al onze gebreken, omdat wij met onze eigen werken niet kunnen bestaan voor Zijn aangezicht. Dat het Hem moge behagen ons te verlichten door Zijn Heilige Geest, zodat we Zijn heilig Woord recht verstaan. Dat Hij ons de genade moge verlenen om het getrouw te verkondigen en het aan te nemen met ware vreze en nederigheid. Dat wij door dat Woord ertoe onderricht mogen worden om ons vertrouwen volkomen op Hem te stellen, zodat we Hem dienen en eren zoals het behoort; dat we Zijn heilige Naam in heel ons leven mogen verheerlijken en onze naasten stichten door goede voorbeelden.

We komen Hem om al deze dingen bidden, zoals onze goede Heiland en Verlosser Jezus Christus ons heeft leren bidden, door te spreken: „Onze Vader, Die in de hemelen zijt. Uw Naam worde geheiligd, Uw Koninkrijk kome.”

Johannes Calvijn,
predikant te Genève

(”Dertien preken over de verkiezing van Jakob en de verwerping van Ezau”, 1562).

Johannes Calvijn (1509-1564) werd geboren in Noyon in Noord-Frankrijk. Hij kwam onder invloed van de Hervorming en werd predikant in Genève, Straatsburg en opnieuw Genève. De reformator schreef tal van theologische werken, waaronder de Institutie en Bijbelcommentaren.