Cultuur & boeken

Nederland en België konden het samen niet vinden

Dat Nederland, België en Luxemburg twee eeuwen geleden één land vormden staat weinigen nog helder voor ogen. En ook de herinnering aan de Tiendaagse Veldtocht van 1831, zo ongeveer de laatste oorlog die door het Nederlandse leger gewonnen werd, is verdwenen.

Dr. C.S.L. Janse
23 February 2024 07:00Gewijzigd op 23 February 2024 07:10
Tafereel van de Septemberdagen 1830 op de Grote Markt te Brussel, Gustaaf Wappers. beeld Wikipedia
Tafereel van de Septemberdagen 1830 op de Grote Markt te Brussel, Gustaaf Wappers. beeld Wikipedia

Toch regeerde koning Willem I van 1815 tot 1830 over die drie landen. Een succesvolle opstand in Brussel, in augustus 1830, maakte daar een eind aan. Tot groot verdriet van de koning, die zich pas in 1839 bij het verlies van de zuidelijke helft van zijn rijk wilde neerleggen. De meeste Belgen waren blij dat aan de overheersing van de Hollanders voorbij was, terwijl de meeste mensen in de noordelijke provincies het wel best vonden dat ze die „muitzieke” Belgen kwijt waren.

Journalist Willem de Bruin, die al meer historische studies op zijn naam heeft staan, publiceerde onder de titel ”De scheiding die niemand wilde” een goed leesbaar boek over de voorgeschiedenis en het verloop van de Belgische Revolutie.

Boektitels

Nu worden boektitels door de uitgever altijd beoordeeld op hun verkoopbevorderende kwaliteiten. Dat zal hier ook wel het geval zijn geweest. Want was het nu werkelijk zo dat niemand de scheiding van de Noordelijke en de Zuidelijke Nederlanden wilde?

Het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden was na de val van Napoleon op het Congres van Wenen (1814-1815) bedacht als buffer tegen Franse expansiezucht. Het was echter een gedwongen huwelijk. De Belgen werd niets gevraagd. De Nederlandse grondwet werd aangepast en geldig verklaard voor het nieuwe koninkrijk. Dat de meerderheid van de geraadpleegde Belgische notabelen tegengestemd had, vond de regering geen onoverkomelijk probleem.

Nu was de herinnering aan de vroegere eenheid van de noordelijke en zuidelijke provincies nog niet helemaal verdwenen. Koning Willem I greep daar graag op terug. Tot verdriet van Willem van Oranje had de Tachtigjarige Oorlog scheiding gebracht tussen de Noordelijke en de Zuidelijke Nederlanden. Volgens De Bruin was het in het begin van de 19e eeuw dan ook geen onmogelijke opgave om noord en zuid te laten samengroeien. De geschiedenis had anders kunnen verlopen.

Opstand

20121961.JPG
beeld Atlas Contact

Gedetailleerd beschrijft De Bruin het verloop van de opstand in Brussel. Een steviger optreden van de plaatselijke autoriteiten en een forsere inzet van het leger had wellicht spoedig een eind kunnen maken aan de ongeregeldheden.

De Belgen hadden heel wat grieven tegen het beleid van de koning, maar dat betekende voor de meesten van hen niet dat ze hem echt kwijt wilden. Willem I onderschatte echter de ernst van de gebeurtenissen en was niet bereid om veel toe te geven. Toen hij uiteindelijk instemde met een bestuurlijke scheiding van noord en zuid was de opstand al te veel geradicaliseerd om daarmee weg te komen.

Ook de godsdienst gaf problemen. Het noorden was overwegend protestant. Eeuwenlang werden de rooms-katholieken daar slechts gedoogd. Het zuiden was rooms-katholiek. Met het oog daarop was bij de aanpassing van de Noord-Nederlandse Grondwet de bepaling geschrapt dat de vorst de „christelijke hervormde Godsdienst” moest belijden.

Voor strenge katholieken, aangevuurd door de Gentse bisschop De Broglie was het echter een onverdraaglijke gedachte om te moeten leven onder het regime van een „ketterse” vorst. Willem I riep veel ergernis op door zich te bemoeien met de vooropleiding van de priesters. In die confrontatie met de Rooms-Katholieke Kerk moest hij bakzeil halen.

Frans

Verder was er het probleem van de taal. De Walen spraken Frans, de hogere lagen in Vlaanderen ook. Omdat veel zuiderlingen geen Nederlands verstonden, terwijl de meeste afgevaardigden uit het noorden wel Frans kenden, werd in de Tweede Kamer meestal Frans gesproken.

In 1819 besloot de koning dat in de Vlaamse provincies het Nederlands voortaan de taal van het onderwijs en het openbaar bestuur zou zijn. Dat riep zo veel verzet op van de verfranste bovenlaag dat dit besluit later weer moest worden ingetrokken.

Niet ten onrechte hadden de zuiderlingen het idee dat zij eigenlijk door het noorden waren geannexeerd. Van de ministers (veelal een stuk of acht) kwamen er hooguit een of twee uit het zuiden. De Staten-Generaal vergaderden bij toerbeurt in Den Haag of Brussel, maar staatsinstellingen als de Raad van State of de Hoge Raad waren in het noorden gevestigd. Hoewel de zuidelijke provincies destijds veel meer inwoners telden dan het noorden, hadden zij een gelijk aantal zetels in de Tweede Kamer.

Rooms-katholiek

Moeten we het betreuren dat Nederland en België uit elkaar gingen? Samen zouden de landen in Europa wat meer gewicht in de schaal leggen. Maar was Nederland dan in 1914 ook buiten de Eerste Wereldoorlog gebleven? Een tweetalig land geeft ook bijna altijd problemen. En verder was Nederland dan een in meerderheid rooms-katholiek land geweest, al is de Rooms-Katholieke Kerk in België inmiddels net zo hard teruggelopen als in ons land.

Boekgegevens

”De scheiding die niemand wilde. Nederland en België, de vereniging en de breuk 1815-1839”, Willem de Bruin; uitg. Atlas Contact; 424 blz.; € 34,99

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer