Cultuur & boeken

Kinderboekenschrijver Rijk Arends probeert luikjes naar de hemel open te zetten

Hij had niks met lezen, maar toen hij op de pabo ”Mijn naam is Asher Lev” las, greep de kracht van literatuur hem. Zoiets wil ik ook maken, dacht Rijk Arends. Hij begon korte verhalen te schrijven. En onlangs verscheen zijn zevende kinderboek.

14 April 2023 10:49Gewijzigd op 15 April 2023 13:27
Schrijver Rijk Arends is in het dagelijks leven directeur van een basisschool in Opheusden. beeld RD, Anton Dommerholt
Schrijver Rijk Arends is in het dagelijks leven directeur van een basisschool in Opheusden. beeld RD, Anton Dommerholt

Het Arendsnest. Het staat in witte letters op een blauw straatnaambordje, dat is bevestigd aan een ruime voetbalkooi. Zo beroemd als Rijk Arends (1977) hier is, op het plein van De Hervormde School in Opheusden, is de kinderboekenschrijver in het echte leven niet. Maar Arends, die directeur is van deze basisschool, heeft zich inmiddels wel bewezen als auteur van christelijke kinderboeken. In de zes jaar dat hij publiceert, ontving hij drie prijzen. Met zijn eerste kinderboek ”Onder vuur” (2017) won hij meteen de EigenWijsPrijs, een christelijke kinderjuryprijs. In de jaren erna kreeg hij twee keer Het Hoogste Woord, de prijs voor het beste christelijke kinderboek van het jaar, uitgekozen door een vakjury.

19227819.JPG
Kinderboekenauteur Rijk Arends op het schoolplein van De Hervormde School in Opheusden. beeld RD, Anton Dommerholt

Wat is het toch met schoolmeesters, dat ze voor een interview op hun werkplek afspreken, alsof school hun tweede huis is?

„Ik vind het hier fijn praten. Jarenlang stond ik voor groep 8, nu ben ik locatiedirecteur. Ik heb dus ook een eigen plek, waar het rustig is.” Hij wijst naar de ruime vergadertafel in zijn werkkamer. „Pas zat hier een jongetje uit een van de klassen een poosje te werken en ik zat achter mijn bureau. „Bent u nu een boek aan het schrijven?” vroeg hij. „Nee, was het maar waar”, zei ik.”

Hoor ik daar een voorkeur in doorklinken?

„Nou, nee. Die heb ik niet. Ik hou ook enorm van mijn werk. Schrijven is geweldig leuk, maar wel eenzaam, zeker vanuit een zolderkamer. Ik geniet er ook van om met mensen op te trekken. Daarnaast: je hebt een wereld om je heen nodig om inspiratie op te doen.”

Mist u de input van de kinderen, nu u niet meer voor de klas staat?

„Het is anders geworden. Vroeger las ik wat ik had geschreven voor in de klas. „Meester, heeft u weer een hoofdstuk?” vroegen de kinderen dan. In ”Overboord” heb ik zelfs de namen van alle kinderen uit mijn toenmalige klas verwerkt.”

De liefde voor boeken en literatuur ontstond bij Rijk Arends pas in zijn studietijd. „Op de pabo aan Driestar hogeschool in Gouda moest ik ”Mijn naam is Asjer Lev” van Chaim Potok lezen. Prachtig vond ik het. Dit was dus literatuur. Die diepgang! Ik had ervoor op de land- en tuinbouwschool gezeten en hoefde dus geen boeken voor de literatuurlijst te lezen. Ik vond het boek van Potok zo mooi, zoiets wilde ik ook maken.”

19227818.JPG
De voetbalkooi is vernoemd naar Rijk Arends. beeld RD, Anton Dommerholt

Op die literaire roman wachten we nog…

„Op de een of andere manier liep ik vast in een grote roman. Een kinderboek schrijven is overzichtelijker. Het is mijn hobby, en het moet leuk blijven, ook voor mijn vrouw en twee zonen. Een kinderboek is zeker niet minder waard dan een roman. Voor kinderen is lezen juist heel belangrijk, dus moeten er boeken zijn.”

Uw boeken spelen zich af in het heden of in de Tweede Wereldoorlog. Wat schrijft het makkelijkst?

