Inkijk in het leven van gewone Amsterdammers in zeventiende en achttiende eeuw
In de geschiedschrijving komt er steeds meer aandacht voor gewone mensen. Historicus Bob Pierik promoveerde in 2022 op een proefschrift over de vraag hoe het leven van gewone Amsterdammers er in de 17e- en 18e eeuw uitzag. Hij ging met name op zoek naar het straatleven in die tijd.
Pierik kon gebruikmaken van een enorme collectie getuigenverklaringen die hij in het notarieel archief van Amsterdam aantrof. Het ging om verklaringen die gewone burgers –van de lagere tot de hogere middenklasse– aflegden voor de hoofdofficier van Amsterdam. Bijvoorbeeld over het optreden van Lena, die altijd met een garen- en lintenkraampje op de Botermarkt stond. Ze constateerde op maandag 3 maart 1710 dat Grietje Veenendael met haar kousenkraam haar plekje had ingepikt. Lena ging letterlijk tot de aanval over, daarbij gesteund door twee dochters en een schoonzoon.
Pierik heeft zijn proefschrift bewerkt voor een breder publiek en onder de titel ”Zo veel leven voor de deur” uitgegeven. De historicus brengt verschillende thema’s onder de aandacht, variërend van voertuigen in de stad tot seksueel geweld. Ook in de (protestantse) Republiek heerste het gevoel dat er grote seksuele losbandigheid bestond, constateert Pierik. Ook wat dat betreft is er dus geen nieuws onder de zon.
Niet alles in het boek is even verheffend. Dat heeft uiteraard te maken met het feit dat Pierik zich vooral baseert op politiedossiers. Niettemin weet hij uit die bronnen een boeiende inkijk in het leven van gewone mensen uit lang vervlogen tijden te destilleren.
Boekgegevens
”Zo veel leven voor de deur”, Bob Pierik; uitg. Meulenhoff; 253 blz.; € 26,99