Opinie
Rond duurzame landbouwbodem trekt de mist op

Op basis van onderzoek zien we geen conflict tussen een hoogproductieve landbouw en een duurzaam beheerde bodem. Om voldoende en gezond voedsel te produceren blijft het nodig om de bodem te bewerken.

Dr. Gerard H. Ros en ir. Pieter L. de Wolf
„Beweringen over achteruithollende bodemkwaliteit doen geen recht aan de inspanning van boeren als bodembeheerders.” beeld ANP, Jeffrey Groeneweg
„Beweringen over achteruithollende bodemkwaliteit doen geen recht aan de inspanning van boeren als bodembeheerders.” beeld ANP, Jeffrey Groeneweg

Gaat het nu goed of slecht met de kwaliteit van de landbouwbodem? Waar nogal wat bodemkundigen voorzichtig zijn in hun uitspraken schromen vele anderen niet om stevige conclusies te trekken rond de kwaliteit van de bodem én het beheer ervan door boeren. Juist deze voorzichtigheid ontbrak in het mediacircus rond een publicatie in 2020 van de Raad voor de Leefomgeving en Infrastructuur. Die ontbreekt ook in de artikelen van Carla Dik-Faber en René van de Kieft over de bodemkwaliteit (RD 11-11 en 24-11).

Kennis ontbreekt

Als bodemkundige en landbouwdeskundige kennen we het bodemkundig onderzoek. Het werk van Van den Akker en Van der Putten en ook onze eigen publicaties (WUR, 2023) laten zien dat de landbouw veel druk uitoefent op de bodemkwaliteit. Het is echter onjuist om op basis hiervan te concluderen dat de kwaliteit van landbouwbodems in het algemeen achteruitholt door veelvuldig gebruik van meststoffen, beregening, gewasbeschermingsmiddelen en grondbewerking. In diverse publicaties lieten we zien dat dit een geconstrueerd verhaal is op basis van onjuiste aannames, beperkte beschikbaarheid van meetgegevens en een beperkt inzicht in de gangbare landbouwpraktijk. Daarnaast bloeit een westers, maakbaar wereldbeeld op waarbij de maatschappelijke relevantie van landbouw is weggeëbd en de kennis over noodzakelijke randvoorwaarden voor een gezonde voedselproductie simpelweg ontbreekt.

Metingen

In de afgelopen jaren werkte Wageningen Universiteit & Research samen met onderzoeksinstellingen, hogescholen en bodemadviseurs om de mist rond bodemkwaliteit te laten optrekken. Zij hebben een objectief meetinstrumentarium opgezet om de bodemkwaliteit te meten én te beoordelen. Uit landelijke analyses van ruim 750.000 landbouwpercelen blijkt dat meer dan 90 procent van de bodems voldoende organische stof bezit, er geen tekorten aan voedingsstoffen zijn en er veel bodemleven is. De stelling dat er weinig achteruitgang is in kwaliteit is dus wel degelijk onderbouwd. Wel blijven er uitdagingen, vooral rond bodemverdichting. Ook is de diversiteit van bodemleven in (productieve) landbouwbodems geringer dan in natuurbodems. Dit rechtvaardigt echter niet de slotsom dat de bodemkwaliteit achteruitgaat.

Geen tegenstelling

Op basis van onderzoek zien we geen conflict tussen een hoogproductieve landbouw en een duurzaam beheerde bodem. Om voldoende en gezond voedsel te produceren blijft het nodig om de bodem te bemesten, te bewerken en te beregenen en om gewasbeschermingsmiddelen in te zetten. Stopt dit beheer, dan neemt de bodemkwaliteit zelfs af. Dat het voorheen misging door overmatig gebruik van deze middelen is helder. Toch is dat geen reden om de hoogproductieve landbouw in een negatief kader te zetten.

Duurzaam bodembeheer betekent dat de inzet van externe middelen wordt aangepast aan de bodemkwaliteit. Bodems met veel voedingsstoffen krijgen minder mest. Bodems met een hoge ziektewerendheid hebben minder gewasbeschermingsmiddelen nodig. Dit is al praktijk in Nederland, ook in de intensieve landbouw. De stelling dat de bodemvruchtbaarheid steeds afhankelijker wordt van mest is daarmee achterhaald. Wel wordt het bodemvoedselweb door bacteriën gedomineerd. Ten opzichte van een natuurbodem is dit inderdaad „een verstoring”, maar tegelijkertijd een onvermijdelijk resultaat van elke vorm van landbouw. Landbouw is per definitie ingrijpen in de natuur. Een landbouwbodem wordt nooit een natuurbodem. Dat hoeft ook niet.

Het argument van voedselverspilling is een drogreden, alsof je zonder voedselverspilling wel genoegen kunt nemen met een lage landbouwproductie. De wereldbevolking neemt nog steeds toe, de beschikbaarheid van goede landbouwgrond neemt af. Dus moet je zuinig zijn op goede landbouwgrond, zodat deze productief blijft. Daarnaast: wereldwijd hangt een groot deel van de voedselverspilling samen met te lage opbrengsten door inefficiënte teeltmethoden.

Eerlijk gesprek

Dik-Faber en Van de Kieft zijn bezorgd over de impact van landbouw op het milieu. Wij ook. Daarom waarderen we de zoektocht van kerken met pachtgronden naar een mogelijke bijdrage aan duurzamere landbouw. Beweringen over achteruithollende bodemkwaliteit leiden dan alleen maar af van de echte uitdagingen voor de landbouw. Ze doen ook geen recht aan de inspanning van boeren als bodembeheerders. Het kan beter –veel (jonge) boeren willen dat ook– maar voer dan wel een eerlijk, feitelijk gesprek, waarin waardering doorklinkt voor wat wel goed gaat.

De auteurs zijn verbonden aan Wageningen University & Research.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer