Meditatie: Echt leven
Jesaja 38:16
„Heere, bij deze dingen leeft men en in dit alles is het leven van mijn geest; want Gij hebt mij gezond gemaakt en mij genezen.”
Jesaja 38:16
Gods kind mag weleens bepaald worden bij Wie God al voor hem geweest is, voor tijd en eeuwigheid, in zoveel jaren die achter hem liggen en Wie God nog dagelijks voor hem is, en hoe God aan hem toont dat Hij wil en kan redden en dragen (Jesaja 46:4).
Hij gaat eens met zijn gedachten naar de toekomende eeuwigheid en overdenkt wat de toekomst van Christus en de zalige eeuwigheid hem toch zal openbaren. Hij overdenkt eens hoe hij bij de voortgang zichzelf tegenvalt en hoe hij al zoveel jaren met zichzelf bedrogen is geworden, hoe trouweloos hij is en hoe menigmaal hij zijn weg komt te bederven. Maar de Heere blijft onder dit alles Zijn aanbiddelijke trouw, verdraagzaamheid en liefde aan zulk een trouweloze betonen.
Dit zijn christelijke overdenkingen, zielsvernederende en zielsverkwikkende overdenkingen, waarin God verheerlijkt wordt. De ziel geniet een zaligheid die de wereld niet kent, maar waarvan elke godvruchtige met Hizkia moet zeggen: „Bij deze dingen leeft men, en in dit alles is het leven van mijn geest” (Jesaja 38:16). In deze toestand is een christen het best in staat om de heiligmaking te betrachten. Het is zijn vurigste begeerte dat toch zijn wegen gericht worden om Gods inzettingen te bewaren. Ik zeg nu niet dat een vrome altijd zo gesteld is. Zo’n zielsgestalte is vooral in onze lauwe dagen helaas zeldzaam bij Gods gunstgenoten geworden.
Wulfert Floor,
oefenaar te Driebergen
(”Al de eenvoudige oefeningen”, 1913)