Mbo’er gaat competitie aan: wie wordt beste beroepskracht?
Welke mbo’er is de beste metselaar, meubelmaker of marinier van Nederland? Honderden studenten gingen donderdag en vrijdag de strijd met elkaar aan bij Skills The Finals.
Uiterst geconcentreerd zit William Aarnoudse achter de laptop. Oortjes in om maar niet afgeleid te worden. De student ICT-beheer op het Hoornbeeck College in Rotterdam doet een verwoede poging om brons, zilver of goud te winnen tijdens de nationale kampioenschappen. „Ik hoop op een plek in de top 3”, zegt hij als hij even van zijn plek mag om te lunchen.
De opdracht: leg een wifinetwerk aan in een fictief zorgcentrum. Zorg ervoor dat bewoners op een tablet hun cliëntdossier kunnen inzien en dat medewerkers kunnen inloggen om rapportages te maken. Garandeer daarbij veiligheid van privégegevens.
Volgens William is het vooral belangrijk om niets over het hoofd te zien. „Als je bijvoorbeeld een eenvoudig wachtwoord kiest, krijg je minpunten.” Bedenker van de opdracht is Jan Tijssen, docent op het Hoornbeeck in Amersfoort. Hij wijst naar een scherm waarop te volgen is wat de studenten doen. „Op deze plattegrond moeten ze uitzoeken waar de wifipunten het beste kunnen komen. De rode stukjes hebben geen bereik. De kunst is om zo met de apparatuur te schuiven dat de wifi overal werkt.”
Podiumplek
Van tegelzetter tot tandartsassistent, van schilder tot schoonheidsspecialist: op de gigantische beursvloer –34.000 m2– van de Amsterdamse RAI strijden meer dan 400 studenten om als beste beroepskracht uit de bus te komen. Acht van hen zitten op het Hoornbeeck College. Na een voorronde op de scholen zelf haalden deze finalisten de hoogste score in een kwalificatiewedstrijd die werd gehouden tussen 24 roc’s.
„Klasgenoten ken je, maar hier kun je niet inschatten hoe goed je medekandidaten zijn”, zegt ICT-student William. „Dat maakt het zo spannend.” Leander van Maren, ondernemer-in-opleiding, had donderdagmorgen behoorlijk last van zenuwen. „Ik heb slecht geslapen. Maar zodra ik bezig was, ging het goed”, lacht hij. Leander werkt aan een marktonderzoek voor een witgoedbedrijf. De jury let volgens hem vooral op trends en daarom kiest hij voor duurzaamheid. Zuinige apparaten dus. Op een podiumplek hoopt hij zeker, maar „meedoen vind ik belangrijker dan winnen”.
Toch is een prijs niet zomaar een aardigheidje. De beste drie verkoopspecialisten krijgen bijvoorbeeld baangarantie bij de Hanos, plus een scholingsbudget. Het bedrijfsleven sponsort bovendien alle benodigde spullen, tot het wagenpark voor automonteurs en de server van 2,5 ton voor de ICT’ers aan toe. Vakmanschap is immers broodnodig. Ook de twee onderwijsministers, die Skills donderdag openden, en de koning, die vrijdag kwam kijken, benadrukken met hun komst dat belang.
Kaarsrecht
Bij sommige stands doemt donderdag al een flink staaltje vakmanschap op. Watertandend staat het publiek bij de patisserie, waar studenten een zelfbedacht recept voor versgebak, een desserttaart en chocoladeshowstuk fabriceren voor een jubilerende vereniging. Verderop creëren kappers kunstige kapsels, draperen bloembinders luxueuze boeketten en vullen koks borden met lekkernijen.
Jan van de Mheen, metselaar van het Hoornbeeck in Amersfoort, zit op z’n knieën bij een muurtje. Met grote precisie checkt hij met zijn waterpas een rij stenen: recht. Nee, káársrecht. Elke afwijkende millimeter levert immers een strafpunt op. „We moeten de Kraanpoort uit Gdansk metselen, maar dan in het klein”, vertelt hij. In de Poolse stad vindt later de Europese finale plaats. Om daar te komen, moet Jan het nóg beter doen dan vorig jaar. Toen eindigde hij op de derde plek.
Bij de stand van verzorgende IG duikt een acteur in pyjama een bed in. Levensecht speelt de vrouw de rol van een zwaar gehandicapt persoon met het niveau van een éénjarig kind. Spastisch trekt de vrouw aan een grote knuffelaap. Haar lichaam schokt onder de lakens. Met het zweet op haar voorhoofd verschoont een studente haar sonde. Ook het aankleden gaat niet vanzelf. De finalist doet een poging om haar cliënt gerust te stellen, maar die draait haar hoofd weg en roept: ”Nee!” Met een tillift takelt de zorgstudente de cliënt een rolstoel in – haar hoofd mist op een haar na de hendel boven het bed.
Aandachtig volgt jurylid Daniëlle Bustraan, docent op het Hoornbeeck in Goes, elke stap. „Ik let op de beroepshouding, het contact met de zorgvrager en of de student de handelingen correct uitvoert”, somt ze op.
Bustraan geniet van de „motivatie en gedrevenheid” van de jongeren. Ook docent Cees van der Wal, voor het vijfde jaar op rij mee als begeleider, is razend enthousiast. „Je ziet studenten groeien”, zegt hij. „Ze komen anders uit de wedstrijd dan ze erin gaan. Op school lezen ze een opdracht bijvoorbeeld al gauw verkeerd, maar zo’n finale motiveert. Ze knokken er echt voor.”
Hoornbeeckcoördinator Annemieke Top loopt deze dagen met gepaste trots rond. „Een mbo’er voelt zich vaak maar een mbo’er, maar kijk eens wat ze allemaal doen! Je moet mij als wo’er echt niet achter zo’n machine zetten; dat gaat helemaal mis.”