Voor het eerst in ruim 25 jaar heeft de Prius van Toyota een aansprekende vormgeving. Dat mag ook wel, want de plug-inhybride is van alle kanten ingehaald door elektrische auto’s. De 4,6 meter lange vijfdeurs heeft een coupéachtig voorkomen.

Onder de moderne koets met fraaie details huist een 2 liter benzinemotor die samen met een elektromotor zorgt voor een gecombineerd vermogen van 223 pk en een koppel van 188 Nm. Daarmee presteert de Japanner niet alleen vlot, de aandrijflijn is natuurlijk vooral uitgedokterd om zuinig mee te rijden. De nieuwe Prius bestaat alleen als plug-inhybride met een elektrische actieradius onder koele omstandigheden van tegen de 60 km. De laadsnelheid is met 3,3 kW bescheiden. Een lege accu laadt met vierenhalf uur op.

De benzinemotor doet rustig zijn werk, alleen als het gas stevig wordt ingetrapt, komt hij wat rumoerig over. De zit is laag en de interieurhoogte is niet optimaal. Langere personen komen plek tekort. Verder kiest Toyota voor een hooggeplaatst instrumentarium in combinatie met een rond stuur. Een niet optimale combinatie.

De vloer van de bagageruimte is vanwege de eronder geplaatste batterij behoorlijk hoog. Dan blijft er maar 284 liter aan bagagevolume over. Deze Solar Edition heeft als extra zonnepanelen op het dak die onder lichte omstandigheden extra stroom opwekken. Zie het als een gadget.

Over gadgets gesproken, Toyota moet luisteren naar de nieuwste Europese eisen op het gebied van elektronische veiligheidsvoorzieningen. Per definitie werken die irritant, zoals bij het overschrijden van de aangegeven snelheid, maar ook als de bestuurder even een zijstraat in kijkt. Die systemen kunnen gelukkig uit. Maar dat moet elke keer na het starten opnieuw gebeuren. Bovendien zitten deze functies diep in de elektronica verstopt. De elektronica gebruikt zo veel afkortingen dat bestuurders de betekenis ontgaat.