VNG: onderwijshuisvesting moet hoog op prioriteitenlijst
Het ministerie van Onderwijs moet de vernieuwing en renovatie van schoolgebouwen „hoog op de prioriteitenlijst” zetten. Dat stellen de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG), de PO-Raad (primair onderwijs) en de VO-Raad (voortgezet onderwijs) dinsdag in een gezamenlijke brief aan demissionair minister van Onderwijs Mariëlle Paul. Volgens de partijen is onderwijshuisvesting te lang doorgeschoven, omdat onderwerpen die op de korte termijn spelen meer aandacht krijgen. Tijdens het commissiedebat over onderwijshuisvesting in december vorig jaar erkende Paul, destijds Kamerlid, dit al.
„In mei is een stuk beton uit het plafond van een Rotterdamse school gevallen. Er is bijna geen gebeurtenis denkbaar die het gelijk van uw woorden beter illustreert. Gelukkig hebben zich hierbij geen persoonlijke ongelukken voorgedaan. Dit voorval onderstreept de urgentie en noodzaak van de vernieuwing van de schoolgebouwen, en de potentieel dramatische, directe gevolgen van verder uitstel”, zeggen de verenigingen.
De partijen stellen dat er geld vrijgemaakt moet worden om alle Nederlandse schoolgebouwen voor 2050 te renoveren en vernieuwen. Daar zou inmiddels zo’n 1,2 miljard euro per jaar voor nodig zijn. „Alleen zó kan er een gezond binnenklimaat in alle schoolgebouwen komen, en kunnen we schoolgebouwen verduurzamen en geschikt maken voor inclusief en modern onderwijs. Alleen zó investeren we in prettige, frisse en eigentijdse gebouwen die positief bijdragen aan leerprestaties en het welzijn van leerlingen”, aldus de organisaties.
De huidige aanpak is volgens de VNG, PO-Raad en VO-Raad niet effectief. „Het betreft schoolgebouwen die tot 72 jaar oud zijn, waarbij we binnen deze aanpak alleen pleisters plakken (pleisters die gemeenten en schoolbesturen zelf mogen betalen)”, schrijven ze.