De vriendschap tussen de dames begon bijna twintig jaar geleden, toen De Heer een hulp in de huishouding zocht. Ze plaatste een advertentie in het Nunspeetse huis-aan-huisblad. Zelf had ze de krant nog niet in handen gehad toen haar overbuurvrouw, Heintje van Renselaar-Dijkhuizen, voor de deur stond om zich aan te bieden als hulp. „We hadden direct een klik”, vertelt De Heer. „Ik heb haar ook meteen aangenomen.”

Eerst was Van Renselaar een „gezellige, behulpzame hulp” die elke donderdagochtend veel huishoudelijke taken van De Heer op zich nam. Ze deed de was, zeemde de ramen en deed boodschappen. Nu doet ze dat nog steeds, maar is de band anders. De Heer: „We praten veel en hebben elkaar goed leren kennen. De vriendschappelijke band is vanzelf gegroeid.”

In januari brak De Heer haar dijbeen door een val. Ze onderging een operatie en moest een week in het ziekenhuis blijven. Daarna revalideerde ze nog zes weken. „Heintje zorgde ervoor dat ik schone was kreeg in het revalidatiecentrum”, zegt De Heer. „Ook heeft ze mijn huishouden draaiende gehouden. Ze heeft een sleutel van mijn huis, dus ze kan in- en uitlopen. Ik kwam thuis in een fris huis. In die tijd heb ik gemerkt dat Heintje zelfs meer is dan een vriendin. Ze voelt als een zus.”

De laatste jaren komt Van Renselaar niet alleen op donderdagochtend om haar buurvrouw te helpen in de huishouding. Maandagavond is de koffieavond voor de vriendinnen. Van Renselaar kan niet stilzitten, dus pakt ze alsnog kleine klusjes op. „Heintje neemt bijvoorbeeld de krant voor mij mee, zet een knoop aan mijn kleding en ze zorgt ervoor dat mijn medicatie voor de komende week klaarstaat”, zegt De Heer. „Ik heb heel veel aan Heintje. Ik zou niet weten wat ik zonder haar zou moeten. Ze zorgt behalve voor het huishouden er ook voor dat ik op de hoogte blijf van allerlei dingen, want zelf ga ik natuurlijk niet meer veel de deur uit.”