„Mensen die mij van mijn boeken kennen denken vaak dat ik enorm gefascineerd ben door de oorlog. Dat valt eigenlijk wel mee. Ik merk dat vaak wordt gedacht dat een historisch boek schrijven moeilijker is dan een boek dat in het heden speelt. Ik ervaar dat niet zo. Natuurlijk doe ik voor een historisch boek meer onderzoek. Maar een boek over de wereld van nu moet net zo goed kloppen. Het taalgebruik van kinderen, wat hen bezighoudt, welke vragen ze hebben. Op een school zit je daar dicht bovenop, dat is een voordeel. Klassensituaties ken ik van haver tot gort.”

Ik ben wel benieuwd: hoe kwam u voor uw nieuwe boek dat vorige week verscheen toch weer bij de oorlog terecht?

„Dat boek, ”Het meisje zonder naam”, gaat over een Joods-christelijk meisje in Duitsland. Zo waren er duizenden. Ze werden als Jood gezien door de nazi’s, maar hoorden niet bij de religieuze Joden. Ik zag een keer een documentaire over dit thema. Daarmee is het verhaal van Lotte begonnen. Ze gaat op kindertransport naar Engeland, maar voelt zich een eenling tussen alle ‘echte’ Joodse kinderen.

Met zo’n boek krijgt de geschiedenis een gezicht. Ik ben altijd op zoek naar kleine verhalen, naar geschiedenis die dichtbij komt. Soms kan dat letterlijk. ”Onder vuur” speelt zich af in Opheusden, in oorlogstijd. ”De andere wereld” gaat over de Joodse familie Frank uit Ochten, ook niet ver weg. Maar ”Overboord” komt voor mij net zo goed dichtbij. Dat boek gaat over bootvluchteling Samuel. Wij hebben hier op school kinderen gehad die zijn verhaal zelf hadden meegemaakt.”

Een echte pageturner, noemde de jury van Het Hoogste Woord ”Overboord”. Is dat waar het om draait in de boeken, die spanning?

„Zelf vind ik het heel belangrijk dat de hoofdpersoon een ontwikkeling doormaakt. Dat hij of zij aan het eind van het boek een andere persoon is dan aan het begin. Voordat ik kinderboeken schreef, maakte ik al korte verhalen waarin ik me daarin oefende.

Verder geef ik graag iets actueels mee. Daarbij wil ik dat mijn boeken prikkelen tot nadenken. Over onze houding richting vluchtelingen bijvoorbeeld. Maar ook over de impact van pesten, zoals in ”Over de streep”.”

Wat doen prijzen met een schrijver?

„Ze zijn vooral een motivatie geweest om door te gaan. Het is prettig om te horen wat goed is aan je boeken, net zoals het leerzaam is om te weten te komen wat beter kan. Er zitten meerdere lagen in, zei de jury onder meer. Ik ervaar de prijzen als bevestiging dat ik op de goede weg zit met het soort boeken dat ik nu maak. Tegelijk wilde ik ook wel eens iets anders. Dus schreef ik een gezellig verhaaltje over jonge kinderen, Tom en Tes, en hun opa. Het bleef in de kast liggen. Later heb ik het project weer opgepakt en erin verwerkt dat de opa ziek wordt. Dementie. Juist door de luchtige toon van het verhaal kan dat volgens mij goed. Er ligt een tweede deel klaar, maar we moeten nog afwachten of deel één voldoende aanslaat.”

Stel: U mag nog maar één boek schrijven. Wat voor boek wordt het dan?

Nadenkend: „Je probeert in je boek altijd luikjes naar de hemel open te zetten. Zodat kinderen stilstaan bij wie ze zijn ten opzichte van God. In elk boek is daar iets van te zien, in het ene meer dan in het andere. Onze houding tot God uit zich ook in hoe wij met elkaar omgaan, daar geef ik ook iets van door in mijn verhalen.”

En waar zou het boek over gaan?

„Als ik nu zou kiezen, zou ik verder schrijven over Lotte. Ze is in het boek in Engeland aangekomen. Maar hoe gaat het met haar oudere broer in Duitsland? Het lijkt me mooi om zo meerdere lijnen ineen te vlechten. Ik zit ook te denken aan een drieluik, met nog een verhaal over haar jongere broertje en zusje. Er ligt genoeg stof om uit te werken en later weer bij elkaar te brengen. Ja, dan is het bijna net zo’n project als een roman schrijven. Hier zou ik wel zin in hebben.”

Boekgegevens

19227817.JPG

”Het meisje zonder naam”, Rijk Arends; uitg. Den Hertog; 128 blz.; € 11,50

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer